Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 29 de Abril de 2009

Datum uitspraak29 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200806300/1/H2.

Datum uitspraak: 29 april 2009

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 4 juli 2008 in zaak nr. 07/4248 in het geding tussen:

[wederpartij], gevestigd te [plaats], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], beiden wonend te [woonplaats], [maat C], wonend te [woonplaats] en [maat D], wonend te [woonplaats]

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

1. Procesverloop

Bij besluit van 27 april 2007 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) de aanvraag van [wederpartij] om vaststelling van de subsidie voor het inwinnen van kennis en advies over biologische productie afgewezen.

Bij besluit van 31 augustus 2007 heeft de minister het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 4 juli 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 31 augustus 2007 vernietigd en bepaald dat de minister met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar neemt. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de minister bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 augustus 2008, hoger beroep ingesteld.

[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.

[wederpartij] heeft bij brief van 26 september 2008, bij de rechtbank ingekomen op 29 september 2008, doorgezonden aan de Raad van State, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar.

[wederpartij] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 april 2009, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. D.J. Hira-Tetar, ambtenaar in dienst van het ministerie, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. R.J.H. Minkhorst, advocaat te Nijmegen, en [maat A], zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder e, van de op de artikelen 2 en 4, eerste lid, van de Kaderwet LNV-subsidies gebaseerde Kaderregeling kennis en advies (hierna: de Kaderregeling) wordt in deze regeling onder een deskundige verstaan een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon die door beroep in het bijzonder bekwaam is een ondernemer te adviseren, dan wel de in artikel 2 bedoelde activiteiten uit te voeren.

Ingevolge artikel 2, aanhef en onder a, kan de minister ter stimulering van de duurzame ontwikkeling van de agrarische sector op aanvraag subsidie verstrekken aan ondernemers ter zake van het consulteren van deskundigen met het oog op de bedrijfsontwikkeling of -beëindiging.

Ingevolge artikel 4, eerste lid, worden als subsidiabele kosten uitsluitend aangemerkt:

  1. de door deskundigen in rekening gebrachte kosten, en

  2. de door instellingen of organisaties in rekening gebrachte kosten van opleidingen en trainingen.

    Ingevolge het tweede lid worden deze kosten uitsluitend in aanmerking genomen voor zover ze rechtstreeks zijn toe te rekenen aan één of meer van de in artikel 2 bedoelde categorieën van activiteiten.

    Ingevolge artikel 12, derde lid, gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van:

  3. een afschrift van een factuur waaruit kan worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT