Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 6 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

Vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

Vonnis van 6 april 2011

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 207663 / HA ZA 10-2198 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PROMOCEAN THE NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaten mrs. J. Bedaux en I.S. Oosterhoff, beiden te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TRIENTALIS INVESTMENTS B.V.,

gevestigd te Lunteren,

gedaagde,

advocaat mr. C.J. van Dijk te Ede,

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 207665 / HA ZA 10-2199 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PROMOCEAN THE NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaat mrs. J. Bedaux en I.S. Oosterhoff, beiden te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LIDDOK B.V.,

gevestigd te Lunteren,

gedaagde,

advocaat mr. C.J. van Dijk te Arnhem.

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 207665 / HA ZA 10-2200 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PROMOCEAN THE NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaten mrs. J. Bedaux en I.S. Oosterhoff, beiden te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

XLR8 B.V.,

gevestigd te Lunteren,

gedaagde,

advocaat mr. C.J. van Dijk te Arnhem.

Partijen zullen hierna Promocean, Trientalis, Liddok en XLR8 genoemd worden.

De procedure in de zaken 10-2198 en 2199

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de tussenvonnissen van 26 januari 2011

- het proces-verbaal van comparitie van 28 februari 2011.

Daarna is vonnis bepaald.

De procedure in de zaak 10-2200

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 26 januari 2011

- het proces-verbaal van comparitie van 28 februari 2011

- de akte wijziging van eis.

Daarna is vonnis bepaald.

De vaststaande feiten

In de zaken 10-2198 en 2199

1.1. Promocean heeft in verband met door haar gepretendeerde vorderingen op [ ] [betrokkene] op 21 augustus 2009 van de voorzieningenrechter te Utrecht verlof gekregen om ten laste van [betrokkene] conservatoir derdenbeslag te leggen onder Trientalis en Liddok.

De beslagen zijn op 25 augustus 2009 gelegd en op 2 september 2009 zijn de processen-verbaal van beslaglegging overbetekend.

1.2. Op het formulier “verklaring derdenbeslag”, waarop namens Trientalis de verklaring als bedoeld in artikel 476b Rv is gedaan, staat onder meer dat tussen Trientalis en [betrokkene] de volgende rechtsverhouding bestaat: ‘Aandeelhouder” en op de vraag naar de aan de schuldenaar ([betrokkene]) verschuldigde bedragen is ingevuld: ‘± nihil’. De verklaring is op 12 oktober 2009 ingevuld en ondertekend door [ ] [betrokkene], ‘directeur/eigenaar’.

1.3. Op het formulier “verklaring derdenbeslag”, waarop namens Liddok de verklaring als bedoeld in artikel 476b Rv is gedaan, staat onder meer dat tussen Liddok en [betrokkene] de volgende rechtsverhouding bestaat: ‘indirect aandeelhouder’ en op de vraag naar de aan de schuldenaar ([betrokkene]) verschuldigde bedragen is ingevuld: “Liddok heeft eind aug ’09 een schuld van € 11.000,-- aan [ ] [betrokkene]’. De verklaring is op 12 oktober 2009 ingevuld en ondertekend door [ ] [betrokkene].

1.4. De aandeelhouder van Liddok is Trientalis en de aandeelhouder en bestuurder van Trientalis is [betrokkene].

1.5. De eis in de hoofdzaak waarvoor de voormelde beslagen zijn gelegd is door Promocean (en drie andere eisers, te weten Promocean GmbH, Promocean France en Promocean Spain) tijdig bij de rechtbank Arnhem aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 november 2009. Daarin zijn [betrokkene], Trientalis en Liddok als gedaagden betrokken. Voor zover hier van belang heeft Promocean gevorderd:

  1. Trientalis te veroordelen aan haar te betalen € 219.707,75 met rente,

  2. Liddok te veroordelen aan haar te betalen€ 152.495,63 met rente,

  3. [betrokkene] te veroordelen aan haar te betalen in totaal € 1.419.364,-- met rente,

  4. te verklaren voor recht dat [betrokkene] gehouden is aan Promocean te voldoen de bedragen waartoe Liddok en Trientalis zijn veroordeeld, indien en voor zover Liddok en Trientalis niet binnen veertien dagen na het incidentele vonnis voldoen aan die veroordelingen,

  5. indien en voor zover Trientalis, Liddok en [betrokkene] niet binnen acht dagen na het incidentele vonnis voldoen aan datgene waartoe zij veroordeeld zijn, de veroordeling van ieder van hen om inzicht te verschaffen in al hun voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

    1.6. In de voormelde procedure hebben Promocean en de overige eisers tevens een incidentele vordering ingesteld. Zij hebben gevorderd dat de rechtbank een voorlopige voorziening voor de duur van het geding zal treffen, inhoudende, voor zover het Promocean betreft en voor zover van belang:

  6. de veroordeling van Trientalis aan haar te betalen (na vermindering van eis) € 173.264,-- met rente,

  7. de veroordeling van Liddok aan haar te betalen € 132.546,-- met rente,

  8. de veroordeling van [betrokkene] aan haar te betalen € 1.241.983,42 met rente,

  9. indien en voor zover Trientalis, Liddok en [betrokkene] niet binnen acht dagen na het incidentele vonnis voldoen aan datgene waartoe zij veroordeeld zijn, de veroordeling van ieder van hen om inzicht te verschaffen in al hun voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

    1.7. Bij vonnis in het incident van 7 juli 2010 heeft de rechtbank [betrokkene] uitvoerbaar bij voorraad voor de duur van het geding veroordeeld tot betaling aan Promocean van een bedrag van in totaal € 808.687,42, vermeerderd met rente (5.1, 5.3 en 5.8 t/m 5.10 van het dictum). Trientalis en Liddok zijn bij dat vonnis veroordeeld aan Promocean te betalen bedragen van respectievelijk € 173.264,-- (5.4 van het dictum) en € 157.622,47 (5.6 van het dictum), telkens met wettelijke met rente. Voor het geval Trientalis en Liddok gedurende meer dan acht dagen in gebreke blijven aan deze veroordelingen te voldoen, is [betrokkene] veroordeeld tot betaling van € 173.264,-- respectievelijk € 132.456,-- aan Promocean (5.5 en 5.7 van het dictum), vermeerderd met rente. De vordering van Promocean sub 1.6 onder d heeft de rechtbank afgewezen (rechtsoverwegingen 4.60 t.m 4.62).

    Tot op heden is € 27.000,-- door Promocean ontvangen in verband met de veroordelingen in voornoemd vonnis.

    1.8. Het vonnis is op 28 juli 2010 aan onder andere [betrokkene], Trientalis en Liddok betekend, waarbij hen bevel tot betaling is gedaan en hen is aangezegd dat de conservatoire beslagen in executoriale beslagen zijn overgegaan.

    1.9. Bij brieven van 6 september 2010 heeft (de advocaat van) Promocean Trientalis en Liddok gesommeerd hun onder 1.2 en 1.3 bedoelde verklaringen aan te vullen of te verbeteren. Daarop heeft Promocean niets van Trientalis en Liddok vernomen.

    In de zaak 10-2200

    1.10. Promocean heeft in verband met door haar gepretendeerde vorderingen op Trientalis op 21 augustus 2009 verlof verkregen van de voorzieningerechter te Utrecht tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van Trientalis onder XLR8. Het beslag is op 25 augustus 2009 gelegd en op 2 september 2009 overbetekend.

    1.11. Op het formulier “verklaring derdenbeslag” waarop namens XLR8 de verklaring als bedoeld in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT