Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 27 de Septiembre de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 27 de Septiembre de 2011 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [plaats],
VERZOEKER,
advocaat: mr. D.J.P. van Barneveld te Arnhem,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [plaats],
VERWEERSTER,
advocaat: mr. M.N. van Hasselt te Amsterdam.
-
Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna [Verzoeker] en [Verweerster] genoemd.
[Verzoeker] heeft bij verzoekschrift en onder overlegging van producties, per brief ingekomen ter griffie van het hof op 27 april 2011, het hof verzocht te bevelen dat – in het kader van een bij dit hof tussen [Verzoeker] en [Verweerster] aanhan-gig geding in hoger beroep - een voorlopig getuigenverhoor zal worden gehouden. In aanvulling op zijn verzoekschrift heeft [Verzoeker], bij brief ingekomen ter griffie van het hof op 23 mei 2011, aanvullende producties overgelegd.
[Verweerster] heeft bij verweerschrift met productie, ingekomen ter griffie van het hof op 6 juli 2011, zich ten aanzien van het verzoek van [Verzoeker] gerefereerd aan het oordeel van het hof. Daarbij heeft [Verweerster] een voorwaardelijk zelfstandig verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor inge-diend.
Op 6 september 2011 heeft de mondelinge behandeling van het ho-ger beroep plaatsgevonden.
Vervolgens is de behandeling van de zaak gesloten en uitspraak bepaald.
-
De beoordeling
2.1 Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft [Verzoeker] – kort samengevat – het volgende aangevoerd. Bij het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2010 in de zaak met zaak- en rolnummer 437998/HA ZA 09-2945 is [Verweerster] onder meer ver-oordeeld om een bedrag van € 0,15 per verkochte [product] (hier-na ook: het product) over de periode van 1 december 2008 tot en met 24 juli 2009 aan [Verzoeker] te betalen. Bij brief van 3 december 2010 heeft [adviesbureau] een verklaring afgegeven, inhoudende dat [Verweerster] in de hiervoor genoemde periode in totaal 576.672 producten heeft verkocht, waardoor [Verzoeker] recht heeft op een bedrag van € 86.500,80. Volgens [Verzoeker] heeft hij, onder andere vanwege eerdere ervaringen, gegronde redenen om te twijfelen aan de juistheid van de door [adviesbu-reau] genoemde aantallen verkochte producten. [Verzoeker] heeft [Verweerster] daarom verzocht medewerking te verlenen aan een boekenonderzoek door een onafhankelijke accountant, welk verzoek door [Verweerster] is afgewezen. [Verzoeker] wenst thans door middel van een voorlopig getuigenverhoor vast te stellen...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT