Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 15 de Septiembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Septiembre de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 439094 / HA ZA 09-3110

Vonnis van 15 september 2010

in de zaak van

MR. FLORIS PIETER GABRIËL DIX,

in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] Sport en Media Nuenen B.V.,

wonende te St. Michielsgestel,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. S. Koerselman,

tegen

de naamloze vennootschap

ING BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. S.R. Hendriksen.

Partijen zullen hierna de curator en ING genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding van 9 september 2009 met producties;

    - de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties;

    - het tussenvonnis van 6 januari 2010, waarin een comparitie van partijen is gelast;

    - de conclusie van antwoord in reconventie;

    - het proces-verbaal van comparitie van 5 maart 2010.

    1.2. In verband met de aard van de zaak is deze na de comparitie verwezen naar de meervoudige kamer.

    1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Op 23 juli 2007 heeft Postbank N.V., als rechtsvoorgangster van ING (hierna Postbank) aan [A] Sport en Media Nuenen B.V. (hierna [A]) een offerte gestuurd voor een kredietfaciliteit van € 58.000. In deze kredietofferte, waarin Postbank als kredietgever en [A] als kredietnemer is aangeduid, is – onder meer – het volgende bepaald:

    “Zekerheden: voor al hetgeen de Kredietnemer aan de Kredietgever schuldig is of wordt, gelden de volgende zekerheden:

    Nog te vestigen zekerheden: Verpanding Bedrijfsactiva:

    Tot zekerheid van al hetgeen de Kredietnemer schuldig is of wordt aan de Kredietgever, verpandt de Kredietnemer hierbij, voor zover nodig bij voorbaat, aan de Kredietgever, die deze verpanding aanvaardt, alle huidige en toekomstige Bedrijfsactiva zoals omschreven in de Algemene Bepalingen van Pandrecht, voor zover niet eerder aan de Kredietgever verpand; deze Bedrijfsactiva omvatten in ieder geval de Bedrijfsuitrusting, Tegoeden, Vorderingen en Voorraden behorende tot het bedrijf van de Kredietnemer. Tevens verbindt de Kredietnemer zich om aan de Kredietgever te verpanden al zijn toekomstige vorderingen die hij op derden – uit welken hoofde ook – zal verkrijgen uit ten tijde van deze verpanding nog niet bestaande rechtsverhoudingen.

    Overige bepalingen Voor zover daarvan in deze offerte niet is afgeweken, zijn op deze Kredietfaciliteit van toepassing:

    * De Algemene Bepalingen van Kredietverlening

    Voor zover daarvan in deze offerte en in de Algemene Bepalingen van Kredietverlening niet is afgeweken:

    * Voorwaarden Postbank

    * De Algemene Bepalingen van Pandrecht”

    Aan het slot van de kredietofferte is bepaald:

    “De Kredietfaciliteit wordt vrijgegeven zodra de offerte is getekend, de zekerheden zijn gevestigd en aan de bijzondere bepalingen is voldaan.

    Als u akkoord bent met de inhoud van deze offerte, verzoeken wij u een exemplaar van deze offerte getekend retour te zenden. Door ondertekening verklaart u een exemplaar van de Algemene Bepalingen van Kredietverlening en Voorwaarden Postbank en voor zover van toepassing, de Algemene Bepalingen van Pandrecht te hebben ontvangen.”

    Onder de voor ondertekening bestemde ruimte is de volgende opsomming opgenomen:

    “Bijlagen:

    Algemene Bepalingen van Kredietverlening

    Voorwaarden Postbank

    Algemene Bepalingen van Pandrecht”

    2.2. In de Algemene Bepalingen van Kredietverlening zoals door Postbank gehanteerd (hierna ABK) is – onder meer – het volgende vermeld:

    “14.1 Alle kosten die voor de Bank uit de Overeenkomst voortvloeien in verband met de handhaving en de uitoefening van de rechten van de Bank en de invordering van de verschuldigde bedragen, zoals alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, daaronder mede begrepen de kosten van deskundigen, zoals advocaten, accountants en adviseurs komen voor rekening van de Kredietnemer.”

    2.3. In de Algemene Bepalingen van Pandrecht zoals door Postbank gehanteerd (hierna ABP) is – onder meer – het volgende bepaald:

    “Artikel 1. Begripsbepalingen

    e. Bedrijfsactiva:

    alle tot het bedrijf behorende goederen waaronder begrepen maar niet beperkt tot […] Vorderingen […].

    h. Pandgever

    degene(n) die, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, Bedrijfsactiva aan de Bank heeft (hebben) verpand of zal (zullen verpanden).

    m. Vorderingen

  3. alle vorderingen van de Pandgever op derden uit hoofde van geleverde goederen, verrichte diensten, geleende gelden, (bank)tegoeden, provisies, verleende licenties, gesloten of te sluiten aannemingsovereenkomsten, huur- of huurkoopovereenkomsten, pachtovereenkomsten, ten gunste van de Pandgever gestelde (bank)garanties of letters of credit of uit welke andere overeenkomsten of uit welken andere hoofde ook.”

    en

    “2.4 Voor rekening van de Pandgever komen de kosten van de Akte en alle andere kosten waartoe hetgeen met de Bank is overeengekomen te eniger tijd aanleiding kan geven, zoals kosten van alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en bijstand die de Bank nodig mocht achten tot handhaving en uitoefening van haar rechten.”

    en

    “7.11 De Pandgever verleent hierbij aan de Bank de onherroepelijke volmacht om de door de Bank te bepalen Vorderingen aan zichzelf te verpanden tot zekerheid van het verschuldigde.”

    De in artikel 7.11 van de ABP opgenomen volmacht wordt hierna aangeduid als: de volmacht.

    2.4. De kredietofferte van 23 juli 2007 is namens [A] door de heer [B] en de heer [A] ondertekend en geretourneerd. Na ondertekening namens Postbank heeft Postbank de getekende offerte op 2 augustus 2007 geregistreerd bij de Inspectie der Registratie en Successie van de Belastingdienst.

    2.5. Op 5 juni 2008 heeft Postbank [A] een offerte gestuurd ter verhoging van de bestaande faciliteit van € 58.000 tot een bedrag van € 125.000, waarin is opgenomen dat de reeds overeengekomen voorwaarden en condities ongewijzigd van kracht blijven tenzij in die offerte anders zou worden bepaald. In deze offerte zijn – onder meer – dezelfde bewoordingen opgenomen als hiervoor onder 2.1 zijn geciteerd.

    2.6. De kredietofferte van 5 juni 2008 is namens [A] door de heer [B] en de heer [A] ondertekend en geretourneerd. Na ondertekening namens Postbank heeft zij deze getekende offerte op 16 juni 2008 geregistreerd bij de Inspectie der Registratie en Successie van de Belastingdienst.

    2.7. Als gevolg van een juridische fusie (met Postbank als verdwijnende entiteit en ING als verkrijgende entiteit) is ING begin 2009 in de plaats van Postbank getreden als wederpartij van [A] in het kader van de kredietverlening.

    2.8. Op 7 april 2009 heeft ING een zogenoemde verzamelpandakte (hierna de verzamelpandakte) bij de Inspectie der Registratie en Successie van de Belastingdienst geregistreerd. In de verzamelpandakte is – onder meer – het volgende vermeld.

    “ING Bank N.V., hierna te noemen: “de Bank”, handelend zowel voor zich, als op basis van volmacht in naam van ieder van de hieronder omschreven Pandgevers

    [...]

    verklaart als volgt;

    Artikel 1

    In deze akte wordt verstaan onder:

    “Pandgever”: iedere natuurlijke persoon, rechtspersoon of andere juridische entiteit, al dan niet in hoedanigheid van Kredietnemer, die de Bank volmacht heeft gegeven tot verpanding van vorderingen […].

    “Volmachtgoederen”: alle huidige en toekomstige vorderingen van een Pandgever […] ten aanzien waarvan de Bank op basis van volmacht de bevoegdheid heeft om deze aan zichzelf te verpanden.

    Artikel 2

    De Bank geeft hierbij namens ieder van de Pandgevers alle Volmachtgoederen van die Pandgever aan de Bank in pand. De Bank aanvaardt deze verpanding.

    […]

    Artikel 4

    De verpanding omvat, zonder daartoe te zijn beperkt, alle vorderingen die de Pandgever op het tijdstip van vestiging van het pandrecht op basis van de onderhavige volmacht heeft of rechtstreeks zal verkrijgen uit een dan al bestaande rechtsverhouding en die – thans of achteraf – met behulp van diens administratie of op welke wijze dan ook kunnen worden vastgesteld.”

    2.9. [A] is bij vonnis van 14 april 2009 door de rechtbank ’s-Hertogenbosch in staat van faillissement verklaard, waarbij mr. F.P.G. Dix als curator is aangesteld.

    2.10. Bij brief van 24 april 2009 heeft ING de curator onder meer bericht dat zij een pandrecht heeft op vorderingen van [A] op derden en heeft zij het volgende voorstel gedaan:

    “Wij stellen voor dat u en ING tot nader order de debiteuren voorshands niet zullen aanschrijven […]. Dit voorstel geldt onder de aanname dat u ten opzichte van ING de debiteuren als aangeschreven beschouwt. Onder verwijzing naar ons pandrecht op de debiteuren zullen debiteuren betalingen op andere rekeningen dan die van uw curandus bij ING zonder omslag in de boedelkosten integraal worden doorgeleid naar ING in mindering op onze vordering. […] Graag vernemen wij van u […] of de boedel mogelijkheden ziet [...] de inning van de aan ons verpande debiteuren ter hand te nemen […] tegen een boedelbijdrage op basis van de separatistenregeling.”

    2.11. In zijn reactie d.d. 4 mei 2009 heeft de curator onder meer aan ING geschreven dat hij – kort gezegd – het pandrecht van ING op debiteurenvorderingen van [A] betwist en heeft hij het volgende tegenvoorstel gedaan:

    “[…] dat de curator [...] over ga[at] tot incasso van de debiteuren onder de volgende voorwaarden. […] De opbrengsten van de incasso zullen worden gesepareerd op de rekening Derdengelden van mijn kantoor [...]. Indien komt vast te staan dat het pandrecht [...] niet rechtsgeldig is gevestigd, komen de opbrengsten volledig toe aan de boedel. Indien en voorzover zou komen vast te staan dat de bank desalniettemin toch een rechtsgeldig pandrecht heeft op de vorderingen, zal de curator een boedelbijdrage ontvangen van 10% van de bruto-opbrengsten conform de separatistenregeling met een minimum van € 10.000.”

    2.12. ING heeft gereageerd bij fax van 12 mei 2009 aan de curator. In deze fax is, naast een onderbouwd betoog over de rechtsgeldigheid...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT