Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 21 de Julio de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Julio de 2009
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.010.609

(zaaknummer/rolnummer rechtbank 156190 HA ZA 07-878)

arrest van de eerste civiele kamer van 21 juli 2009

inzake

[appellant]

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. F.M.Y. Wertenbroek,

tegen:

Mr. Gabrielle Wilhelmina Maria Janssen,

kantoorhoudende te Zaltbommel,

in haar hoedanigheid van curator in de faillissementen van

de commanditaire vennootschap Sport Shop Actief C.V.,

(voorheen) gevestigd te Zaltbommel en

[A],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. G.W.M. Janssen.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 15 augustus 2007 en 23 januari 2008 die de rechtbank Arnhem tussen appellant (hierna ook te noemen: [appellant]) als gedaagde en geïntimeerde (hierna ook te noemen: de curator) als eiseres heeft gewezen; van die vonnissen is een fotokopie aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 [appellant] heeft bij exploot van 23 april 2008 aangezegd van het vonnis van 23 januari 2008 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van de curator voor dit hof.

    2.2 Bij memorie van grieven heeft [appellant] vijf grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht, heeft hij bewijs aangeboden en producties in het geding gebracht. Hij heeft gevorderd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende, de curator alsnog haar vorderingen zal ontzeggen, met veroordeling van de curator in de kosten van het proces aan de zijde van [appellant] gevallen in beide instanties.

    2.3 Bij memorie van antwoord heeft de curator verweer gevoerd en heeft zij bewijs aangeboden en producties in het geding gebracht. Zij heeft geconcludeerd dat het hof de aangevoerde grieven ongegrond zal verklaren, het bestreden vonnis zal bekrachtigen en [appellant] zal veroordelen in de kosten van het hoger beroep.

    2.4. Ter zitting van 22 juni 2009 heeft [appellant] zijn zaak door mr. F.M.Y. Wertenbroek, advocaat te Rotterdam, doen bepleiten, terwijl de curator zelf het woord heeft gevraagd. Mr. Wertenbroek heeft daarbij pleitnotities in het geding gebracht.

    Mr. Wertenbroek heeft ter zitting producties willen overleggen. Het hof heeft, nadat de curator daartegen bezwaar had gemaakt, deze producties geweigerd. Daartoe heeft het hof redengevend geacht dat de stukken pas ter zitting zijn overgelegd, terwijl niet valt in te zien dat deze, gelet op de datum ervan, niet al in een veel eerder stadium in het geding hadden kunnen worden gebracht en/of tijdig voor de zitting hadden kunnen worden toegezonden. Voorts heeft het hof redengevend geacht dat het hier stukken betreft die niet kort en eenvoudig te doorgronden lijken en dat de curator van die stukken niet binnen de beschikbare tijd behoorlijk heeft kunnen kennisnemen en zich daarop deugdelijk heeft kunnen voorbereiden.

    2.5. Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

  3. De vaststaande feiten

    3.1. De rechtbank heeft in haar vonnis van 23 januari 2008 onder 2.1. tot en met 2.7. feiten vastgesteld. Aangezien tegen de juistheid van die feiten geen grieven zijn gericht, zal het hof ook van die feiten uitgaan. Daaraan worden de navolgende feiten toegevoegd.

    3.2. In artikel 5 van de op 31 mei 2004 en 8 januari 2005 gesloten overeenkomsten van geldlening tussen [appellant] als schuldeiser en Sport Shop Aktief C.V. als schuldenaar is vermeld: “Schuldeiser verkrijgt van schuldenaar de in de winkel aanwezige voorraad en inventaris tot onderpand voor het beschikbaar gestelde bedrag. Schuldeiser verklaart ervan op de hoogte te zijn dat genoemde voorraden en inventaris reeds tot onderpand dienen voor het door de bank verleende bedrijfskrediet.”

    3.3. [appellant] heeft bij brieven gedateerd 15 januari 2005, 3 maart 2005 en 11 maart 2005 gecorrespondeerd met Bouwbedrijf [...] (hierna: [het bouwbedrijf]). In de door [appellant] ondertekende brief d.d. 11 maart 2005 aan [het bouwbedrijf] is vermeld: “Helaas heeft u op geen enkele wijze op onze berichten willen reageren.

    Het is jammer, want het lijken toch geen onoverkomelijke problemen, die wij hadden kunnen oplossen, hetgeen in beider belang is. Voor alle zekerheid zenden wij u alle reeds eerder toegezonden gegevens aangetekend toe, kompleet met bijlagen. Indien mogelijk, kunt u ondergetekende nog bereiken voor aanvullende info op tel.nummer 514146. (…)”

    Het vermelde telefoonnummer is het telefoonnummer van [appellant].

    3.4. In een op 27 februari 2006 opgesteld verslag van een bespreking over de financiële situatie van de Sport Shop bij de Stichting duurzaam solvabel (hierna: Stiduso), waarbij onder meer [appellant] en [A] aanwezig waren, is onder meer vermeld: “ [Appellant] heeft wel contact opgenomen met de schuldeisers van het bedrijf hetgeen buiten zijn bevoegdheden valt als commanditaire vennoot. Hierdoor komt zijn positie als commanditaire vennoot in gevaar.”

    3.5. In een e-mailbericht d.d. 4 juli 2006 van [A] aan [appellant] is vermeld: “Na veel wikken en wegen heb ik besloten om te stoppen met de winkel ik kan het niet langer aan. (…)”

    3.6. In een brief van [appellant] aan [B], d.d. 15 oktober 2006 is onder meer vermeld: “In aansluiting van de diverse gesprekken zend ik je bijgaand een concept zoals de overeenkomst kan zijn.

    (…)

    Ten aanzien van de over te nemen voorraad zijn we voorlopig overeengekomen om daar a.s. maandag ochtend (over de tijd moeten we nog even bellen.) in de winkel verdere afspraken over te maken. Dit gaat dus over welke artikelgroepen, artikelen wel/niet, ofwel gedeeltelijk in aanmerking komen voor overname en tegen welke prijs/prijzen, bovendien wanneer. Reeds gemeld is dat fitheidapparaten, schaatsen, jeu de boule, trainingspakken gewoon in de uitverkoop kunnen worden meegenomen, zeker niet zullen worden overgenomen.”

    3.7. Bij brief van 13 november 2006 heeft [appellant] aan Sport Shop Aktief C.V., ter attentie van [A], bericht:

    “Zoals reeds met je besproken, geef ik hiermede aan niet langer als Commanditaire Vennoot van Sport Shop Aktief CV verbonden te willen zijn. Ondergetekende doet dit om te vorkomen, nu dan wel in de toekomst niet onnodig en eveneens ten onrechte met problemen te maken te krijgen inzake de CV.(…) Zoals, ons beide bekend, staat het bedrag van jouw zgn. achterstallige lening aan mij voor een groot gedeelte open. Deels zal de oplossing worden gezocht in een partiële verrekening met de inventaris die mogelijk achter blijft in de winkel. (…)”

    3.8. In een brief van mr. Th.A.M.W. Willems aan de curator d.d. 1 maart 2007, is onder meer vermeld:

    “Cliënte, Bavel Brandbeveiliging B.V. in Veen heeft in 2004 een sprinklerinstallatie c.s. aangelegd in het winkelpand zodat eindejaars-vuurwerkverkoop mogelijk werd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT