Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel

Besluit van 14 april 2023, houdende regels voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textielproducten (Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van, nr. IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op artikel 9.5.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 december 2022, nr. W17.22.00077/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van, nr. IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

(definities en reikwijdte).

  1. In dit besluit en de erop berustende bepalingen wordt verstaan onder: huishoudtextiel:

tafel-, bed- en huishoudlinnen als bedoeld in hoofdstuk 63, deel I, post 6302, van afdeling XI van deel II van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87; in de handel brengen:

voor het eerst in Nederland op de markt aanbieden van een product;kleding:

consumenten- en bedrijfskleding als bedoeld in de hoofdstukken 61 en 62 van afdeling XI van deel II van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87; op de markt aanbieden:

in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik; producent:

degene die beroepsmatig, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, textielproducten in de handel brengt; textielproducten:

textielproducten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, in samenhang met artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 1007/2011; textielvezel:

textielvezel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 5 en bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1007/2011; Verordening (EU) nr. 1007/2011:

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2011, L 272); Verordening (EEG) nr. 2658/87:

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief zoals deze luidt in het kalenderjaar waarin de textielproducten in de handel worden gebracht (PbEU 1987, L 256); vezel-tot-vezelrecycling:

recycling waarbij textielproducten die afvalstof zijn geworden, worden bewerkt zodat de textielvezels opnieuw worden toegepast in materialen voor kleding of huishoudtextiel; 2. Dit besluit heeft betrekking op nieuw gefabriceerde textielproducten van de categorieën kleding en huishoudtextiel.

Artikel 2

(gemachtigd vertegenwoordiger).

  1. Een producent die niet in Nederland is gevestigd, wijst een in Nederland gevestigde rechtspersoon of natuurlijke persoon aan als gemachtigd vertegenwoordiger voor de uitvoering van de verplichtingen van de producent in verband met dit besluit en het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. 2. Op de gemachtigd vertegenwoordiger zijn de bij ministeriële regeling vastgestelde vereisten van toepassing.

Artikel 3

(voorbereiding voor hergebruik en recycling).

Onverminderd de artikelen 4 en 5 draagt de producent er zorg voor dat per kalenderjaar ten minste het volgende gewichtspercentage van het totaal van de door hem in het daaraan voorafgaande kalenderjaar in de handel gebrachte textielproducten wordt voorbereid voor hergebruik of gerecycled: a. in 2025: 50 gewichtsprocent; b. in 2026: 55 gewichtsprocent; c. in 2027: 60 gewichtsprocent; d. in 2028: 65 gewichtsprocent; e. in 2029: 70 gewichtsprocent; f. vanaf 2030: 75 gewichtsprocent.

Artikel 4

(voorbereiding voor hergebruik).

  1. De producent draagt er zorg voor dat per kalenderjaar van het totaal van de door hem in het voorafgaande kalenderjaar in de handel gebrachte textielproducten ten minste het volgende gewichtspercentage wordt voorbereid voor hergebruik: a. in 2025: 20 gewichtsprocent; b. in 2026: 21 gewichtsprocent; c. in 2027: 22 gewichtsprocent; d. in 2028: 23 gewichtsprocent; e. in 2029: 24 gewichtsprocent; f. vanaf 2030: 25 gewichtsprocent. 2. De producent draagt er zorg voor dat per kalenderjaar van het totaal van de door hem in het voorafgaande kalenderjaar in de handel gebrachte textielproducten ten minste het volgende gewichtspercentage wordt voorbereid om te worden hergebruikt in Nederland: a. in 2025: 10 gewichtsprocent; b. in 2026: 11 gewichtsprocent; c. in 2027: 12 gewichtsprocent; d. in 2028: 13 gewichtsprocent; e. in 2029: 14 gewichtsprocent; f. vanaf 2030: 15 gewichtsprocent.

Artikel 5

(vezel-tot-vezelrecycling).

De producent draagt er zorg voor dat per kalenderjaar van het totaal van de door hem in het voorafgaande kalenderjaar in de handel gebrachte textielproducten die worden gerecycled ten minste het volgende gewichtspercentage vezel-tot-vezel wordt gerecycled: a. in 2025: 25 gewichtsprocent; b. in 2026: 27 gewichtsprocent; c. in 2027: 29 gewichtsprocent; d. in 2028: 31 gewichtsprocent; e. in 2029: 32 gewichtsprocent; f. vanaf 2030: 33 gewichtsprocent.

Artikel 6

(toepassing gerecyclede textielvezels).

De producent neemt maatregelen die erop zijn gericht dat in textielproducten die hij in de handel brengt zo veel mogelijk gerecyclede textielvezels afkomstig van na gebruik afgedankte textielproducten worden toegepast.

Artikel 7

(verslaglegging).

  1. Het verslag, bedoeld in artikel 5 van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, wordt jaarlijks voor 1 augustus over het voorafgaande kalenderjaar uitgebracht. 2. In afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kan in het verslag over de jaren 2023 en 2024 worden volstaan met vermelding van de hoeveelheid in de handel gebrachte textielproducten.

Artikel 8

(inwerkingtreding).

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Artikel 9

(citeertitel).

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 14 april 2023Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Uitgegeven de eenentwintigste april 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen deel

    § 1. Inleiding

    Met dit besluit wordt geregeld dat producenten van kleding en huishoudtextiel verantwoordelijk zijn voor de recycling en de voorbereiding voor hergebruik van de textielproducten die zij in Nederland in de handel brengen. Producenten worden bij de inwerkingtreding van dit besluit op grond van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (hierna: Besluit UPV) tevens verantwoordelijk voor een passend innamesysteem en de financiering hiervan. Voor de recycling en de voorbereiding voor hergebruik worden in dit besluit kwantitatieve doelen gesteld.

    § 2. Hoofdlijnen van UPV voor textiel

    § 2.1 Aanleiding

    In het beleidsprogramma circulair textiel 2020–20251 en in de voortgangsrapportage circulair textiel 2020–20252 is aan de Tweede Kamer aangekondigd dat via een algemene maatregel van bestuur een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel wordt ingevoerd.

    § 2.2 Probleembeschrijving

    De textielindustrie is een van de meest vervuilende industrieën wereldwijd waarbij veel grondstoffen worden verspild. Dit komt door het omvangrijke gebruik van land, water, energie en chemicaliën. De totale uitstoot van broeikasgassen door de textielindustrie wereldwijd is 1,2 miljard ton CO2 per jaar.3

    Uit onderzoek over 2018 blijkt dat in dat jaar circa 305 kiloton textiel in Nederland is afgedankt door huishoudens (17,7 kg per inwoner). Hiervan werd 44,6% gescheiden ingezameld (136,1 kiloton) in kringloopwinkels of kledingcontainers en 55,4% (169 kiloton) kwam bij het huishoudelijk restafval terecht. In 2012 werd in Nederland nog 255 kiloton textiel afgedankt. Hiervan werd 43% gescheiden ingezameld.4 De sterke toename van productie en consumptie leidt dus tot een groeiende hoeveelheid textielafval.

    Om te zorgen voor meer hergebruik, minder verspilling en minder vervuiling wordt met dit besluit met ingang van 2023 een uitgebreide productenverantwoordelijkheid (hierna ook: UPV) voor textiel ingevoerd. Het stimuleren van betere inzameling, recycling en hergebruik is ook mogelijk via meer vrijblijvende maatregelen, zoals het verlenen van subsidies of het sluiten van convenanten. Dat is gedaan, maar heeft onvoldoende geleid tot toename van gescheiden inzameling, recycling en hergebruik van textielafval. Gelet op de omvang van de sector, de omvang van de problematiek en het gebrek aan financiële middelen, is besloten – en ook met de sector overeengekomen – dat er een UPV voor textiel wordt ingevoerd. Dit is een eenduidige maatregel die gaat gelden voor alle producenten en die de verantwoordelijkheid voor de textielproducten legt waar deze hoort: bij de producent.

    Met deze UPV voor textiel worden producenten van kleding en huishoudtextiel verantwoordelijk voor de afvalfase van de producten die zij in de handel brengen. Met dit besluit wordt een zogenoemde regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer vastgelegd. Het besluit is gebaseerd op artikel 9.5.2. van de Wet milieubeheer. Op de UPV textiel zijn tevens de regels van het Besluit UPV van toepassing. In het Besluit UPV...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT