Besluit bufferstroken meststoffen

Besluit van 5 oktober 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het aanhouden van bufferstroken ter uitvoering van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2069 van de Commissie van 30 september 2022 tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEU 2022, L 277) (Besluit bufferstroken meststoffen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 17 juli 2023, nr. WJZ/28017316; gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat; Gelet op het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2069 van de Commissie van 30 september 2022 tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEU 2022, L 277), artikel 2 Meststoffenwet en artikel 4.3, eerste lid, van de Omgevingswet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 2023, nr. W11.23.00217/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 oktober 2023, nr. WJZ/34535741, uitgebracht mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:AIn de aanhef van artikel 3.48c wordt na «artikel 3.48a,» ingevoegd «en een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam die daarbij wordt verricht,». BArtikel 4.1182, derde lid, komt te luiden:3. In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. bufferstrook:

strook grond langs een oppervlaktewaterlichaam;b. fosfaat:

fosfaat als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder k, van de Meststoffenwet;c. perceel:

aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond. CArtikel 4.1198 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Artikel 4.1199c wordt tot en met 31 december 2025 niet met een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift versoepeld. DNa artikel 4.1199b worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1199

c (water: meststoffen bij oppervlaktewaterlichamen).

  1. Met het oog op het voorkomen of beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam worden op landbouwgrond gelegen in een bufferstrook geen meststoffen op of in de bodem gebracht. De breedte van de bufferstrook voldoet aan tabel 4.1199c. 2. De breedte van de bufferstrook wordt vanaf de insteek van het oppervlaktewaterlichaam en over de grond gemeten. In afwijking hiervan wordt: a. bij een oppervlaktewaterlichaam met een flauw talud dat over de grond gemeten vanaf de waterlijn tot aan de insteek ten minste 200 cm breed is en dat een helling heeft die niet steiler is dan 1:3 de bufferstrook gemeten vanaf 100 cm vanaf de waterlijn; b. bij een oppervlaktewaterlichaam zonder talud de bufferstrook gemeten vanaf de waterlijn. 3. In afwijking van het eerste lid is de breedte van de bufferstrook gelijk aan de breedte van de teeltvrije zone, bedoeld in artikel 4.723i, als die teeltvrije zone breder is dan de in dit artikel voorgeschreven breedte van de bufferstrook. 4. In dit artikel wordt onder landbouwgrond verstaan: grond die de landbouwer, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder gg, van de Meststoffenwet, in eigendom, in pacht of in gebruik heeft en voor het beheer waarvan hij rechtstreeks verantwoordelijk is. 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt in uiterwaarden en buitendijkse gebieden onder oppervlaktewaterlichaam verstaan: beddingen waarin op het moment van het op of in de bodem brengen van meststoffen aan het aardoppervlak en de openlucht grenzend water voorkomt. Tabel 4.1199c

Soort oppervlaktewaterlichaam

Minimale breedte van de bufferstrook

Basis

Afschaling 1: als op een perceel de oppervlakte landbouwgrond in de bufferstrook meer dan 4% van de oppervlakte landbouwgrond van het perceel beslaat

Afschaling 2: als op een perceel de oppervlakte landbouwgrond in de bufferstrook na afschaling 1 meer dan 4% van de oppervlakte landbouwgrond van het perceel beslaat

Oppervlaktewaterlichaam als aangewezen in bijlage 1 bij het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet

500 cm

n.v.t.

n.v.t.

Krw-oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit kwaliteit leefomgeving

500 cm

300 cm

100 cm als het oppervlaktewaterlichaam een breedte heeft van ten hoogste 1.000 cm gemeten vanaf de insteek van het oppervlaktewaterlichaam

n.v.t. als het oppervlaktewaterlichaam een breedte heeft van meer dan 1.000 cm

Oppervlaktewaterlichaam dat onder normale omstandigheden voor de zomer droogvalt en ten minste in de periode van 1 april tot en met 1 oktober droog staat

100 cm

n.v.t.

n.v.t.

Overige oppervlaktewaterlichamen

300 cm

100 cm

50 cm

Artikel 4.1199

d (geen gelijkwaardige maatregel).

Het treffen van een gelijkwaardige maatregel is tot en met 31 december 2025 uitgesloten voor artikel 4.1199c. EArtikel 4.1200 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. bufferstrook:

strook grond langs een oppervlaktewaterlichaam;b. perceel:

aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond. FNa artikel 4.1212a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1212

b (water: zuiveringsslib bij oppervlaktewaterlichamen).

  1. Met het oog op het voorkomen of beperken van verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam wordt op landbouwgrond gelegen in een bufferstrook geen zuiveringsslib op of in de bodem gebracht. De breedte van de bufferstrook voldoet aan tabel 4.1212b. 2. De breedte van de bufferstrook wordt vanaf de insteek van het oppervlaktewaterlichaam en over de grond gemeten. In afwijking hiervan wordt: a. bij een oppervlaktewaterlichaam met een flauw talud dat over de grond gemeten vanaf de waterlijn tot aan de insteek ten minste 200 cm breed is en dat een helling heeft die niet steiler is dan 1:3 de bufferstrook gemeten vanaf 100 cm vanaf de waterlijn; b. bij een oppervlaktewaterlichaam zonder talud de bufferstrook gemeten vanaf de waterlijn. 3. In afwijking van het eerste lid is de breedte van de bufferstrook gelijk aan de breedte van de teeltvrije zone, bedoeld in artikel 4.723i, als die teeltvrije zone breder is dan de in dit artikel voorgeschreven breedte van de bufferstrook. 4. In dit artikel wordt onder landbouwgrond verstaan: grond die de landbouwer, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder gg, van de Meststoffenwet, in eigendom, in pacht of in gebruik heeft en voor het beheer waarvan hij rechtstreeks verantwoordelijk is. 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt in uiterwaarden en buitendijkse gebieden onder oppervlaktewaterlichaam verstaan: beddingen waarin op het moment van het op of in de bodem brengen van zuiveringsslib aan het aardoppervlak en de openlucht grenzend water voorkomt. Tabel 4.1212b

Soort oppervlaktewaterlichaam

Minimale breedte van de bufferstrook

Basis

Afschaling 1: als op een perceel de oppervlakte landbouwgrond in de bufferstrook meer dan 4% van de oppervlakte landbouwgrond van het perceel beslaat

Afschaling 2: als op een perceel de oppervlakte landbouwgrond in de bufferstrook na afschaling 1 meer dan 4% van de oppervlakte landbouwgrond van het perceel beslaat

Oppervlaktewaterlichaam als aangewezen in bijlage 1 bij het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet

500 cm

n.v.t.

n.v.t.

Krw-oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit kwaliteit leefomgeving

500 cm

300 cm

100 cm als het oppervlaktewaterlichaam een breedte heeft van ten hoogste 1.000 cm gemeten vanaf de insteek van het oppervlaktewaterlichaam

n.v.t. als het oppervlaktewaterlichaam een breedte heeft van meer dan 1.000 cm

Oppervlaktewaterlichaam dat onder normale omstandigheden voor de zomer droogvalt en ten minste in de periode van 1 april tot en met 1 oktober droog staat

100 cm

n.v.t.

n.v.t.

Overige oppervlaktewaterlichamen

300 cm

100 cm

50 cmGNa artikel 4.1213 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1213

a (afbakening mogelijkheid maatwerk).

Artikel 4.1212

b wordt tot en met 31 december 2025 niet met een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift versoepeld.

Artikel 4.1213

b (geen gelijkwaardige maatregel).

Het treffen van een gelijkwaardige maatregel is tot en met 31 december 2025 uitgesloten voor artikel 4.1212b. HIn onderdeel A van bijlage I wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:insteek:

snijlijn van het talud met het maaiveld;.

ARTIKEL II

In artikel 25 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet wordt «wordt de teeltvrije zone, bedoeld in de artikelen 3.80, 3.81 en 3.85 van het Activiteitenbesluit milieubeheer» vervangen door «worden de bufferstroken, bedoeld in de artikelen 4.1199c en 4.1212b van het Besluit activiteiten leefomgeving».

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bufferstroken meststoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 5 oktober 2023Willem-AlexanderDe Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. AdemaDe Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Uitgegeven de twintigste oktober 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

  1. Aanleiding

    Op 1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT