Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Zutphen, 9 de Agosto de 2006
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 9 de Agosto de 2006 |
Uitgevende instantie: | Zutphen |
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Zitting houdende te Zutphen
Registratienummer: Awb 05/43062
Datum uitspraak: 9 augustus 2006
UITSPRAAK
op het beroep in het geschil tussen:
[eiser],
geboren op [geboorte datum]1976, van Iraakse nationaliteit,
eiser,
gemachtigde: mr. K.C. Victorian, advocaat te Arnhem,
en
DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE
verweerder,
gemachtigde: mr. M. Buisman, werkzaam bij de IND.
-
Procesverloop
Op 14 juli 1999 heeft eiser een aanvraag om toelating als vluchteling ingediend. Bij besluit van 28 april 2000, bekendgemaakt op 7 juni 2000, heeft verweerder afwijzend op deze aanvraag beslist. Bij brief van 5 juli 2000 heeft eiser tegen voormeld besluit bezwaar gemaakt en bij brief van 13 september 2000 heeft eiser een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend.
Bij uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Dordrecht, van 16 mei 2002 (Awb 00/10554) is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Bij beschikking van 27 juni 2003 is het bezwaar ongegrond verklaard. Op 24 juli 2003 heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij brief van 10 november 2004 heeft verweerder onder meer medegedeeld het besluit van 27 juni 2003 in te (zullen) trekken. Bij brief van 15 november 2004 heeft eiser het beroep ingetrokken.
Bij besluit van 26 augustus 2005 heeft verweerder het bezwaar van eiser van 5 juli 2000 opnieuw ongegrond verklaard.
Bij brief van 23 september 2005 is tegen voormeld besluit beroep ingesteld bij de rechtbank. Het beroep is behandeld ter zitting van 26 april 2006, waar eiser en zijn gemachtigde, alsmede de gemachtigde van verweerder zijn verschenen.
-
Motivering
2.1 Ter beoordeling staat of het thans bestreden besluit van 26 augustus 2005 toetsing in rechte kan doorstaan.
2.2 Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder een besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Ingevolge het tweede lid wordt onder beschikking verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van de aanvraag daarvan.
2.3 Ingevolge artikel 7:12, eerste lid, van de Awb, voor zover thans van belang, berust een beslissing op bezwaar op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld.
2.4 De rechtbank volgt eiser niet voor zover hij heeft betoogd dat de brief van 10 november 2004...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT