Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 28 de Octubre de 2009

Datum uitspraak28 de Octubre de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/6542 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 3 oktober 2008, 07/1715 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 28 oktober 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. H.A. van der Kleij, advocaat te Zwolle, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Bij brief van 21 januari 2009 is namens appellant een stuk in geding gebracht, waarop door het Uwv bij brief van 27 januari 2009 is gereageerd.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2009. Appellant is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Van der Kleij, voornoemd. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. D.S. de Vries.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Bij besluit van 22 augustus 2006, gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 20 oktober 2006, heeft het Uwv appellant bericht dat zijn uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingaande 23 oktober 2006 wordt ingetrokken, omdat appellant minder dan 15% arbeidsongeschikt is.

    2. De rechtbank heeft bij uitspraak van 24 april 2007 het tegen het besluit van 20 oktober 2006 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat het Uwv met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen een nieuw besluit neemt op het bezwaar van appellant tegen het besluit van 22 augustus 2006. De rechtbank heeft bij die uitspraak overwogen dat zij geen reden ziet om de medische grondslag van het besluit van 20 oktober 2006 voor onjuist te houden. Met betrekking tot de arbeidskundige grondslag van dat besluit heeft de rechtbank geoordeeld dat deze een voldoende draagkrachtige motivering ontbeert ten aanzien van de geschiktheid in medisch opzicht van de bij de onderhavige schatting gebruikte functies.

    3. Bij besluit van 27 augustus 2007 (hierna: het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 22 augustus 2006 wederom ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt het rapport van bezwaararbeidsdeskundige J.R. Henninger van 27 juli 2007 ten grondslag, waarin hij de passendheid van de functies in medisch opzicht van een nadere toelichting heeft voorzien. Henninger heeft vervolgens vastgesteld dat er voldoende functies resteren die berekend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT