Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 22 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.085.544

arrest van de achtste kamer van 22 mei 2012

in de zaak van

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. B.P.A. van Beers,

tegen:

LOGICX BERGING B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. R. Willemsen,

op het bij exploot van dagvaarding van 21 februari 2011 ingeleide hoger beroep van de door de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom gewezen vonnissen van 12 mei 2010 en 24 november 2010 tussen appellant - [appellant] - als eiser in conventie/verweerder in reconventie en geïntimeerde - Logicx - als gedaagde in conventie/eiseres in reconventie.

  1. Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 555399 CV EXPL 09-5107)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven met producties heeft [appellant] zeven grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van de vonnissen waarvan beroep en, kort gezegd, tot veroordeling van Logicx tot betaling van

    primair: € 351.439,01, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2011 en met de wettelijke verhoging over € 288.685,77,

    subsidiair: € 40.072,43, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2011 en met de wettelijke verhoging,

    meer subsidiair: € 22.168,42, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2009 en de wettelijke verhoging,

    een en ander met veroordeling van Logicx in de kosten van beide instanties.

    2.2. Bij memorie van antwoord met productie heeft Logicx de grieven bestreden.

    2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd - in het procesdossier van Logicx ontbreekt de akte met producties d.d. 22 juli 2009 van [appellant] - en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

  4. De beoordeling

    4.1. De feiten en het geschil

    1. Logicx, een volle dochter van ANWB B.V., heeft 20 vestigingen en levert vervangend vervoer, berging en transport bij ongevallen op de weg in Nederland en daarbuiten. Logicx verleent in het kader van haar bergingswerkzaamheden een 24-uursservice aan haar opdrachtgevers, waarbij het bergingsvoertuig binnen een bepaalde richttijd ter plekke van het ongeval/pechgeval dient te zijn.

    2. [appellant], geboren op [geboortedatum] 1958, is met ingang van 4 oktober 2003 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden van (een rechtsvoorganger van) Logicx. Hij was laatstelijk werkzaam in de functie van bergingschauffeur voor 19 uur per week tegen een maandsalaris van € 1.153,57 bruto, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. [appellant] werkte gewoonlijk in [vestigingsplaats A.]. [appellant] verrichtte geen zgn. I(ncident) M(anagement)- werkzaamheden op de snelweg in opdracht van Rijkswaterstaat, waarbij het bergingsvoertuig gegarandeerd binnen 20 minuten ter plaatse moet zijn.

    3. De overgang van de onderneming van de rechtsvoorganger van Logicx, waar [appellant] in dienst was, door Logicx tengevolge van een fusie, heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2006.

    4. Naar aanleiding van een tussen Logicx en [appellant] ontstane conflictsituatie is de arbeidsovereenkomst op pro-forma-verzoek van Logicx ontbonden per 1 januari 2009.

    5. Op de genoemde arbeidsovereenkomst is de in de relevante periode van week 9 van 2005 tot 1 januari 2009 CAO Metaal en Techniek Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (hierna: de CAO) van toepassing.

      In artikel 42 CAO is de betaling van overuren geregeld en in artikel 42a CAO de betaling van de uren buiten het dagvenster.

    6. In januari 2007 zijn binnen Logicx de met de vakbonden overeengekomen “Aanvullende regelingen arbeidsvoorwaarden Logicx Berging BV” van kracht geworden die gelden in aanvulling op de arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de CAO (prod. 17 cva/cve) en die voorzien in onder meer een piketvergoeding.

    7. De hiervoor bedoelde arbeidsovereenkomst is destijds mondeling gesloten. Verschillende versies van door (de rechtsvoorganger van) Logicx in de loop van de tijd aangeboden schriftelijke arbeidsovereenkomsten zijn niet door [appellant] getekend.

    8. [appellant] werkte op eigen verzoek ’s avonds en in de weekenden. Aan [appellant] is minimaal 19 uur per week uitbetaald, ook indien hij minder uren werkte. Daadwerkelijk gewerkte uren boven de 19 uur per week zijn als overuren met toeslagen uitbetaald.

    9. [appellant] heeft in eerste aanleg in conventie betaling gevorderd van € 529.161,87, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 466.992,92 vanaf 1 juli 2009 en met 50% wettelijke verhoging, alsmede afgifte van een getuigschrift aan hem. Logicx heeft erkend een bedrag van € 22.168,42 bruto aan [appellant] verschuldigd te zijn wegens verrichte piketdiensten na 1 januari 2007 (Aanvullende regelingen arbeidsvoorwaarden) en vergoeding voor verschoven uren (art. 43 CAO). Logicx heeft in reconventie afgifte gevorderd van goederen.

    10. De kantonrechter heeft bij eindvonnis in conventie de vordering van [appellant] tot afgifte van een getuigschrift toegewezen en de vordering – gezien hetgeen daaraan ten grondslag is gelegd - voor het overige afgewezen, waarbij hij [appellant] heeft veroordeeld in de proceskosten. De vordering van Logicx in reconventie heeft de kantonrechter toegewezen onder compensatie van de proceskosten.

      4.2. Omvang van het hoger beroep

      4.2.1. Uit de weergave van de vordering in hoger beroep onder 2.1, afgezet tegen de onder 4.1 sub h weergegeven vordering in eerste aanleg, blijkt dat [appellant] zijn eis in hoger beroep heeft gewijzigd. Hij heeft zijn vordering wegens achterstallig loon verminderd en bovendien gewijzigd in een primaire, subsidiaire en meer subsidiaire vordering. Verder heeft hij heeft de grondslagen van zijn vordering, zoals in het navolgende nog ter sprake zal komen, gewijzigd.

      4.2.2. In hoger beroep zijn de vordering van [appellant] tot afgifte van een getuigschrift en de vordering van Logicx in reconventie tot de afgifte van goederen niet meer aan de orde.

      4.2.3. Als grieven worden aangemerkt alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak behoort te worden vernietigd, waarbij vereist is dat die gronden voldoende kenbaar zijn. De enkele vermelding in de memorie van grieven dat [appellant] het geschil in volle omvang aan het hof wenst voor te leggen is niet voldoende om aan te nemen dat enig door [appellant] niet vermeld geschilpunt naast andere wel door hem nader omlijnde bezwaren, in hoger beroep opnieuw aan de orde worden gesteld (vgl. HR 5 december 2003, LJN AJ3242).

      4.3. Arbeidstijd

      4.3.1. [appellant] stelt ter onderbouwing van zijn primaire vordering dat hij met ingang van 3 maart 2005 (week 9) 97 uur per week heeft gewerkt op basis van een dienstrooster dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT