Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Assen, Sector kanton, 18 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Sector kanton

vonnis

RECHTBANK ASSEN

Sector kanton

Locatie Emmen

zaaknummer 257510 CV EXPL 09-2452

uitspraak van 18 november 2009

in de zaak van

[Werknemer],

wonende te [adres],

eisende partij

gemachtigde: mr. A.P. Hovinga

tegen

  1. de vennootschap onder firma V.O.F. BAKKERIJ [V],

    gevestigd aan [adres],

  2. [vennoot E],

    en

  3. [vennoot G],

    beiden h.o.d.n. V.O.F. Bakkerij [V], wonende aan [adres],

    en

  4. de naamloze vennootschap AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,

    gevestigd te Den Haag aan het Aegonplein 50,

    gedaagde partijen

    gemachtigde: mr. D.J. van der Kolk

    Partijen worden hierna [werknemer] en gedaagden en/of [vennoot E], [Bakkerij V]. en Aegon genoemd.

  5. De procedure

    1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

    1.2 de dagvaarding van 27 mei 2009 met producties;

    1.3 de conclusie van antwoord van 5 augustus 2009 met producties;

    1.4 de conclusie van repliek van 16 september 2009;

    1.5 de conclusie van dupliek van 14 oktober 2009.

  6. De vaststaande feiten

    2.1 De kantonrechter stelt als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.

    2.2 [werknemer], geboren op 6 september 1967 heeft op 9 december 2007 in dienst van [Bakkerij V]. als bakker tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden letsel opgelopen in de vorm van gekneusde ribben en letsel aan zijn linkerduim. Van het hem overkomen ongeval waren geen getuigen. [werknemer] heeft [Bakkerij V]. op grond van de artikelen 7:658 en 7:611 BW aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van het arbeidsongeval. [werknemer] stelt in dat verband nog steeds beperkt te zijn bij activiteiten waarbij hij zijn handen moet gebruiken en hij zou minder goed in staat zijn om zijn eigen werkzaamheden en allerlei privé activiteiten (onderhoud auto, onderhoud woning en activiteiten in en rond de huishouding) te verrichten. Naast [Bakkerij V]. heeft [werknemer] Aegon als aansprakelijkheidsverzekeraar aangesproken op basis van artikel 7:954 BW. [werknemer] heeft op 28 juli 2008 zijn werkzaamheden in de bakkerij hervat en tot op heden heeft hij niet meer verzuimd in verband met zijn duimletsel.

    2.3 In de bakkerij van [Bakkerij V]. zijn in totaal vijf werknemers werkzaam, te weten drie broodbakkers en twee inpakkers c.q. chauffeurs. Af en toe maakt de bakkerij gebruik van parttimers en de heer [vennoot E] is zelf eveneens werkzaam in de bakkerij. Belendend aan de bakkerij is de woning van [vennoot E] en zijn vrouw gelegen. De bakkerij is vanuit de woning via het kantoor dan wel via een gang inpandig bereikbaar. Daarnaast kan er vanuit de productieruimte telefonisch contact worden gelegd met de woning.

    2.4 Het bakproces in de bakkerij wordt met behulp van een aantal verschillende machines gedaan. Eerst is er een afmeetmachine, gevolgd door een opboller. Met een opboller wordt deeg tot een bol opgewerkt voor de rijskast. Daarna komt de bollenkast gevolgd door een laagmaker. Daarna komen de blikken, de rijskast en pas dan gaan de broden in de oven. Deze volgorde kan niet worden veranderd. Vanaf eind november 2007 heeft de bakkerij een occasion opboller van HOH in Hengelo (een handelsbedrijf in horeca-apparatuur en bakkerijmachines) op proef gehad. Toen de opboller werd gebracht heeft [vennoot E] de opboller samen met zijn vader, de buurman en de chauffeur van de vrachtwagen de expeditieruimte ingereden. Op een later tijdstip is de opboller vanuit het expeditieruimte naar de productieruimte verplaatst. Dit heeft [vennoot E] gezamenlijk met een werknemer uit de bakkerij gedaan. De opboller was 1.80 meter hoog, 200 kilogram zwaar, had een ronde vorm en was aan de onderzijde voorzien van drie zwenkwielen.

    2.5 In de week voorafgaande aan het [werknemer] overkomen ongeval op zondag 9 december 2007, is in overleg met de werknemers besloten om de opboller niet af te nemen en deze door de leverancier weer te laten ophalen. De opboller is – zoals altijd – op zaterdagavond (8 december 2007) schoongemaakt. [werknemer] heeft op die zaterdag niet gewerkt. Vrijdag 7 december 2007 was de laatste dag voor het ongeval dat [werknemer] werkte en op die dag werd de opboller normaal gebruikt. Toen [werknemer] op zondagavond begon met zijn werkzaamheden stond de opboller nog op de plaats waar deze op de vrijdag daarvoor ook stond. Tijdens het gebruik van de nieuwe opboller in de productieruimte, stond de oude opboller opgesteld in de expeditieruimte achter in het pand, minimaal 20 meter van de productieruimte af. Deze opboller had na de ingebruikname van de nieuwe opboller geen rol in het dagelijkse bakproces.

    2.6 Op zondagavond 9 december 2007 is [werknemer] omstreeks 20.30 uur alleen gestart met het uitvoeren van de voorbereidende werkzaamheden in de productieruimte van de bakkerij. Deze werkzaamheden houden onder meer in het opruimen van klein gereedschap, het aansluiten van de stekkers van de machines in het stopcontact en het klaarzetten van de grondstoffen voor het bereiden van het deeg. Aan de hand van de bak- en verdeellijsten, die voorafgaande aan de komst van [werknemer] door [vennoot E] op de werkbank in de bakkerij zijn neergelegd, is [werknemer] het deeg gaan bereiden. Dit gebeurt per charge van 140 kilogram in de volgende volgorde: afwegen van de grondstoffen, het kneden van het deeg, het afwegen van het deeg, het plaatsen in de opboller, het plaatsen van het opgebolde deeg in de rijskast en het plaatsen van het gerezen deeg in de opmaak-/vormmachine. Het uitvoeren van een charge duurt ongeveer 1 uur. Voor maandag 10 december 2007 dienden ongeveer 5 charges te worden uitgevoerd. De andere twee bakkers kwamen zondagnacht omstreeks 00.30 uur.

    2.7 Op 9 december 2007 omstreeks 21.30 uur hoorde [vennoot E] vanuit zijn woonkamer enorm kabaal uit de productie-/expeditieruimte. Direct heeft hij zich daarop naar deze ruimtes begeven. Daar trof hij de opboller plat op de tegelvloer aan ter hoogte van de overgang van de productie- naar de expeditieruimte. [werknemer] stond ernaast met onder meer letsel aan zijn linkerduim. [vennoot E] heeft direct hulp geboden en het alarmnummer gebeld. [werknemer] is door de ambulance naar het ziekenhuis gebracht en behandeld. Dezelfde avond is [werknemer] huiswaarts gekeerd. Op 22 mei 2008 is het topje van de duim van [werknemer] op zijn verzoek alsnog verwijderd. Bij brief van 10 juni 2008 heeft de toenmalige gemachtigde van [werknemer] [Bakkerij V]. aansprakelijk gesteld. In die brief is onder meer het volgende gesteld: Dit ongeval heeft kunnen gebeuren doordat u als werkgever onvoldoende maatregelen heeft getroffen teneinde de veiligheid van uw werknemers te waarborgen. Meer specifiek was de instructie, inhoudende dat het productieproces eerst kon worden opgestart nadat de geleende opboller was verwijderd, zodanig dat cliënt genoodzaakt was zelfstandig een machine te verwijderen die uitsluitend veilig gemanoeuvreerd kan worden door meerdere personen gezien de constructie van de machine.

    2.8 Vervolgens is uitvoerig discussie gevoerd met Aegon, de verzekeraar van [Bakkerij V].. Aegon heeft meerdere malen aangegeven geen aansprakelijkheid te erkennen en in dat verband de schademelding van [Bakkerij V]. en het rapport van de door haar ingeschakelde expert [A] aan [werknemer] ter hand gesteld. In de schademelding van 19 juni 2008 van NSP Verzekeringen aan Aegon naar aanleiding van voormelde brief van 10...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT