Raadkamer van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 6 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 6 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden |
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
LOCATIE LEEUWARDEN
Beschikking d.d. 6 juni 2013 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 577b, tweede lid, en artikel 577c, zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren op [1949] te [geboorteplaats],
in de GBA ingeschreven te [woonplaats], [adres],
thans verblijvend in [verblijfplaats],
verschenen in persoon en bijgestaan door zijn advocaat mr. J.P.A. van Schaik, advocaat te Veenendaal.
De inhoud van de verzoeken
Bij verzoekschriften d.d. 20 december 2011 en 27 april 2012 vraagt verzoeker om beëindiging van de toepassing van de lijfsdwang, waarvoor dit hof bij beschikking d.d. 13 maart 2009 verlof heeft verleend.
Daarnaast vraagt verzoeker het bedrag van de hem bij arrest van dit hof d.d. 10 april 2006 opgelegde maatregel ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr), te weten betaling aan de Staat van een geldbedrag van € 1.061.225,10, thans nog openstaand € 624.695,17, kwijt te schelden dan wel te verminderen.
De ontvankelijkheid van de verzoeken
De verzoeken zijn op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
De behandeling in raadkamer
De zaak is behandeld ter openbare raadkamer van 6 maart 2013. Het hof heeft toen gehoord de advocaat-generaal, de verzoeker en zijn advocaat. Bij tussenbeschikking van 20 maart 2013 heeft het hof de behandeling van de verzoekschriften aangehouden en de oproeping bepaald van een medewerker van het CJIB. Ter openbare raadkamer van 23 mei 2013 is de behandeling van de verzoekschriften hervat; hierbij heeft het hof gehoord de advocaat-generaal, de verzoeker, zijn advocaat en mevrouw [naam], juridisch beleidsmedewerker bij het CJIB.
Daarnaast heeft het hof kennis genomen van de stukken, waaronder de verzoekschriften en de op de ontnemingszaak betrekking hebbende stukken.
De beoordeling van de verzoeken
Uit de stukken van het dossier en het verhandelde in raadkamer blijkt het volgende:
- Bij arrest van 10 april 2006, parketnummer 24-001104-02, is verzoeker veroordeeld tot betaling van € 1.061.225,10 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit arrest is onherroepelijk geworden op 13 november 2007.
- De advocaat-generaal heeft het hof verzocht verlof te verlenen tot tenuitvoerlegging van de lijfsdwang ten aanzien van verzoeker.
- Bij beschikking van 13 maart 2009, raadkamernummer 740-08, heeft het gerechtshof het gevraagde verlof verleend en de duur van de lijfsdwang...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT