Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Hertogenbosch, 10 de Febrero de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Febrero de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Hertogenbosch

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE

Nevenzittingsplaats ’s-Hertogenbosch

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 09/17262

Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 februari 2010

inzake

[eiser]

geboren op 9 januari 1970,

nationaliteit Chinese,

eiser,

[gemachtigde]

tegen

de staatssecretaris van Justitie,

verweerder,

[gemachtigde]

Procesverloop

Bij brief van 16 mei 2008 heeft eiser bij verweerder bezwaar gemaakt in verband met het uitblijven van een aanbod voor een verblijfsvergunning op grond van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (hierna: Ranov).

Verweerder heeft dit bezwaar van eiser bij besluit van 8 mei 2009 ongegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder eiser medegedeeld dat hij de behandeling van een in te dienen beroepschrift niet in Nederland mag afwachten.

Eiser heeft op 13 mei 2009 tegen dit besluit beroep ingesteld en tevens de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen die er toe strekt dat uitzetting van eiser achterwege wordt gelaten totdat uitspraak zal zijn gedaan op het beroep. Dit verzoek is geregistreerd onder zaaknummer AWB 09/17263.

De zaak is behandeld op de zitting van 23 november 2009, waar eiser is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.

Overwegingen

  1. De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van de volgende feiten.

    Eiser heeft op 17 februari 1998 voor het eerst aanvragen om toelating als vluchteling en om een vergunning tot verblijf ingediend, welke aanvragen bij besluit van verweerder van diezelfde datum zijn afgewezen.

    Bij brief van 14 mei 2008 heeft verweerder eiser een zogenoemde (concept)minuut toegezonden waaruit blijkt dat verweerder eiser niet in aanmerking wil laten komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Ranov.

  2. Volgens verweerder komt eiser niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van de Ranov, omdat is gebleken dat hij in verschillende procedures verschillende identiteiten heeft opgegeven, waarvan in rechte is vastgesteld dat hieraan geen geloof kan worden gehecht. Derhalve voldoet eiser volgens verweerder niet aan de voorwaarden van het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire (WBV) 2007/11 inzake de Ranov. Volgens verweerder houdt het begrip "in rechte vaststaand" niet in dat ter zake een rechterlijk oordeel moet zijn gegeven, maar is voldoende dat de vreemdeling de mogelijkheid heeft gehad een oordeel in rechte te verkrijgen over de tegenwerping dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT