Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 5 de Junio de 2013

Datum uitspraak 5 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201202242/1/A3.

Datum uitspraak: 5 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fresh Way Parkstad B.V., handelend onder de naam Subway (hierna: Fresh Way), gevestigd te Maastricht, en [appellant], wonend te Lanaken (België),

tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 18 januari 2012 in zaak nr. 11/503 in het geding tussen:

Fresh Way en [appellant]

en

de burgemeester van Kerkrade.

Procesverloop

Bij besluit van 16 november 2010 heeft de burgemeester geweigerd [appellant] een exploitatievergunning te verlenen voor een horecabedrijf op het adres [locatie] te Kerkrade.

Bij besluit van 16 februari 2011 heeft de burgemeester het door Fresh Way en [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 18 januari 2012 heeft de rechtbank het door Fresh Way en [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben Fresh Way en [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 april 2013, waar [appellant] en Fresh Way, vertegenwoordigd door [appellant], en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. S.P.H. Stassen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 2.3.4.3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 (hierna: Apv) is het verboden een horeca-inrichting te exploiteren zonder vergunning van het bevoegd orgaan.

    Ingevolge artikel 2.3.4.6, eerste lid, moet een natuurlijk persoon voor het verkrijgen van een vergunning de leeftijd van 18 jaren hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a en b en derde lid, van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) worden gesteld aan de bedrijfsleiders en beheerders.

    Ingevolge artikel 2.3.4.10, eerste en negende lid, wordt een vergunning door het bevoegd orgaan geweigerd indien door de ondernemer niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2.3.4.6.

    Ingevolge artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b, van de DHW mogen leidinggevenden niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

    Ingevolge het derde lid worden bij algemene maatregel van bestuur naast de in het tweede lid gestelde eisen andere eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van leidinggevenden gesteld en kan de in dat lid, onder b, gestelde eis nader worden omschreven.

    Ingevolge artikel 40 kunnen, voor zover in deze wet niet anders is bepaald, ten aanzien van de onderwerpen, waarin zij voorziet, geen gemeentelijke verordeningen worden gemaakt.

  2. De burgemeester heeft aan het besluit van 16 november 2010 ten grondslag gelegd dat [appellant] in enig opzicht van slecht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT