Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 10 de Diciembre de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Diciembre de 2008
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 10 december 2008

Zaaknummer : 105.010.965/01

Rekestnummer (oud) : 389-H-07

Rekestnr. rechtbank : FA RK 05-1443

[appellant]

wonende te [woonplaats]

verzoeker, tevens incidenteel verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. J.C.A. Kroon,

tegen

[geïntimeerde]

wonende te [woonplaats]

verweerster, tevens incidenteel verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. M.N.G.N.H. Brech.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 20 maart 2007 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 21 december 2006 van de rechtbank 's-Gravenhage.

De vrouw heeft op 26 juli 2007 een verweerschrift, tevens houdende incidenteel appel, ingediend.

De man heeft op 20 augustus 2007 een verweerschrift op het incidenteel appel ingediend.

Van de zijde van de man zijn bij het hof op 10 april 2007 aanvullende stukken ingekomen.

Op 15 februari 2008 is de zaak mondeling behandeld, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

Verschenen zijn: de man en de vrouw, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben het woord gevoerd, de advocaat van de man onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie. Ter zitting is de behandeling op verzoek van partijen voor twee maanden aangehouden, teneinde te bezien of zij tot overeenstemming kunnen komen.

Nadien zijn, volgens afspraak ter zitting, de volgende stukken bij het hof ingekomen:

- een brief op 13 juni 2008 van de zijde van de vrouw, waaruit blijkt dat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen;

- een brief op 3 juli 2008 van de zijde van de man, waaruit blijkt dat de man zijn stelling vervat in het appelschrift handhaaft;

- een brief op 28 oktober 2008 van de zijde van de vrouw met aanvullende stukken.

Op 7 november 2008 is de mondelinge behandeling voortgezet. Verschenen zijn: de man en de vrouw, bijgestaan door hun advocaten. Partijen hebben het woord gevoerd, de advocaat van de man onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie.

HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking en de beschikking van 6 januari 2006 van de rechtbank 's-Gravenhage.

Bij laatstgenoemde beschikking is onder meer de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is voor wat betreft het verzoek tot verrekening de behandeling aangehouden.

Bij bestreden beschikking is onder meer bepaald dat conform artikel 7 van de tussen partijen geldende huwelijkse voorwaarden dient te worden verrekend. Voorts is bepaald dat partijen dienen over te gaan tot afrekening over de vennootschap onder firma onder de handelsnaam [handelsnaam] conform de bepalingen van het vennootschapscontract. De verdere behandeling met betrekking tot het verzoek tot verrekening is aangehouden.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

De vennootschap onder firma onder de handelsnaam [handelsnaam] is per 1 oktober 2005 ontbonden.

De echtscheidingsbeschikking is op 31 mei 2006 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

BEOORDELING VAN HET PRINCIPALE EN HET INCIDENTELE HOGER BEROEP

  1. In geschil is de verrekening conform artikel 7 van de tussen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT