Kort geding van Rechtbank Zwolle, 19 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Zwolle |
vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaaknummer / rolnummer: 204414 / KZ ZA 12-216
Vonnis in kort geding van 19 december 2012
in de zaak van
de stichting
DELTION COLLEGE,
gevestigd te Zwolle,
eiseres,
advocaat mr. W.E.M. Klostermann te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ULC VERWARMING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. B. van der Zijpp te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Deltion College en ULC genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van Deltion College;
- de pleitnota van ULC.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Onderhavig geschil heeft betrekking op de nieuwbouw van Deltion College te Zwolle. Deltion College heeft ervoor gekozen om het werk via nevenaanneming te realiseren. Na een gehouden openbare aanbesteding is het onderdeel werktuigbouwkundige en regeltechnische werkzaamheden (inclusief sprinklerinstallaties) aan ULC gegund. Op 1 november 2005 is de betreffende aannemingsovereenkomst tussen partijen gesloten (waarop de UAV 1989 van toepassing zijn verklaard). Tijdens de uitvoering van het werk is tussen partijen een geschil ontstaan, onder meer omtrent de voortgang van het werk en de daarmee samenhangende stagnatie- en inefficiencykosten.
2.2. Eind september 2009 heeft ULC bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw (hierna: de Raad) een procedure tegen Deltion College aanhangig gemaakt.
2.3. Bij scheidsrechterlijk vonnis van 15 oktober 2012 (hierna: het scheidsrechterlijk vonnis) heeft de Raad als volgt beslist:
" DE BESLISSING:
in conventie en reconventie
Arbiters, rechtdoende als goede mannen naar billijkheid;
VERKLAREN VOOR RECHT dat aanneemster (ULC, voorzieningenrechter) bouwtijdverlenging toekomt tot en met de door haar gerealiseerde opleverdata;
VEROORDELEN opdrachtgeefster (Deltion College, voorzieningenrechter) om aan aanneemster te betalen een bedrag van per saldo EUR 5.986.178,28 inclusief btw (vijf miljoen negenhonderdzesentachtigduizend honderdachtenzeventig euro en achtentwintig cent), te vermeerderen met:
- (...);
- de rente tegen de wettelijke rente voet over een bedrag van EUR 3.570.000,00 (drie miljoen vijfhonderdzeventigduizend euro) met ingang van 7 juli 2008 en de rente tegen de wettelijke rentevoet verhoogd met 2 procentpunten vanaf 5 oktober 2009 tot de dag der algehele voldoening;
- (...);
(...);
(...);
VERKLAREN dit vonnis tot zover UITVOERBAAR BIJ VOORRAAD;
WIJZEN AF het meer of anders gevorderde".
2.4. De Raad heeft, voor zover hier van belang, het volgende overwogen:
"13. Ter mondelinge behandeling van 17 juli 2012 heeft aanneemster haar eis gewijzigd, met dien verstande dat zij over het door haar in hoofdsom gevorderde bedrag naast de wettelijke rente tevens vordert de verhoging ex paragraaf 45 lid 2 UAV 1989 met 2 procentpunten vanaf twee weken na het aanhangig maken van deze arbitrage (pleitnotities (II), pagina 5).
(...).
-
stagnatie- en inefficiencykosten
131. Het door aanneemster gevorderde bedrag van EUR 4.385.761,00 exclusief btw is als volgt opgebouwd:
-
bouwtijdverlenging west, excl. gebouw E2 EUR 209.933,00
-
bouwtijdverlenging gebouw E2 EUR 99.560,00
-
bouwtijdverlenging bouwdeel oost EUR 542.056,00
-
consequenties in voorbereiding en uitvoering
tengevolge van planning revisie 8 EUR 2.151.382,00
-
bijkomende kosten EUR 1.382.830,00 +
EUR 4.385.761,00
132. Arbiters hebben geconstateerd dat opdrachtgeefster zowel in de schriftelijke stukken en ter mondelinge behandeling zich voor wat betreft het verweer tegen dit onderdeel van de vordering heeft beperkt tot het algemene verweer dat aanneemster in overwegende mate veroorzaker is van alle stagnaties, dat de stagnatie- en inefficiencyclaim buitensporig hoog is en dat stagnatiekosten en meerwerk in beginsel niet te verenigen zijn met...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT