Besluit van 25 augustus 2006 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van alternatieve munitie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2006

407

Besluit van 25 augustus 2006 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van alternatieve munitie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 april 2006, nr. 2006-0000083460, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 9 van de Politiewet 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 28 april 2006, nr. W04.06.0095/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 augustus 2006, nr. 2006-0000168780, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: k. niet-penetrerende munitie: munitie die is ontworpen om bij het treffen van een persoon niet het lichaam binnen te dringen.

B

Artikel 12

wordt vernummerd tot artikel 10a.

C

Na artikel 10a wordt, onder vernummering van paragraaf 2a tot paragraaf 2b, een paragraaf ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2006 407 1

§ 2a. Niet-penetrerende munitie Artikel 11

De artikelen 7 tot en met 10a zijn niet van toepassing op het gebruik en het ter hand nemen van een vuurwapen dat is geladen met niet-penetrerende munitie.

Artikel 11

a.

Het gebruik van een vuurwapen dat is geladen met niet-penetrerende munitie is slechts geoorloofd: a. om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd wapen bij zich heeft en dit tegen personen zal gebruiken; of b. om een persoon aan te houden die zich aan zijn aanhouding, voorgeleiding of andere rechtmatige vrijheidsbeneming tracht te onttrekken of heeft onttrokken.

Artikel 11

b.

De ambtenaar waarschuwt onmiddellijk voordat hij gericht met een vuurwapen dat is geladen met niet-penetrerende munitie zal schieten, met luide stem of op andere niet mis te verstane wijze dat geschoten zal worden, indien niet onverwijld het gegeven bevel wordt opgevolgd. Deze waarschuwing blijft slechts achterwege, wanneer de omstandigheden de waarschuwing niet toelaten.

Artikel 11

c.

De artikelen 11a en 11b zijn van overeenkomstige toepassing indien de niet-penetrerende munitie wordt afgegeven met een ander hulpmiddel dan een vuurwapen.

D

In artikel 37, tweede lid, wordt «12,» vervangen door: 10a,.

E

Voor artikel 40 wordt in hoofdstuk 8 een nieuw artikel 39a ingevoegd, luidende:

Artikel 39

a.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt in overeenstemming met Onze Minister van Justitie binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het besluit van 25 augustus 2006 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van niet-penetrerende munitie (Stb. 2006, 407) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de artikelen 11 tot en met 11c in de praktijk.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Staatsblad 2006 407 2

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 oktober 2006, nr. 197.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 augustus 2006

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

Uitgegeven de negentiende september 2006

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB10418 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2006

Staatsblad 2006 407 3

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Niet-penetrerende munitie

De ontwikkeling van zogenaamde «less lethal» wapens heeft de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. Less lethal wapens zijn wapens die zodanig zijn ontworpen dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat het gebruik ervan kan leiden tot de dood van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT