Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 26 de Enero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak26 de Enero de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector handel

Zaaknummer : 105.006.347/01

Rolnummer (oud) : 07/482

Zaak/rolnr. rechtbank : 250061 /HA ZA 05-2898

arrest van de negende civiele kamer d.d. 26 januari 2010

inzake

Brink Zeven B.V.

gevestigd te Hilversum,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: Brink Zeven,

advocaat: eerst mr. E.D. Drok te Rijswijk, thans mr. R.G. Snouckaert van Schauburg te 's-Gravenhage,

tegen

Aegon Levensverzekering N.V.,

gevestigd te 's-Gravenhage,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: Aegon,

advocaat: mr. J.C.A. Stevens te 's-Gravenhage.

Het geding

Bij exploot van 9 maart 2007 is Brink Zeven in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, sector civiel, van 13 december 2006.

Bij memorie van grieven (met producties) heeft Brink Zeven twee grieven tegen het vonnis aangevoerd.

Aegon heeft een memorie van antwoord tevens memorie van grieven in het incidenteel appel (met producties) genomen, waarin zij van haar kant vier grieven tegen het vonnis heeft aangevoerd.

Brink Zeven heeft een incidentele memorie van antwoord genomen.

Partijen hebben hun standpunten op 31 oktober 2008 mondeling doen toelichten, Brink Zeven door mr. R.G. Snouckaert van Schauburg, Aegon door voormelde advocaat, ieder onder overlegging van pleitnotities. Daarbij is door Aegon een brief met bijlagen in het geding gebracht en door Brink Zeven één van die bijlagen met daarop aantekeningen van haar kant.

Brink Zeven heeft een nadere akte (met producties) genomen waarop Aegon bij nadere antwoordakte heeft gereageerd.

Tot slot hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd. In het procesdossier van Aegon ontbreken de pleitnotities van de kant van Brink Zeven.

Beoordeling van het hoger beroep

in het principaal en incidenteel hoger beroep

  1. De rechtbank heeft onder 2.1. t/m 2.10. van het vonnis een aantal feiten vastgesteld. Daartegen is in hoger beroep niet opgekomen, zodat ook het hof daarvan uitgaat.

  2. Het gaat in deze zaak, kort gezegd en voor zover in hoger beroep van belang, om het volgende.

    2.1. Brink Zeven (tot 29 juli 1997 geheten: [A] Makelaars B.V.) heeft een in juli 1990 ondertekende collectieve pensioenverzekeringsovereenkomst gesloten met Aegon (hierna: de Verzekeringsovereenkomst).

    2.2. De Verzekeringsovereenkomst is gesloten voor 10 jaar, ingaande 1 januari 1990 en wordt nadien steeds voor 10 jaar verlengd indien zij niet tenminste zes maanden voor haar afloop bij aangetekend schrijven is opgezegd.

    De Verzekeringsovereenkomst bepaalt verder onder meer (zakelijk weergegeven) als volgt.

    1. Brink Zeven verbindt zich om de gedurende de looptijd van de Verzekeringsovereenkomst aangegane verplichtingen van pensioen of kapitaal aan Aegon ter verzekering aan te bieden.

    2. Aegon verbindt zich de door Brink Zeven conform het bij aanvang van de Verzekeringsovereenkomst geldende pensioenreglement aangevraagde verzekeringen te aanvaarden op de in de Verzekeringsovereenkomst vermelde voorwaarden.

    3. Er gelden kortingsbepalingen als vastgelegd in de bij de Verzekeringsovereenkomst behorende bijlagen ter zake van zgn. omvangskorting, rentekorting/TL-korting en vervolgkorting.

    4. Alle tussen de werkgever en de verzekeraar over en weer verschuldigde bedragen worden door Aegon geboekt in een rekening-courant waarvan het saldo steeds onmiddellijk opeisbaar is.

      Deze rekening-courant wordt door Aegon geadministreerd onder nummer 378620 (hierna: de Rekening-courant).

    5. Op de ingangsdatum is de voordien gesloten verzekeringovereenkomst met contractnummer 7862 vervallen. Op de verzekeringen die voor de ingangdatum zijn gesloten en onder hetzelfde contractnummer vallen zijn de bepalingen van de Verzekeringsovereenkomst van overeenkomstige toepassing (met enkele uitzonderingen).

      2.3. In april 1990 hebben partijen een "aanvullende overeenkomst inzake de besteding van de omvangs- en rentekortingen" gesloten (hierna: de Depotovereenkomst).

      De Depotovereenkomst bevat onder meer de navolgende bepalingen:

      1. De werkgever doet afstand van de omvangs- en rentekortingen, als hiervoren bedoeld, voor zover deze zijn vermeld op de door de verzekeraar aan hem uit te reiken prolongatienota's en zal deze op de prolongatienota's vermelde kortingen aan de verzekeraar doen toekomen.

      2. De kortingen zullen worden geboekt op een daartoe door de verzekeraar in zijn boeken geopende speciale rekening.

      (…)

      4. De verzekeraar zal het tegoed van genoemde rekening eenmaal in de drie jaar besteden ter verhoging van de pensioenrechten van de werknemers en/of hun nabestaanden over vervulde dienstjaren (waaronder tevens verstaan eventuele reeds ingegane pensioenen).

      5. Bij de in lid 4 genoemde besteding zullen de volgende regels in acht worden genomen:

      a. De reeds ingegane pensioenen en de daarbij behorende weduwen- en wezenpensioenen zullen met een gelijk percentage worden verhoogd.

      Dit percentage zal maximaal gelijk zijn aan de stijging van het ondergenoemde loonindex- c.q. van het ondergenoemde prijsindexcijfer, zo deze hoger is, ten opzichte van voorgaande meting van deze indexcijfers.

      Indien bij de vorige bestedingen door gebrek aan middelen niet het maximale cijfer kon worden toegepast, zal deze achterstand worden ingelopen, voor zover de middelen dit toelaten.

      b. Voor zover...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT