Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 31 de Diciembre de 2009

Datum uitspraak31 de Diciembre de 2009
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200904636/1/V3

Datum uitspraak: 31 december 2009

Raad van State

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellante,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 22 juni 2009 in zaak nrs. 09/19017 en 09/19772 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de minister van Justitie.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 4 april 2009 heeft de ambtenaar belast met de grensbewaking [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling) de toegang tot het Schengengebied geweigerd.

    Bij besluit van 26 mei 2009 heeft de minister van Justitie (hierna: de minister) het daartegen door de vreemdeling ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.

    Bij uitspraak van 22 juni 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 29 juni 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

    De minister heeft een verweerschrift ingediend.

    Vervolgens is het onderzoek gesloten.

  2. Overwegingen

    2.1. In grief 1 klaagt de vreemdeling dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat artikel 5, vierde lid, aanhef en onder c, van de Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (hierna: de Schengengrenscode) ziet op de situatie van een vreemdeling ten tijde van aankomst in het Schengengebied. Hiertoe betoogt de vreemdeling dat ook toegang kan worden verleend vanwege humanitaire omstandigheden die na aankomst in het Schengengebied opkomen, nu een andersluidende interpretatie geen steun vindt in de tekst van de bepaling en afbreuk doet aan de bevoegdheid van de minister om een eigen afweging te maken.

    2.1.1. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Schengengrenscode, voor zover thans van belang, gelden voor onderdanen van derde landen toegangsvoorwaarden voor een verblijf van ten hoogste drie maanden per periode van zes maanden.

    Ingevolge artikel 5, vierde lid, aanhef en onder c, van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT