Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Haarlem, 16 de Enero de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Enero de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 08/4420

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 januari 2009

in de zaak van:

[naam eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

gemachtigde: mr. H. Elmas, advocaat te Wormer,

tegen:

de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) te Rijswijk,

verweerder.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 19 juli 2007 heeft verweerder eiser een onderzoek opgelegd naar de geschiktheid om motorrijtuigen te besturen.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 30 augustus 2007 bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 17 april 2008, verbeterd bij brief van 21 april 2008, heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 29 mei 2008 beroep ingesteld.

    Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 16 december 2008, waar eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen. Namens verweerder is, met kennisgeving vooraf, niemand verschenen.

  2. Overwegingen

    2.1 De korpschef van de Regiopolitie Kennemerland, district Haarlem, basisteam Centrum-Zuidwest, heeft op 30 april 2007 op de voet van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW94) schriftelijk mededeling aan het CBR gedaan van het vermoeden dat eiser niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van de categorie B van motorrijtuigen. Reden hiervoor is dat bij eiser, in de hoedanigheid van beginnend bestuurder, een ademalcoholgehalte is geconstateerd dat hoger is dan 350 µg/l, namelijk 695 µg/l. Naar aanleiding van bedoelde mededeling heeft verweerder op 19 juli 2007 op grond van artikel 131, eerste lid, WVW94 besloten dat eiser zich dient te onderwerpen aan een onderzoek naar de geschiktheid. Daarbij is bepaald dat wanneer de uitslag van het onderzoek geen aanleiding geeft tot ongeldigverklaring van het rijbewijs, het CBR op grond van artikel 134 WVW94 en artikel 8, eerste lid, van de Regeling Maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid (hierna: de Regeling) eiser een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) oplegt. Het onderzoek heeft plaatsgevonden en aan eiser is uiteindelijk een EMA opgelegd.

    2.2 Eiser stelt in de eerste plaats dat verweerder het primaire besluit niet binnen de wettelijke termijn van vier weken - en dus onbevoegd - heeft genomen, zonder dat een reden voor de termijnoverschrijding is gegeven...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT