Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201210247/1/A2.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

het college van gedeputeerde staten van Overijssel,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 19 september 2012 in zaak nr. 11/2249 in het geding tussen:

de vereniging Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland, gevestigd te 's-Graveland, gemeente Wijdemeren,

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 17 maart 2011 heeft het college geweigerd de vereniging een subsidie te verlenen krachtens het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (hierna: het Ubs 2007), paragraaf 8.10 Verwerven areaal nieuwe natuur voor de Ecologische Hoofdstructuur en Robuuste Verbindingszones.

Bij besluit van 13 september 2011 heeft het college het door de vereniging daartegen gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond verklaard, het besluit van 17 maart 2011 herroepen en de vereniging geweigerd subsidie te verlenen krachtens het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 (hierna: het Ubs 2011), paragraaf 9.10 Verwerven areaal nieuwe natuur voor EHS.

Bij tussenuitspraak van 6 februari 2012 heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om binnen twee maanden het aan dat besluit klevende gebrek te herstellen dan wel een nieuw besluit op het bezwaarschrift te nemen.

Bij brief van 20 maart 2012 heeft het college de motivering van het besluit van 13 september 2011 aangevuld.

Bij uitspraak van 19 september 2012 heeft de rechtbank het door de vereniging tegen het besluit van 16 (lees: 13) september 2011 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het college opgedragen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen binnen zes weken na verzending van de uitspraak opnieuw te beslissen op het bezwaar van de vereniging. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

De vereniging heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak, gevoegd met zaak nr. 201300979/1/A2, ter zitting behandeld op 26 april 2013, waar het college, vertegenwoordigd door mr. H. Hams en ing. H.J. Arentsen, beiden werkzaam bij de provincie Overijssel, en de vereniging, vertegenwoordigd door mr. W.I. Koelewijn, advocaat te Den Haag, vergezeld van C. Juten en B. van Luijk, werkzaam bij de vereniging, zijn verschenen. Na de zitting zijn de zaken gesplitst.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 1.4 van het Ubs 2007 worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT