Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Assen, Voorzieningenrechter, 16 de Octubre de 2009
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 16 de Octubre de 2009 |
Uitgevende instantie: | Voorzieningenrechter |
RECHTBANK ASSEN
Sector Bestuursrecht
Kenmerk: 09/659 en 09/612 BESLU
Uitspraak van de voorzieningenrechter op de voet van het bepaalde in titel 3 van hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) d.d. 16 oktober 2009
in het geding tussen:
[verzoekers], wonende te Assen, verzoekers,
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen, verweerder.
-
Procesverloop
Bij primair besluit van 12 december 2008 heeft verweerder aan de gemeente Assen (hierna: vergunninghouder) een aanlegvergunning verleend voor het aanleggen en herstellen van (historische) landschapselementen en paden in het gebied Schieven e.o.
Bij besluit van 22 juli 2009 heeft verweerder de bezwaren van verzoeker tegen het besluit van 12 december 2008 ongegrond verklaard en laatstgenoemd besluit – onder aanvulling van de motivering - gehandhaafd, met dien verstande dat het voetpad enigszins gewijzigd zal worden uitgevoerd.
Bij brief van 25 augustus 2009 hebben verzoekers beroep ingesteld tegen dit besluit. Bij brief van 18 september 2009 hebben verzoekers de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken alsmede een verweerschrift ingezonden. Verzoekers hebben hiervan een afschrift ontvangen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van de rechtbank van 9 oktober 2009 alwaar in persoon zijn verschenen [verzoekers]. Voor verweerder zijn verschenen mr. A.J. Pronk en M.C. Roelofs.
-
Motivering
Algemeen
Ingevolge artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
In artikel 8:86, eerste, lid van de Awb is voorts bepaald dat, indien het verzoek om een voorlopige voorziening wordt gedaan wanneer beroep bij de rechtbank is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, deze onmiddellijk uitspraak kan doen in de hoofdzaak. Deze situatie doet zich hiervoor.
Feiten en omstandigheden
Vergunninghouder heeft op 24 oktober 2008 een aanvraag aanlegvergunning ingediend voor het aanleggen en herstellen van (historische) landschapelementen en paden in het gebied Schieven (deelgebieden 1 tot en met 5), kadastraal bekend gemeente Assen, sectie R, nummers 101, 141, 648, 830, 831, 844, 845 en sectie V, nummer 1908 in de gemeente Assen.
Bij besluit van 12 december 2008 heeft verweerder aan vergunninghouder overeenkomstig de aanvraag een aanlegvergunning verleend.
Tegen dit besluit heeft verzoeker tijdig bezwaar gemaakt. Op 26 mei en 23 juni 2009 vonden hoorzittingen van de algemene commissie bezwaarschriften van de gemeente Assen (hierna: de Commissie) plaats.
De Commissie heeft geadviseerd de bezwaren van verzoeker gegrond te verklaren en een nieuw besluit te nemen. De Commissie adviseert als volgt:
- de [verzoekers], respectievelijk [verzoeker] ontvankelijk te verklaren in hun bezwaar;
- alsnog dient te worden onderzocht of de aanleg van het voetpad op het onderhavige geprojecteerde tracé, en de doorgang in of door de boswal ten behoeve van het voetpad mogelijk zijn, en wel zodanig dat de aanleg van het voetpad en een dergelijke doorgang een natuurtoets kunnen doorstaan. Op dit punt acht de commissie het bezwaar gegrond.
- de bevindingen uit archeologisch onderzoek dienen alsnog meegewogen te worden in de heroverweging van uw besluit op bezwaar. Op dit punt acht...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT