Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank 's-Gravenhage, President, 30 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:President

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE

Sector Bestuursrecht

Zittinghoudende te Amsterdam

zaaknummer: AWB 08/41769 (beroep)

AWB 08/41228 (voorlopige voorziening)

V-nr: *

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter

in het geding tussen:

verzoekster /eiseres [naam], geboren [datum] in 1988, van Azerbeidzjaanse nationaliteit, hierna: eiseres,

gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars, advocaat te Amsterdam

en:

de staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. E. Nardelli, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 30 oktober 2007 heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 11 januari 2007, ontvangen op 18 januari 2007 tot verlenging van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 onder de beperking “tijdsverloop in asielprocedure” niet in behandeling genomen. Het daartegen ingestelde bezwaar, van 18 maart 2008, is bij besluit van 14 november 2008 niet-ontvankelijk verklaard. Het besluit vermeldt onder meer de rechtsgevolgen dat eiseres na bekendmaking van het besluit niet meer rechtmatig in Nederland verblijft en dat eiseres Nederland uit eigen beweging binnen 24 uur moet verlaten.

    Op 26 november 2008 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiseres ontvangen. Volgens het besluit schort het beroep de rechtsgevolgen niet op. Bij brief van 20 november 2008 is verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt de uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 november 2009. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde.

    De voorzieningenrechter/rechtbank, hierna te noemen: rechtbank, heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

  2. Feiten

  3. Eiseres is op onbekende datum samen met haar moeder [naam] en haar zus [naam] Nederland binnengereisd. Zij is op 19 september 2002 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘tijdsverloop in de asielprocedure’. Deze verblijfsvergunning is verleend met ingang van 22 april 2002, met een geldigheidsduur tot 22 april 2007. Op 11 januari 2007, ontvangen op 18 januari 2007, heeft eiseres een aanvraag tot verlenging ingediend.

  4. Op 30 januari 2007 heeft verweerder een herstel verzuim brief gestuurd omdat het aanvraagformulier niet ondertekend was. Op 21 mei 2007 heeft verweerder aan eiseres aangegeven dat zij tijdig een verlengingsaanvraag heeft ingediend en dat zij totdat op haar aanvraag beslist zou zijn, rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder g, van de Vw 2000 heeft.

  5. Bij brief van 30 juli 2007 heeft verweerder aan eiseres, haar zus en haar moeder een brief gestuurd waarin de beslistermijn werd verlengd.

  6. Bij brief van 31 juli 2007, verstuurd naar het adres [straatnaam en huisnummer] te Amsterdam, is verzocht om de betaling van de leges. De acceptgiro van 31 juli 2007 is later retour gekomen.

  7. Op 19 oktober 2007 heeft eiseres een verzoek tot afgifte van een artikel 9 brief gedaan.

  8. Bij beschikking van 30 oktober 2007 is er positief beschikt op de aanvraag van de moeder en zus van eiseres. Bij beschikking van eveneens 30 oktober 2007 is de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld wegens het niet voldoen van de leges.

  9. Bij brief van 21 november 2007 is aan eiseres meegedeeld dat haar verzoek van 19 oktober...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT