Wraking van Rechtbank Limburg, Voorzieningenrechter, 3 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Burgerlijk recht

Datum uitspraak: 3 juni 2013

Zaaknummer : 180661 / HA RK 13-51

De meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken

in de zaak van

VOORDEELBANK B.V.,

gevestigd te Amsterdam (hierna: verzoekster),

gemachtigde mr. [[XX]] werkzaam bij AGIN Timmermans, gerechtsdeurwaarders te Bergen op Zoom,

indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van:

mr. [[Q]], rechter in deze rechtbank (hierna ook: de rechter).

  1. Het verloop van de procedure

    Op de rolzitting van 20 maart 2013 is onder andere de zaak met zaaknummer 517605 CV EXPL 13-1117 tussen de VOORDEELBANK enerzijds en [voorletters]]. [[Z]] (hierna: [[Z]]) anderzijds aan de orde geweest, waarbij [[Z]] de gelegenheid heeft gekregen om mondeling verweer te voeren tegen hetgeen in de dagvaarding is gesteld. Naar aanleiding van haar vragen is haar vervolgens uitstel verleend voor het indienen van een schriftelijk verweer.

    Op 25 maart 2013 heeft [[Z]] zich schriftelijk gewend tot verzoekster met afschrift van deze brief aan de rechtbank, sector kanton locatie Maastricht. Deze brief is door de rechtbank als verweer aangemerkt.

    Op de rolzitting van 17 april 2013 heeft de kantonrechter bepaald dat de zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 15 mei 2013 voor repliek. Daarbij heeft de kantonrechter tevens krachtens artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) aan verzoekster de opdracht gegeven haar vordering op alle onderdelen alsnog naar behoren te substantiëren, waarbij is verwezen naar artikel 21 Rv juncto artikel 85 Rv juncto artikel 11, derde lid, Rv.

    Bij faxbericht van 19 april 2013 zijn namens verzoekster aan de rechtbank schriftelijk vragen gesteld over de rolzitting van

    20 maart 2013.

    De griffier heeft deze vragen bij brief van 22 april 2013 beantwoord.

    Bij een op 2 mei 2013 ter griffie van de rechtbank Limburg ingekomen faxbericht heeft mr. [[x]] namens verzoekster verzocht om wraking van mr. [[Q]] in voornoemde zaak.

    Op 13 mei 2013 heeft de rechter de wrakingskamer meegedeeld dat hij niet in het verzoek tot wraking wenst te berusten. Hij heeft afgezien van een schriftelijke reactie onder het uitspreken van het voornemen ter zitting van de wrakingskamer te verschijnen.

    De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van de wrakingskamer op 21 mei 2013 alwaar de rechter is verschenen. De gemachtigde van verzoekster heeft laten weten in verband met een spoedzitting elders niet te zullen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT