Wet van 12 december 2002, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel II - overig fiscaal pakket)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

617

Wet van 12 december 2002, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel II - overig fiscaal pakket)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een aantal belastingwetten en daarmee samenhangende wetten wijzigingen, versoepelingen, bijstellingen alsmede enkele technische reparaties en aanscherpingen ter voorkoming van misbruik aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 20011 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Na artikel 1.9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.10

Begrippen reisafstand en regelmatig woon-werkverkeer.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. reisafstand: de afstand tussen de woning of verblijfplaats en de plaats van werkzaamheden gemeten langs de meest gebruikelijke weg; b. regelmatig woon-werkverkeer: het in het kalenderjaar op 60 dagen of meer reizen tussen de woning of verblijfplaats en de plaats of plaatsen van werkzaamheden, waarbij binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug wordt gereisd.

  1. Artikel 2.8, derde lid, vervalt.

  2. Artikel 3.7 vervalt.

  3. Artikel 3.15 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In het eerste lid wordt «voor 90% in aftrek» vervangen door: tot een bedrag van € 1600 niet in aftrek.

      Staatsblad 2002 617 1

    2. In het vijfde lid wordt «voor een bedrag van € 1500 niet in aftrek» vervangen door: voor 90% in aftrek.

  4. In artikel 3.20, tweede lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd: Indien uit een rittenregistratie of anderszins blijkt dat de in de eerste volzin bedoelde bestelauto naast het gebruik voor privé-doeleinden als bedoeld in het negende lid wegens regelmatig woon-werkverkeer niet overigens voor privé-doeleinden wordt gebruikt, wordt, in afwijking in zoverre van die volzin, op jaarbasis 2,5% van de waarde van de bestelauto als onttrekking in aanmerking genomen, met dien verstande dat daarbij als waarde van de bestelauto ten hoogste € 18 000 in aanmerking wordt genomen.

  5. Artikel 3.36, eerste lid, komt te luiden: 1. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat willekeurige afschrijving alleen mogelijk is indien de aangegane verplichtingen of de in het jaar gemaakte voortbrengingskosten zijn aangemeld bij Onze Minister.

  6. Artikel 3.42a, zevende lid, komt te luiden: 7. De milieu-investeringsaftrek is slechts van toepassing indien de aangegane verplichtingen of de in het jaar gemaakte voortbrengingskosten zijn aangemeld bij Onze Minister.

  7. In artikel 3.77 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

    I. Artikel 3.87 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De reisaftrek geldt bij ten minste eenmaal per week plegen te reizen tussen de woning of verblijfplaats en de plaats of plaatsen van werkzaamheden waarbij binnen een tijdsbestek van 24 uur zowel heen als terug wordt gereisd en wordt in aanmerking genomen voor de per openbaar vervoer afgelegde reisafstand, voor zover dat vervoer niet vanwege de inhoudingsplichtige plaatsvindt.

    2. Het zevende lid komt te luiden: 7. Voor de toepassing van het eerste lid pleegt de belastingplichtige in ieder geval ten minste eenmaal per week te reizen indien hij in het kalenderjaar op 40 dagen of meer van zijn woning of verblijfplaats naar de plaats of plaatsen van werkzaamheden heeft gereisd.

  8. Artikel 3.88 vervalt.

  9. In artikel 3.143, tweede lid, wordt «Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport» vervangen door: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

    L. In artikel 3.145, tweede lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd: Indien uit een rittenregistratie of anderszins blijkt dat de in de eerste volzin bedoelde bestelauto naast het gebruik voor privé-doeleinden als bedoeld in het negende lid wegens regelmatig woon-werkverkeer niet overigens voor privé-doeleinden wordt gebruikt, wordt, in afwijking in zoverre van die volzin, het voordeel op jaarbasis gesteld op 2,5% van de waarde van de bestelauto, met dien verstande dat daarbij als waarde van de bestelauto ten hoogste € 18 000 in aanmerking wordt genomen.

  10. Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

    Staatsblad 2002 617 2

    1. In het eerste lid wordt «bedraagt de ouderentoeslag 50% van de saldogrondslag, doch ten hoogste» vervangen door: bedraagt de ouderentoeslag.

    2. Het tweede lid wordt vervangen door: 2. Indien de belastingplichtige het gehele kalenderjaar dezelfde partner heeft of voor de toepassing van artikel 2.17 geacht wordt te hebben gehad, wordt voor de toepassing van het eerste lid onder saldogrondslag verstaan het gezamenlijke bedrag van de saldogrondslag van de belastingplichtige en de saldogrondslag van die partner, en wordt het in het eerste lid genoemde bedrag van € 240 166 verhoogd tot € 480 332.

    3. Op gezamenlijk verzoek van de belastingplichtige en zijn partner wordt het heffingvrije vermogen van de belastingplichtige, bedoeld in artikel 5.5, na toepassing van het eerste lid, verhoogd met de ouderentoeslag van de partner en wordt de ouderentoeslag van de partner verminderd tot nihil. Het verzoek wordt gedaan bij de aangifte van de belastingplichtige. Op het verzoek kan niet worden teruggekomen.

    Ma. In artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, wordt «enkele reisafstand» vervangen door: de afstand tussen de woning of de verblijfplaats van de bezoeker en de plaats waar de verpleging plaatsvindt gemeten langs de meest gebruikelijke weg.

  11. Aan artikel 6.18, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, toegevoegd: d. de op grond van krachtens artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten uitgevaardigde regelgeving verschuldigde bijdragen in verband met het verblijf in een instelling die op grond van artikel 8 van die wet is toegelaten om zorg te verlenen, in aanmerking genomen tot een bedrag van 25% van die bijdragen.

  12. Aan artikel 9.2 wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de berekening van de in België verschuldigde belasting en bijdragen en premies sociale zekerheid die ingevolge artikel 27 van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belastingen inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II, (Trb. 2001, 136), worden aangemerkt als ingehouden Nederlandse loonbelasting.

  13. Aan artikel 9.3, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: h. de voorheffing, bedoeld in artikel 9.2, zevende lid.

  14. Artikel 10.1 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In de eerste volzin wordt «3.15, vijfde lid» vervangen door: 3.15, eerste lid.

    2. In de derde volzin wordt «wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag» vervangen door: kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

    Staatsblad 2002 617 3

ARTIKEL II

De Wet op de loonbelasting 19642 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 5a, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden: a. hij in Nederland woont, en: 1°. bij een beschikking als bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is verklaard dat de voordelen die hij geniet uit zijn optreden of sportbeoefening, worden aangemerkt als winst uit een onderneming, of

    1. bij een beschikking als bedoeld in artikel 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is verklaard dat de werkzaamheden die hij verricht in het kader van zijn optreden of sportbeoefening, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van een in Nederland gevestigde vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft;.

  2. Artikel 11a wordt als volgt gewijzigd:

    1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

    2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Indien de inhoudingsplichtige daarvoor kiest, behoort, in afwijking van het eerste lid, tot het loon hetgeen ter zake van een ter beschikking gestelde bestelauto op grond van artikel 3.145, tweede lid, tweede volzin, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als voordeel wordt aangemerkt.

  3. In artikel 16, tweede, derde en vierde lid, wordt «40 dagen» telkens vervangen door: 60 dagen.

  4. In artikel 19b, eerste lid, onderdeel c, wordt na «artikel 19a, eerste lid, onderdeel d,» ingevoegd: dan wel een lichaam als bedoeld in artikel 36b,.

    Da. In artikel 22a, tweede lid, vervalt «met uitzondering van de bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26, eerste lid,».

    Db. In artikel 25, tweede lid, wordt aan de derde volzin, voor de punt aan het slot, toegevoegd: en kan bij de verwerking van de heffingskorting rekening worden gehouden met algemeen voorkomende beloningen die worden belast volgens een tabel voor bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 26.

    Dc. In artikel 26, eerste lid, wordt voor de punt aan het slot toegevoegd: en geen rekening wordt gehouden met de arbeidskorting.

  5. In artikel 27 vervalt het zevende lid, onder vernummering van het achtste en negende lid tot zevende respectievelijk achtste lid.

ARTIKEL III

De Wet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT