Hoger beroep kort geding van Gerechtshof Den Haag (Nederland), 7 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.116.784/01

Rolnummer rechtbank : 426547 / HA ZA 12-956

Arrest d.d. 7 mei 2013

in de zaak van

  1. [Appellant 1],

    wonende te [Woonplaats],

  2. [Appellant 2],

    wonende te [Woonplaats],

  3. [appellant 3],

    gevestigd te [Vestigingsplaats],

    appellanten,

    hierna respectievelijk te noemen: [appellant 1], [appellant 2], [appellant 3] en gezamenlijk [appellanten],

    advocaat: mr. A.J. van Steenderen te Rotterdam,

    tegen

    de Staat der Nederlanden (ministerie van Veiligheid en Justitie),

    zetelend te Den Haag,

    geïntimeerde,

    hierna te noemen: de Staat,

    advocaat: mr. M. Dijkstra te 's-Gravenhage.

    Het verdere verloop van het geding

    Voor het verloop van het geding tot het tussenarrest van 22 januari 2013, verwijst het hof naar dat arrest. De bij dat tussenarrest gelaste comparitie van partijen heeft op 8 maart 2013 plaatsgevonden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Ter comparitie heeft de Staat een memorie van antwoord (met producties) genomen waarin de Staat de grieven heeft bestreden, en [appellanten] een akte houdende overleggen van producties met producties.

    Vervolgens hebben partijen arrest gevraagd.

    Beoordeling van het hoger beroep

  4. De door de voorzieningenrechter in het bestreden vonnis vastgestelde feiten zijn door partijen niet bestreden, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan.

  5. Het gaat in deze zaak om het volgende.

    2.1 [appellant 1] en [appellant 2] zijn sinds 30 respectievelijk 25 jaar werkzaam als advocaat en zij zijn beiden als partner verbonden aan [appellant 3], een advocatenkantoor te […] waar thans vijftien advocaten werkzaam zijn. Het kantoor is over een periode van bijna 30 jaar betrokken bij de afwikkeling van faillissementen en surseances.

    2.2 Tussen maart 2006 en januari 2011 zijn [appellant 1] en [appellant 2] door de rechtbank Breda in ongeveer 50 faillissementen tot curator benoemd.

    2.3 Naar aanleiding van een in 2006 gehouden bespreking heeft de rechtbank Breda per e-mailbericht van 22 augustus 2006 aan [appellant 2] het volgende meegedeeld:

    Ik heb u uiteengezet dat de rechtbank dit najaar van start hoopt te gaan met een evaluatiestelsel waarin periodiek met de curatoren over en weer de gang van zaken wordt geëvalueerd waarbij ook aan de commerciële kant van de praktijk aandacht zal worden gegeven. Ik heb u ook gezegd dat er geen grond bestaat te veronderstellen dat de rechtbank wegens het niveau van het optreden van de curatoren van uw kantoor bewust zou zijn overgegaan tot minder(e) benoemingen. Integendeel, juist vanwege de bekendheid met de niet volledig gehonoreerde faillissementen van met name [appellant 1] is getracht met recente benoemingen in faillissementen met verondersteld substantieel aktief, wat compensatie te bieden.

    2.4 Bij brieven van 17 december 2007 en 17 november 2008 heeft de rechtbank Breda de faillissementscuratoren in haar arrondissement geïnformeerd over het nieuw in te voeren evaluatiesysteem, dat als doel had het opbouwen van een bestand van uitsluitend goede tot zeer goede curatoren. In deze brieven wordt de verwachting uitgesproken dat invoering van dat systeem - dat onder meer voorziet in tweejaarlijkse evaluatiegesprekken tussen de rechtbank en de curatoren - zal leiden tot een aanzienlijke verkorting van de curatorenlijst (op dat moment bestaande uit 104 curatoren), waardoor alle curatoren op regelmatige basis kunnen worden benoemd.

    2.5 Bij brief van 14 december 2009 heeft de rechtbank Breda de curatoren in haar arrondissement geïnformeerd over de geactualiseerde curatorenlijst en het benoemingsbeleid. Deze brief vermeldt voor zover hier relevant:

    Het streven van de rechtbank is om alle curatoren op de lijst met enige regelmaat te benoemen, zodat zij hun vaardigheden op peil kunnen houden en kunnen blijven investeren in kennis en kantoororganisatie.

    De regelmaat van de benoemingen is natuurlijk afhankelijk van het aanbod van zaken en het aantal curatoren op de lijst. Mocht het aanbod van zaken niet toereikend zijn, dan zal de rechtbank keuzes moeten maken, die tot uiting komen in het toedelingsbeleid.

    Hoe dit beleid in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT