Besluit rechtspositie voorzitters regionale toetsingscommissies euthanasie

Besluit van 15 juli 2021, houdende vaststelling rechtspositie voorzitters regionale toetsingscommissies euthanasie (Besluit rechtspositie voorzitters regionale toetsingscommissies euthanasie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 maart 2021, kenmerk 1840492-219400-WJZ, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie en Veiligheid; Gelet op artikel 7 van de Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 mei 2021, no. W13.21.0088/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 juli 2021, kenmerk 3229573-1006323-WJZ, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie en Veiligheid; Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1 Begripsbepalingen Artículo 1
Artikel 1

coördinerend voorzitter:

de op grond van artikel 4, eerste lid van het Vaststellingsbesluit regels met betrekking tot commissies bedoeld in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding als zodanig aangewezen persoon; collectieve arbeidsovereenkomst rijksambtenaren:

laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn; Onze Minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;voorzitters:

op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet als zodanig aangewezen personen, niet tevens zijnde de coördinerend voorzitter; vergoeding:

het in artikel 3 bedoelde bedrag;wet:

wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.

§ 2 Rechtspositie voorzitters Artículo 2
Artikel 2
  1. Bij besluit van Onze Minister kan aan de voorzitters een vergoeding per vergadering of een vergoeding per maand worden toegekend. 2. Het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde vergoedingen. 3. Onverminderd het eerste lid ontvangen de in het eerste lid genoemde personen een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren. 4. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

§ 3 Rechtspositie coördinerend voorzitter Artículos 3 a 12
Artikel 3

Vergoeding.

  1. De vergoeding van de coördinerend voorzitter wordt vastgesteld in salarisschaal 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst rijksambtenaren. 2. In het geval de coördinerend voorzitter voor minder dan 36 uur per week wordt benoemd, wordt de vergoeding vastgesteld op een evenredig deel van de vergoeding bij een volledige werktijd van 36 uur per week overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren.

Artikel 4

Overige aanspraken en vergoedingen.

  1. Onverminderd artikel 3, geniet de coördinerend voorzitter overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren en de bij regeling van Onze Minister aangewezen regels die in aanvulling daarop gelden voor het personeel van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: a. wettelijke vakantie-uitkering; b. vergoeding van reis- en verblijfkosten voor dienstreizen eerste klas; c. reizen in het kader van woon-werkverkeer; d. jubileumuitkering; e. wettelijke vakantie-uren; f. eindejaarsuitkering; g. representatiekostenvergoeding; h. scholing ten behoeve van de vervulling van de functie. 2. Indien rijksambtenaren een eenmalige uitkering wordt toegekend, wordt deze dienovereenkomstig aan de coördinerend voorzitter toegekend.

Artikel 5

Regels in verband met ziekte.

  1. De coördinerend voorzitter meldt afwezigheid in verband met ziekte terstond aan de daartoe aangewezen afdeling van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 2. De bedrijfsgeneeskundige begeleiding van de coördinerend voorzitter die door ziekte verhinderd is zijn werkzaamheden uit te voeren, wordt verzorgd door een door Onze Minister aan te wijzen bedrijfsarts. 3. Aan de coördinerend voorzitter wordt ontslag verleend wanneer hij gedurende een ononderbroken periode van twee jaar uit hoofde van ziekte of gebreken ongeschikt is zijn functie te vervullen en hij blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

Artikel 6

Doorbetaling vergoeding bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte.

  1. De coördinerend voorzitter heeft bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn werkzaamheden wegens ziekte, gedurende een tijdvak van 52 weken recht op doorbetaling van zijn vergoeding. Bij voortdurende ongeschiktheid heeft hij vervolgens gedurende een tijdvak van 52 weken recht op doorbetaling van 70% van zijn vergoeding. 2. In afwijking van het eerste lid, heeft de coördinerend voorzitter na afloop van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, eerste zin, recht op doorbetaling van zijn vergoeding over het aantal uren dat hij passende arbeid heeft verricht of zou hebben verricht indien die passende arbeid hem zou zijn aangeboden. 3. In het geval de coördinerend voorzitter op het tijdstip dat de benoemingstermijn eindigt ongeschikt is tot het verrichten van zijn werkzaamheden wegens ziekte, heeft hij recht op doorbetaling van zijn vergoeding gedurende een tijdvak van 52 weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn werkzaamheden wegens ziekte. Bij voortdurende ongeschiktheid heeft hij vervolgens gedurende een tijdvak van 26 weken recht op doorbetaling van 70% van zijn vergoeding. 4. Het bepaalde over ziekte en arbeidsongeschiktheid in de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren is van overeenkomstige toepassing.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT