Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zutphen, 12 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

vonnis

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 97210 / HA ZA 08-1209

Vonnis van 12 november 2009

in de zaak van

[eiser],

wonende te [plaats],

eiser,

advocaat mr. G.J.M. Gussenhoven te Veenendaal,

tegen

de naamloze vennootschap

ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,

gevestigd te Apeldoorn,

gedaagde,

advocaat mr. A.J. Schoonen te Apeldoorn.

Partijen zullen hierna [eiser] en Achmea genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 10 december 2008

    - het proces-verbaal van comparitie van 5 februari 2009

    - het proces-verbaal van voortzetting van comparitie van 16 april 2009.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Op zaterdagochtend 21 mei 2005 heeft om ongeveer 5.20 uur op de kruising van de Wibautstraat met de Ringdijk binnen de bebouwde kom van Amsterdam een aanrijding plaatsgevonden, waarbij betrokken waren [eiser], rijdende op zijn fiets, en [taxichauffeur] (hierna te noemen: [taxichauffeur]) als bestuurder van een personenauto met het kenteken [kenteken]. [taxichauffeur] reed in zijn hoedanigheid van taxichauffeur en had drie passagiers bij zich in zijn taxi.

    2.2. De toedracht van het ongeval was als volgt. [taxichauffeur] reed op de Wibautstraat komende uit de richting van de Weesperstraat en gaande in de richting van de Gooiseweg. Ter hoogte van de kruising met de Ringdijk stak [eiser] op zijn fiets de Wibautstraat over. Vanuit het perspectief van [taxichauffeur] kwam [eiser] van links. [taxichauffeur] zag [eiser] te laat en kon een aanrijding niet meer voorkomen.

    2.3. De Wibautstraat is ter hoogte van de kruising een brede weg met drie rijbanen in iedere richting, gescheiden door een middenberm. Uit de registratieset van de politie Amsterdam-Amstelland, waarin de bijzonderheden van de plaats van het ongeval zijn beschreven, blijkt dat de weersgesteldheid ten tijde van de aanrijding droog was. Het was schemerig en de openbare wegverlichting was uit. De maximumsnelheid ter plaatse was 50 kilometer per uur.

    2.4. Uit het door de politie opgestelde proces-verbaal Verkeersongevalsanalyse (hierna: Voa) blijkt dat volgens het door de politie uitgevoerde onderzoek de taxi met een snelheid van minimaal 43 en maximaal 45 kilometer per uur de kruising is genaderd.

    2.5. De verkeerslichten op de kruising tussen de Wibautstraat en de Ringdijk waren op het moment van het ongeval uitgeschakeld, hetgeen kenbaar was door oranje knipperlichten. Het autoverkeer op de Wibautstraat had – bij uitgeschakelde verkeerslichten – voorrang op het kruisende (fiets)verkeer op de Ringdijk. Uit de foto’s en de situatietekening van de locatie van het ongeval die zich in het Voa bevinden, blijkt dat de voorrangssituatie door zogenoemde haaientanden was aangegeven op het wegdek van het fietspad waarover [eiser] de kruising opreed. [eiser] heeft aan [taxichauffeur] geen voorrang verleend.

    2.6. [eiser] heeft als gevolg van het ongeval ernstig letsel opgelopen.

    2.7. Op 21 mei 2005 is [taxichauffeur] door de politie verhoord als verdachte van overtreding van artikel 5 juncto artikel 6 Wegenverkeerswet (WVW). [taxichauffeur] heeft blijkens het proces-verbaal van dat verhoor onder meer het volgende verklaard:

    “Het was op dat tijdstip rustig op de weg en ik reed met een snelheid van tussen de 40 en 50 kilometer per uur. Ik reed vervolgens over de Wibautstraat in de richting van het Amstelstation. Gekomen ter hoogte van de Wibautstraat hoek ringdijk zag ik plotseling vanuit het niets een persoon op een fiets vanaf de linkerkant met een hoge snelheid de rijbaan van de Wibautstraat oversteken. Ik zag nog in een flits dat het een man betrof die mij op het laatste moment aankeek. Ik remde vervolgens uit volle kracht en zag in een flits dat de man met zijn hoofd mijn voorruit aan de rechterzijde raakte waardoor het voorruit indeukte. Zijn lichaam kwam tegen mijn motorkap aan. (…)

    Ik heb niet de indruk dat ik deze aanrijding had kunnen voorkomen. Het betrof hier een overzichtelijke weg en de bestuurder van de fiets is mijn vermoeden heeft mij aan zien komen rijden, maar wilde denk ik snel naar de overzijde rijden.”

    De officier van justitie is niet tot (verdere) vervolging van [taxichauffeur] overgegaan wegens het ontbreken van voldoende wettig bewijs.

    2.8. [eiser] heeft tijdens de voortzetting van de comparitie op16 april 2009 ten overstaan van de rechtbank verklaard dat hij geen herinneringen meer heeft aan het ongeval of aan de dag van het ongeval, en dat hij niet meer weet hoe het is gebeurd en wat hij heeft gedaan.

    2.9. Eén van de passagiers van de taxi, [passagier A] (hierna: [passagier A]) heeft in zijn hoedanigheid van getuige van het ongeval op 21 mei 2005 tegenover de politie onder meer het volgende verklaard:

    “Ik zat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT