Besluit radioapparaten 2016

Besluit van 12 december 2016, houdende regels inzake radioapparaten ter implementatie van richtlijn 2014/53/EU (Besluit radioapparaten 2016)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 3 oktober 2016, nr. WJZ / 16138692; Gelet op richtlijn nr. 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgeving van de lidstaten inzake op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PbEU 2014, L 153) alsmede op het Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 3/2006, van 27 januari 2006 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst (PbEG 2006, L 92), artikel 3, tweede lid en de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31), artikel II, derde lid en de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280), artikel 2, tweede lid, en de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229), artikel 2, tweede lid en de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229), artikel 1 en bijlage 1, Hoofdstuk 9, betreffende elektromagnetische compatibiliteit van de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland (PbEG 2002, L 114), en op de artikelen 10.1, derde lid, 10.8, tweede lid, 10.9, 10.10, 10.12, 10.13, tweede lid, 10.14, onder b, en 18.12 van de Telecommunicatiewet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 november 2016, nr.W15.16.0309/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 8 december 2016, nr. WJZ /16181048, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en toepassingsbereik Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:a. wet:

Telecommunicatiewet;b. richtlijn nr. 2014/53/EU:

richtlijn nr. 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PbEU 2014, L 153); c. richtlijn nr. 2014/35/EU:

richtlijn nr. 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (herschikking) (PbEU 2014, L96); d. richtlijn nr. 2014/30/EU:

richtlijn nr. 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (herschikking) (PbEU 2014, L 96); e. lidstaat:

staat die lid is van de Europese Unie;f. derde land:

land dat partij is bij een bij ministeriële regeling genoemde overeenkomst;g. geharmoniseerde norm:

een geharmoniseerde norm als bedoeld in artikel 2, punt 1, onder c, van verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2012, L 316); h. EU-conformiteitsverklaring:

verklaring als bedoeld in artikel 18 van richtlijn nr. 2014/53/EU;i. CE-markering:

CE-markering als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, onder 26, en 19, eerste lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU; j. aangemelde instantie:

instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht en die voor het uitvoeren van conformiteitsbeoordelingsprocedures als bedoeld in artikel 17 van richtlijn nr. 2014/53/EU door Onze Minister is aangewezen en is aangemeld op grond van artikel 22 van richtlijn nr. 2014/53/EU; k. conformiteitsbeoordelingsprocedure:

procedure waarmee wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële eisen van richtlijn nr. 2014/53/EU voor radioapparaten; l. overeenstemmingsbeoordelingsorgaan:

instantie die in het kader van een bij ministeriële regeling genoemde overeenkomst voor het beoordelen van overeenstemming van radioapparaten met de normen van een derde land en volgens de regels en procedures van het derde land door Onze Minister is aangewezen; m. accreditatie:

accreditatie als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218); n. nationale accreditatie-instantie:

nationale accreditatie-instantie als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218); o. elektromagnetische verstoring:

elektromagnetische verstoring als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder 5, van richtlijn nr. 2014/30/EU; p. schadelijke interferentie:

schadelijke interferentie als bedoeld in artikel 2, onder r, van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (PbEG 2002, L 108).

Artikel 2
  1. De verboden in artikel 10.1, eerste en tweede lid, van de wet, en het bij of krachtens dit besluit bepaalde zijn niet van toepassing op: a. radioapparaten, genoemd in bijlage I van richtlijn nr. 2014/53/EU; b. radioapparaten die uitsluitend worden gebruikt voor activiteiten die betrekking hebben op de openbare veiligheid, defensie, de staatsveiligheid, met inbegrip van het economische welzijn van de staat wanneer de activiteiten verband houden met aangelegenheden die de staatsveiligheid betreffen, en voor de activiteiten van de staat op het gebied van strafrecht; c. op grond van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU aangewezen categorieën elektrische of elektronische producten die niet als radioapparaat worden aangemerkt. 2. Indien op grond van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU bindende EU-rechtshandelingen worden vastgesteld, is het bij of krachtens dit besluit bepaalde tevens van toepassing op de in deze rechtshandelingen als radioapparaat aangewezen categorieën elektrische of elektronische producten.

Hoofdstuk 2 Radioapparaten
Artikel 3
  1. Radioapparaten voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU. 2. Indien op grond van artikel 3, derde lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU bindende EU-rechtshandelingen worden vastgesteld, kunnen ter uitvoering daarvan bij ministeriële regeling regels worden gesteld inzake de eisen waaraan categorieën of klassen radioapparaten, onverminderd het eerste lid, voldoen. 3. Overeenstemming van radioapparaten met de in het eerste of tweede lid bedoelde eisen, wordt aangetoond door gebruik te maken van een van de conformiteitsbeoordelingsprocedures, bedoeld in artikel 17 van richtlijn 2014/53/EU. 4. Radioapparaten worden op passende wijze geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming gebruikt.

Artikel 4

Bij ministeriële regeling kunnen ter implementatie van conformiteitsrichtlijnen en bijlage II van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte regels worden gesteld inzake: a. het aanbrengen van markering; b. informatieverplichtingen met betrekking tot radioapparaten; c. de door een fabrikant van radioapparaten te verstrekken informatie over de conformiteit van voorgenomen combinaties van radioapparaten en software met eisen waar de radioapparaten aan moeten voldoen; d. het registreren van radioapparaten.

Artikel 5
  1. Het is verboden radioapparaten die niet voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 3, tentoon te stellen of te demonstreren, tenzij: a. het tentoonstellen of demonstreren plaatsvindt tijdens handelsbeurzen, tentoonstellingen of soortgelijke evenementen, b. deze radioapparaten zijn voorzien van een zichtbaar teken dat aangeeft dat het radioapparaat niet op de markt mag worden aangeboden of in gebruik mag worden genomen zolang dit radioapparaat niet voldoet aan de eisen van dit besluit, en c. de aanwijzingen, bedoeld in het tweede lid, zijn opgevolgd. 2. Onze Minister kan aanwijzingen geven omtrent het demonstreren van radioapparaten om schadelijke interferentie, elektromagnetische verstoringen en gevaren voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT