Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 24 de Febrero de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Febrero de 2009
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

ZESDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

ARREST

in de zaak van:

de stichting STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN,

gevestigd te Amsterdam,

APPELLANTE,

advocaat: mr. T.M. van Angeren, gevestigd te Amsterdam,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [K] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

GEÏNTIMEERDE,

advocaat: mr. E.C. Douma, gevestigd te Amstelveen.

  1. Het geding in hoger beroep

    1.1 Partijen worden hierna de Stichting en [geïntimeerde] genoemd.

    1.2 De Stichting is bij dagvaarding van 20 december 2007 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 9 oktober 2007, dat onder rolnummer CV 07-2939 is uitgesproken tussen de Stichting als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.

    1.3 De Stichting heeft bij memorie (met producties) tegen genoemd vonnis zes grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, haar vorderingen alsnog zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.

    1.4 Bij memorie van antwoord (met producties) heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met veroordeling van de Stichting in de kosten van, het hof leest, het hoger beroep, uitvoerbaar bij voorraad.

    1.5 De Stichting heeft vervolgens een akte houdende uitlating producties genomen waarbij zij opnieuw bewijs heeft aangeboden.

    1.6 Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd op de stukken van de beide instanties. De inhoud van die stukken geldt als hier ingelast.

  2. De feiten

    De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1 (1.1 tot en met 1.11) een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat ook het hof die feiten tot uitgangspunt neemt.

  3. De beoordeling

    3.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.

    1. De Stichting is opgericht ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.

    2. Gedurende de periode 1 januari 2001 tot en met 31 december 2003 heeft een collectieve arbeidsovereenkomst opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen gegolden waaraan [geïntimeerde] was gebonden uit hoofde van haar lidmaatschap van de werkgeversvereniging Transport en Logistiek Nederland, hierna: TLN, een van de partijen bij deze cao.

    3. [Geïntimeerde] heeft op 19 juni 2003 met de werknemersorganisatie Landelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer een ondernemings-cao gesloten, ingaande op 1 april 2003 en eindigende op 31 december 2004, die voorziet in scholingsverplichtingen van [geïntimeerde].

    4. Werkgevers- en werknemersorganisaties in het beroepsgoederenvervoer over de weg zijn op 14 augustus 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst opleidings- en ontwikkelingsfonds...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT