Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Roermond, 5 de Noviembre de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Noviembre de 2008
Uitgevende instantie:Rechtbank Roermond

RECHTBANK ROERMOND

Parketnummer : 04/860660-06

Uitspraak d.d. : 5 november 2008

TEGENSPRAAK

VONNIS

van de rechtbank Roermond,

meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:

naam : [verdachte]

voornamen : [verdachte]

geboren op : [geboortedatum]

adres : [adres]

plaats : [woonplaats]

  1. Het onderzoek van de zaak

    Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2008.

  2. De tenlastelegging

    De verdachte staat terecht ter zake dat:

  3. hij op of omstreeks 12 mei 2006 te Panningen, in elk geval in de gemeente Helden, als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij een verkeersongeval op [straatnaam], de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat

    ongeval naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, letsel was toegebracht en/of aan een fiets toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval

    aan een ander of anderen dan aan hem verdachte schade was toegebracht;

    artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994;

  4. hij op of omstreeks 12 mei 2006 te Panningen, in elk geval in de gemeente Helden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met een motorvoertuig (bedrijfsauto) die [slachtoffer] heeft aangereden, althans met een motorvoertuig (bedrijfsauto) is ingereden op, althans gestuurd heeft in de richting van die [slachtoffer], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    artikel 287 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht;

    Althans indien terzake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:

    hij op of omstreeks 12 mei 2006 te Panningen, in elk geval in de gemeente Helden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te

    brengen, met dat opzet met een motorvoertuig (bedrijfsauto) die [slachtoffer] heeft aangereden, althans met een motorvoertuig (bedrijfsauto) is ingereden op, althans gestuurd heeft in de richting van die [slachtoffer],

    terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    artikel 302 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht;

  5. hij op of omstreeks 12 mei 2006 te Panningen, in elk geval in de gemeente Helden, als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, [straatnaam], over genoemde weg rijdend(e) fietser(s) links is gaan

    inhalen, en toen de door hem, verdachte, ingezette inhaalmanoeuvre zodanig heeft uitgevoerd dat hij, verdachte in botsing is gekomen met een van voornoemde fietsers, te weten [slachtoffer], althans de hem, verdachte,

    ingezette inhaalmanoeuvre niet op een veilige wijze heeft voltooid, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op de weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op de weg werd gehinderd,

    althans kon worden gehinderd;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;

    artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

    Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.

  6. De geldigheid van de dagvaarding

    Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.

  7. De bevoegdheid van de rechtbank

    Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.

  8. De ontvankelijkheid van de officier van justitie

    Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.

  9. Schorsing der vervolging

    Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.

  10. Bewijsoverwegingen

    7.1 Standpunten van de officier van justitie en de verdediging

    De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 22 oktober 2008 gevorderd dat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken.

    Ten aanzien van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft zij gevorderd dat deze bewezen zullen worden verklaard.

    De raadsman van verdachte heeft zich ook op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit.

    Met betrekking tot de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft de raadsman - zakelijk weergegeven - gesteld:

    Verdachte is niet bij het verkeersongeval betrokken geweest en heeft ook niet door zijn gedraging dit verkeersongeval veroorzaakt. Daarenboven heeft verdachte door te stoppen de gelegenheid geboden om in ieder geval de identiteit van het motorrijtuig vast te stellen.

    Verdachte heeft op een verantwoorde manier de voor hem rijdende fietsers ingehaald en betwist dat de door hem bestuurde bus in aanraking is gekomen met de door het slachtoffer bestuurde fiets.

    Feit 3 kan daarom niet wettig en overtuigend bewezen worden geacht.

    7.2 Vrijspraakoverwegingen van de rechtbank

    De rechtbank acht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT