Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 11 de Noviembre de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Noviembre de 2009
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 11 november 2009

Zaaknummer : 200.021.910.01

Rekestnr. rechtbank : FA RK 07-3706

[verzoekster],

wonende te [woonplaats],

verzoekster, tevens incidenteel verweerster, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. H.L. van Lookeren Campagne,

tegen

[verweerder],

wonende te [woonplaats],

verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. J.J.M. Schlicher.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De vrouw is op 10 december 2008 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 12 september 2008 van de rechtbank ’s-Gravenhage. Op 30 januari 2009 heeft de vrouw een aanvulling op het beroepschrift ingediend.

De man heeft op 18 mei 2009 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

De vrouw heeft op 26 juni 2009 een verweerschrift op het incidenteel appel ingediend.

Van de zijde van de vrouw zijn bij het hof op 9 januari 2009 aanvullende stukken ingekomen.

Op 26 juni 2009 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en de man, bijgestaan door zijn advocaat. Alle aanwezigen hebben het woord gevoerd, de raadsvrouw van de man onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotitie.

Nadien zijn, volgens afspraak ter zitting, de volgende stukken bij het hof ingekomen:

-een brief van de zijde van de vrouw ingekomen op 1 juli 2009.

HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking en de beschikking van 14 januari 2008 van de rechtbank ’s-Gravenhage.

Bij de tussenbeschikking van 14 januari 2008 is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken en is voorts – voor zover in hoger beroep van belang – de zaak aangehouden met betrekking tot de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.

Bij de opvolgende – bestreden beschikking – is onder meer en uitvoerbaar bij voorraad de verrekening van de huwelijkse voorwaarden vastgesteld als volgt:

bepaalt dat de man ter verrekening van de overwaarde van de woning aan de [adres / woonplaats], een bedrag van € 105.868,05 aan de vrouw dient te voldoen, waarbij de resterende hypotheekschuld aan de man wordt toebedeeld;

bepaalt dat de man ter verrekening van het saldo van de spaarrekening van de man bij [bank A] per peildatum, aan de vrouw dient te voldoen de helft van de waarde van het spaarsaldo per 27 juni 2007, welk saldo zal blijken uit een door de man op te vragen en aan de vrouw te overleggen bankafschrift;

bepaalt dat de man ter verrekening van het saldo per 27 juni 2007 van profijtplan lijfrenteverzekering (polisnummer [X]) aan de vrouw een bedrag van € 6.079,50 dient te voldoen;

bepaalt dat de vrouw ter verrekening aan de man dient te betalen de helft van de saldi per 27 juni 2007 van de internetspaarrekening (giro [Y]), kwartaalextra-rekening en beleggingsfonds, waartoe de vrouw aan de man giro- en/of bankafschriften zal verstrekken met de saldi per 27 juni 2007;

bepaalt dat de [bank B], thans [bank A]-schuld, met leningnummer [Z] aan de man wordt toegescheiden, waarbij de vrouw ter verrekening aan de man moet betalen de helft van het saldo van deze schuld per 27 juni 2007, waartoe de man aan de vrouw verstrekt een afschrift.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht. In hoger beroep is voorts komen vast te staan:

-de echtscheidingsbeschikking is op 29 april 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

  1. In geschil is de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.

  2. Het verzoek van de vrouw strekt tot verwerping van het oordeel van de rechtbank 's-Gravenhage en tot toewijzing aan haar primair een bedrag ad € 110.807,61 en subsidiair een bedrag van € 81.377,11.

  3. De man bestrijdt het beroep van de vrouw en verzoekt de vrouw in haar verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar grieven af te wijzen met bekrachtiging van de beschikking, zonodig met verbetering en/of aanvulling van de gronden.

  4. In incidenteel appel verzoekt de man de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende –voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad – :

  5. te bepalen dat de man ter verrekening van het saldo per 27 juni 2007 van de ProfijtPolis aan de vrouw een bedrag dient te voldoen van € 3.647,70;

  6. te bepalen dat de man ter verrekening van het pand aan de [adres] een bedrag van € 84.006,95 aan de vrouw dient te voldoen, waarbij de resterende hypotheekschuld aan de man wordt toebedeeld;

  7. te bepalen dat de vrouw aan de man in het kader van de verrekening van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT