Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Haarlem, 17 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Haarlem

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

Nevenzittingsplaats Haarlem

zaaknummer: AWB 11 / 4257

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 17 augustus 2011

in de zaak van:

[eiseres],

geboren op [geboortedatum], van Iraanse nationaliteit,

eiseres,

gemachtigde: mr. K. Ross, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de minister voor Immigratie en Asiel,

verweerder,

gemachtigde: mr. M. Erik, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te

’s-Gravenhage.

  1. Procesverloop

    1.1 Eiseres heeft op 18 mei 2006 een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verweerder heeft de aanvraag bij besluit van 9 augustus 2007 ingewilligd en eiseres met ingang van 19 mei 2006 in het bezit van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vreemdelingenwet 2000 (Vw), geldig tot 19 mei 2011.

    1.2 Bij besluit van 11 januari 2011 heeft verweerder de verblijfsvergunning ingetrokken, Eiseres heeft tegen het besluit beroep ingesteld.

    1.3 De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 15 juni 2011. Eiseres is verschenen, bijgestaan vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

  2. Overwegingen

    2.1 Allereerst voert eiseres aan dat zij niet in de gelegenheid is gesteld een schriftelijke zienswijze uit te brengen, aangezien zij het voornemen niet heeft ontvangen.

    2.2 In paragraaf C18/1 Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) is, onder meer, het volgende beleid neergelegd. Op grond van artikel 41, eerste lid, Vw, is de voornemenprocedure ook van toepassing als het een intrekking van een verblijfsvergunning asiel betreft. De procedure zoals beschreven in artikel 3.116 Vreemdelingenbesluit 20000 (Vb) (zie C15/3) is van toepassing. Personen die in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning beschikken doorgaans niet meer over een gemachtigde of raadsman. De kennisgeving van het voornemen om de verleende verblijfsvergunning in te trekken, dient daarom in beginsel aangetekend naar het laatst bekende adres van de vreemdeling te worden verzonden (zie C16/3.2.2).

    2.3 In paragraaf C15/3 Vc is, onder meer, het volgende opgenomen. Indien er geen gemachtigde bekend is, wordt het voornemen aangetekend met ontvangstbevestiging aan het laatst bekende adres van de asielzoeker verzonden. Als het voornemen aan de IND wordt geretourneerd omdat het niet is opgehaald, controleert de IND of het naar het juiste adres is verzonden, en of de vreemdeling niet is verhuisd. Zonodig wordt het voornemen opnieuw verzonden. De IND kan de vreemdelingenpolitie verzoeken een adrescontrole te laten uitvoeren. In een rapport van bevindingen legt de IND vast welke pogingen zijn ondernomen om het voornemen aan de vreemdeling kenbaar te maken.

    2.4 Uit de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT