Wet van 13 juli 2002 tot aanpassing van de Advocatenwet aan richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (Implementatie vestigingsrichtlijn advocaten)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

440

Wet van 13 juli 2002 tot aanpassing van de Advocatenwet aan richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (Implementatie vestigingsrichtlijn advocaten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is bij de wet regels te stellen ter uitvoering van richtlijn 98/5/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 betreffende de vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PbEG L 77/36);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvindenen verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Advocatenwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tweede volzin van het vijfde lid van artikel 1 wordt na «In alle andere gevallen» ingevoegd: alsmede in het geval, bedoeld in het eerste lid van artikel 2a,.

B

Na artikel 2 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2

a.

  1. In afwijking van het eerste lid van artikel 2 is degene die in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna

Staatsblad 2002 440 1

te noemen staat van herkomst, gerechtigd is zijn beroepswerkzaamheid uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in de taal of in de talen van de staat van herkomst, bevoegd te verzoeken te worden ingeschreven als advocaat, indien hij een document overlegt waaruit blijkt dat hij gedurende ten minste drie jaar daadwerkelijk en regelmatig in Nederland in het Nederlandse recht, met inbegrip van het gemeenschapsrecht als advocaat werkzaam is geweest. Onder daadwerkelijk en regelmatig werkzaam wordt verstaan de daadwerkelijke uitoefening van de werkzaamheid zonder andere dan de in het dagelijks leven normale onderbrekingen. 2. De advocaat dient een aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in het eerste lid in bij de raad van toezicht in het arrondissement van de rechtbank waarbij de advocaat kan worden ingeschreven. 3. De aanvraag omvat ten minste inlichtingen of bescheiden betreffende het aantal en de aard van de door de aanvrager behandelde dossiers. 4. De raad van toezicht kan verifiëren of de uitgeoefende werkzaamheden als regelmatig en daadwerkelijk kunnen worden aangemerkt en kan zo nodig de advocaat verzoeken mondeling of schriftelijk aanvullende verduidelijkingen of preciseringen te verstrekken met betrekking tot inlichtingen en bescheiden, als bedoeld in het derde lid. 5. In plaats van de verklaring omtrent het gedrag of de andere in het tweede lid van artikel 2 genoemde documenten kan de advocaat, bedoeld in het eerste lid, een met deze verklaring of die documenten overeenkomende documenten, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in de staat van herkomst overleggen. Artikel 7 van de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma's is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

b.

  1. Indien de advocaat gedurende ten minste drie jaar daadwerkelijk en regelmatig in Nederland als advocaat werkzaam is geweest, doch gedurende kortere tijd in het Nederlandse recht, kan de raad van toezicht het document, bedoeld in het eerste lid van artikel 2a, afgeven als de advocaat voldoende bekwaam is om de werkzaamheden in het Nederlandse recht, met inbegrip van het gemeenschapsrecht voort te zetten. Hierbij houdt de raad van toezicht rekening met: a. de periode gedurende welke de betrokken advocaat daadwerkelijk en regelmatig werkzaamheden heeft verricht in Nederland, b. de kennis en beroepservaring op het gebied van het Nederlandse recht, c. de deelname aan cursussen of seminars met betrekking tot het Nederlandse recht en d. de kennis en beroepservaring van alsmede de deelname aan cursussen of seminars over de Nederlandse beroeps- en gedragsregels. 2. De beoordeling van de daadwerkelijke en regelmatige werkzaamheden in Nederland alsmede de beoordeling van de bekwaamheid van de advocaat om de in Nederland uitgeoefende werkzaamheden voort te zetten, vinden plaats in het kader van een onderhoud dat ten doel heeft de daadwerkelijke en regelmatige aard van de uitgeoefende werkzaamheid te verifiëren.

Artikel 2

c.

  1. De advocaat die overeenkomstig artikel 2a is ingeschreven, is bevoegd om naast het voeren van de titel advocaat zijn oorspronkelijke beroepstitel in de officiële taal of in een van de officiële talen van de staat van herkomst te voeren. 2. Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of de tuchtrechter aldaar de uitoefening van het beroep advocaat tijdelijk of

Staatsblad 2002 440 2

blijvend heeft ontzegd is de betrokken advocaat van rechtswege niet meer bevoegd om in Nederland zijn beroep onder zijn oorspronkelijke beroepstitel uit te oefenen.

C

In artikel 4 wordt in het tweede lid, onder a, «aan de in artikel 2 gestelde vereisten» vervangen door «aan de in de artikelen 2 en 2a gestelde vereisten» en wordt «dan wel de in dat artikel» vervangen door: dan wel de in die artikelen.

D

Na artikel 9a wordt voor paragraaf 1a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9

aa.

  1. Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst of de tuchtrechter aldaar de uitoefening van het beroep van de advocaat die zich krachtens het nationale recht van die lidstaat van de Europese Unie of de desbetreffende staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte dat uitvoering geeft aan artikel 3 van richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat, heeft laten inschrijven, tijdelijk of blijvend heeft ontzegd, beslist de raad van toezicht in het arrondissement waar de betrokken advocaat is ingeschreven ambtshalve tot tijdelijke of blijvende schrapping van het tableau, indien er gegronde vrees bestaat dat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT