Kort geding van Rechtbank Den Haag, Voorzieningenrechter, 30 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/442514 / KG ZA 13-517

Vonnis in kort geding van 30 mei 2013

in de zaak van

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. J.C. Moree te Rotterdam,

tegen:

[gedaagde],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat mr. T.G. Brown-Knip te Zoetermeer.

Partijen zullen hierna worden aangeduid als '[eiseres]' en '[gedaagde]'.

  1. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 23 mei 2013 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    1.1. Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest, welk huwelijk door echtscheiding is ontbonden. Uit hun huwelijk is op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] geboren [A] (hierna '[A]').

    1.2. [A] heeft een kortstondige relatie gehad met [B], waaruit op [geboortedatum] 2011 is geboren [C], die door [A] is erkend.

    1.3. [A] is op [overlijdensdatum] 2012 te Zoetermeer overleden.

    1.4. In onderling overleg hebben partijen besloten [A] te cremeren. De crematie heeft op 11 mei 2012 plaatsgevonden in crematorium Meerbloemhof te Zoetermeer (hierna 'het crematorium') en is verzorgd door (een nevenvestiging van) Monuta te Apeldoorn (hierna 'Monuta'), waartoe [gedaagde] de opdracht heeft verstrekt.

    1.5. De urn met de as van [A] bevindt zich thans, in afwachting van de uitkomst van het onderhavige kort geding, in de algemene nis van het crematorium.

  2. Het geschil

    2.1. [eiseres] vordert, zakelijk weergegeven:

    1. [gedaagde] te bevelen aan Monuta en/of het crematorium te berichten dat de urn met de as van [A] moet worden afgegeven aan [eiseres];

    2. [eiseres] te machtigen om de afgifte van de asurn aan haarzelf te doen bewerkstelligen op vertoon van het te wijzen vonnis, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan voormeld bevel te voldoen;

    een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

    2.2. Tijdens de zitting heeft [eiseres] uitdrukkelijk aangegeven dat haar vorderingen aldus moeten worden gelezen/begrepen, dat zij vordert dat aan haar (slechts) de helft van de as van [A] wordt afgegeven.

    2.3. Ter ondersteuning van haar vorderingen voert [eiseres] - samengevat - het volgende aan.

    Het was de (vermoedelijke) wens van [A] dat zijn as wordt verdeeld onder zijn nabestaanden. Mede gelet hierop heeft [gedaagde] geen goede reden om te weigeren de helft van de as ter beschikking te stellen aan [eiseres]. Te minder nu [B], als wettelijk vertegenwoordigster van het zoontje van [A], daarmee instemt. Daar komt bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT