Wraking van Rechtbank Noord-Holland, 14 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Holland

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer

zaaknummer / rekestnummer: C/15/202978/HA RK 13/35

Beslissing van 14 juni 2013

Op het verzoek tot wraking ingediend door:

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]

verzoeker

advocaat mr. J.B.M. Swart

Procesverloop

  1. Verzoeker heeft op 24 april 2013 schriftelijk de wraking verzocht van kantonrechter mr. D.P. Ruitinga, hierna te noemen: de rechter, in de bij deze rechtbank, afdeling privaatrecht, sectie kanton, locatie Haarlem aanhangige zaak met als zaaknummer 583124 CV EXPL 12-15407, hierna te noemen: de hoofdzaak.

  2. De rechter heeft niet in de wraking berust en heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd.

  3. Het verzoek is vervolgens behandeld ter openbare zitting van de wrakingskamer van 7 juni 2013, alwaar zijn verschenen en gehoord: mr. Swart, mr. B.P. van Overeem namens [A] en [B] en de rechter.

    Het standpunt van verzoeker

    Verzoeker heeft ter onderbouwing van het verzoek – samengevat – aangevoerd dat de schijn van partijdigheid is gewekt en van een objectief hoor en wederhoor geen sprake is geweest. Meer specifiek hebben de volgende redenen afzonderlijk, alsmede alle tezamen tot deze conclusie geleid. Allereerst is verzoeker onvoldoende in de gelegenheid gesteld ter zitting te reageren op de te laat ingediende conclusie van antwoord in reconventie. De kantonrechter gaf aan dat niet alle posten ter zake de servicekosten afzonderlijk diende te worden besproken “daar de zaak niet tot 19:00 uur” behoefde te duren. Toen vervolgens de gemachtigde van verzoeker verzocht tot het nemen van een akte, reageerde de kantonrechter met de woorden “dat daar zeker niet aan begonnen ging worden” of woorden van gelijke strekking. De schijn van partijdigheid was hiermee gewekt. Het verdere verloop van de comparitie heeft deze schijn alleen maar versterkt. De post servicekosten is ter comparitie weliswaar besproken, maar gezien de houding van de kantonrechter heeft verzoeker niet de indruk gekregen dat naar zijn visie daadwerkelijk is geluisterd. Reden voor verzoeker de kantonrechter te wraken op grond van de gewekte schijn dat sprake is van partijdigheid.

    Het standpunt van de wederpartij in de hoofdzaak

    Mr. van Overeem wijst (samengevat) op de ongewenste vertraging die de wraking met zich meebrengt. Verder is het juist dat de conclusie van antwoord in reconventie laat is ingediend. Op het laat indienen staat echter geen sanctie. Verzoeker had bezwaar kunnen maken tegen deze late indiening. Dit is niet gebeurd. De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT