Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 13 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-000107-12

Uitspraak : 13 juni 2013

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van

het gerechtshof ’s-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Maastricht van 23 december 2011 in de strafzaak met parketnummer 03-704209-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [gemeente] op [datum] 1954,

wonende te [postcode] [gemeente], [adres].

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken ter zake van de onder 1. primair ten laste gelegde oplichtingen. De eerste rechter heeft de verdachte ter zake van verduistering, meermalen gepleegd (feit 1, subsidiair) alsmede ter zake van witwassen, meermalen gepleegd (feit 2) veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De eerste rechter heeft voorts de vordering van de benadeelde partij afgewezen. Daarnaast is aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht opgelegd tot een bedrag van EUR 70.500,- (subsidiair 353 dagen hechtenis), te vermeerderen met wettelijke rente.

De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Omvang van het hoger beroep

Bij vonnis, waarvan beroep, is de vordering van de benadeelde partij [Stichting] afgewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van de niet toegewezen vordering. De vordering van de benadeelde partij in hoger beroep strekt derhalve tot betaling van EUR 70.000,-.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechter in eerste aanleg zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte met betrekking tot het onder 1. primair ten laste gelegde zal vrijspreken, en ter zake van het onder 1. subsidiair alsmede ter zake van het onder 2. ten laste gelegde zal veroordelen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Voorts dient de vordering van de benadeelde partij te worden toegewezen tot het bedrag van EUR 70.000,- met oplegging daarnaast van de schadevergoedingsmaatregel ex. artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.

Namens de verdachte is primair vrijspraak bepleit van het onder 2. ten laste gelegde. Voorts is een strafmaatverweer gevoerd door de raadsman en tot slot heeft de verdediging bepleit om niet over te gaan tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex. artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, alsook de vordering van de benadeelde partij af te wijzen.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.

Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg – ten laste gelegd dat:

  1. hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2004 tot en met 27 januari 2006 in de gemeente Kerkrade, althans in het arrondissement Maastricht, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of [persoon 4] en/of [persoon 5] en/of (één of meer) andere perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(-en), in totaal een geldbedrag van ongeveer 73.000 euro, althans een (aanzienlijk) bedrag aan geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid meegedeeld dat hij een rekening ten behoeve van de nabestaanden van de slachtoffers van een ongeval op 25 juni 2004 te Haanrade had geopend en/of zich bij deze perso(o)n(en) voorgedaan als inzamelaar van geld bestemd voor de nabestaanden van de slachtoffers van een ongeval op 25 juni 2004 te Haanrade, waardoor die perso(o)n(en) (telkens) werd(-en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;

    subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden dat:

    hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2004 tot en met 29 september 2010, in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk een geldbedrag (van in totaal ongeveer 73.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [stichting] en/of een hulpfonds ten behoeve van de nabestaanden van de slachtoffers van een ongeval op 25 juni 2004 te Haanrade, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als voorzitter van de [stichting] en/of als rekeninghouder van de ten behoeve...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT