Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 25 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Bestuursrecht

Vreemdelingenkamer, meervoudig

Nevenzittingsplaats Rotterdam

Reg.nr.: AWB 08/17542

V-nummer: [nummer]

Inzake: [naam], eiser,

gemachtigde mr. A.M.J.M. Louwerse, advocaat te Amsterdam,

tegen: de Staatssecretaris van Justitie, voorheen de Minister van Justitie, voorheen de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verweerder,

gemachtigde mr. C. Brand.

I Procesverloop

1 Eiser, geboren op [dag en maand] 1971, bezit de Syrische nationaliteit. Hij verblijft sinds 6 juni 1995 als vreemdeling in Nederland. Bij brieven van 30 januari 2003 en

21 december 2004 heeft eiser aandacht gevraagd voor zijn schrijnende situatie en verweerder verzocht gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid om hem een verblijfsvergunning te verlenen. Op 1 augustus 2007 heeft eiser bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag. Verweerder heeft bij besluit van 21 april 2008 het bezwaar ongegrond verklaard en de gevraagde vergunning geweigerd.

2 Op 15 mei 2008 heeft eiser tegen dit besluit (hierna: het bestreden besluit) beroep ingesteld bij de rechtbank. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

3 De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 3 maart 2009. Ter zitting is verschenen eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.

4 Aangezien het onderzoek naar het oordeel van de rechtbank niet volledig is geweest heeft de rechtbank het onderzoek heropend om nadere inlichtingen in te winnen bij verweerder over de vergunningverlening aan de medeplegers van de gijzeling waarvoor eiser is veroordeeld. Bij brief van 26 juni 2009 heeft verweerder hierop gereageerd. Eiser heeft op 10 juli 2009 op de reactie van verweerder gereageerd.

5 Nadat partijen ermee hebben ingestemd dat de rechtbank zonder nadere zitting uitspraak doet, heeft de rechtbank op 20 oktober 2009 het onderzoek gesloten.

II Overwegingen

1.1 Ingevolge artikel 14, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) wordt een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleend onder een beperking verband houdende met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan.

1.2 Ingevolge artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000), kan de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000 onder een andere beperking dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, van het Vb 2000 worden verleend, tenzij het doel waarvoor de vreemdeling in Nederland wil verblijven een zodanig verband houdt met de situatie in het land van herkomst dat voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van verweerder de indiening van een asielaanvraag als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 noodzakelijk is.

1.3 Ingevolge artikel 8:28 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover hier van belang, zijn partijen aan wie door de rechtbank is verzocht schriftelijk inlichtingen te geven, verplicht de verlangde inlichtingen te geven.

1.4 Ingevolge artikel 8:45, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank partijen en anderen verzoeken binnen een door haar te bepalen termijn schriftelijk inlichtingen te geven en onder hen berustende stukken in te zenden.

Ingevolge artikel 8:45, tweede lid, van de Awb zijn bestuursorganen, ook als zij geen partij zijn, verplicht aan het verzoek, bedoeld in het eerste lid, te voldoen. Artikel 8:29 van de Awb is van overeenkomstige toepassing.

1.5 Ingevolge artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT