Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 11 de Agosto de 2009

Datum uitspraak11 de Agosto de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/1166 WWB + 08/1168 WWB + 08/1917 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[Betrokkene], wonende te [woonplaats] (hierna: betrokkene),

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom (hierna: College)

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 8 januari 2008, 07/2745 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

betrokkene

en

het College

Datum uitspraak: 11 augustus 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens betrokkene heeft R.G.A.T. van Toor, wonende te Bergen op Zoom, hoger beroep ingesteld.

    Het College heeft eveneens hoger beroep ingesteld.

    Namens betrokkene is een verweerschrift ingediend. Ook het College heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juli 2009. Namens betrokkene is Van Toor verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.B. Evertz, werkzaam bij de gemeente Bergen op Zoom.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Betrokkene heeft vanaf 10 september 1993 bijstand ontvangen, laatstelijk ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB).

      1.2. Op basis van een voorlopige teruggaaf Inkomstenbelasting en Premie volksverzekeringen 2003 van de Belastingdienst, gedagtekend 15 september 2003, is aan betrokkene € 2.371,-- uitbetaald. Dit bedrag berust mede op de aan betrokkene verstrekte heffingskortingen, bestaande uit de combinatiekorting, de alleenstaande ouderkorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting. Hoewel betrokkene op de rechtmatigheidsonderzoekformulieren over de maanden september tot en met december 2003 aan het College opgave heeft gedaan van inkomsten uit de voorlopige teruggave, zijn de opgegeven inkomsten niet in mindering gebracht op haar bijstandsuitkering. Op de bijstandsuitkering van betrokkene over de maand december 2004 zijn in mindering gebracht de inkomsten bestaande uit de combinatiekorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting, maar niet de verstrekte alleenstaande ouderkorting. Bij besluit van 27 april 2006 heeft het College de over 2003 en december 2004 gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 1.740,-- netto respectievelijk € 115,08 netto van betrokkene teruggevorderd. Bij besluit van 10 april 2007 heeft het College, met wijziging van de juridische grondslag, het bezwaar tegen het besluit van 27 april 2006 ongegrond verklaard.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT