Besluit van 20 maart 2024 tot wijziging van het Besluit energie vervoer in verband met het verhogen van de jaarverplichting hernieuwbare energie voor de kalenderjaren 2024 en 2025

Besluit van 20 maart 2024 tot wijziging van het Besluit energie vervoer in verband met het verhogen van de jaarverplichting hernieuwbare energie voor de kalenderjaren 2024 en 2025

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 19 december 2023, nr. IenW/BSK-2023/323678, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op artikel 9.7.2.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 februari 2024, nr. W17.23.00377/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 14 maart 2024 , nr. IenW/BSK-2024/67926, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit energie vervoer wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit energie vervoer wordt «19,9 procent» vervangen door «28,4 procent». BIn artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit energie vervoer wordt »21,0 procent» vervangen door »29,4 procent».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 20 maart 2024Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Uitgegeven de vijfde april 2024 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Met deze wijziging van het Besluit energie vervoer wordt het percentage van de jaarverplichting hernieuwbare energie over de kalenderjaren 2024 en 2025 verhoogd.

Zonder de voorliggende aanpassing zou de jaarverplichting in 2024 19,9% bedragen, en in 2025 21,0%. Met deze aanpassing wordt dat in 2024 28,4% en in 2025 29,4%. Deze forse stijging is nodig om de productiecapaciteit voor geavanceerde biobrandstoffen op te schalen in anticipatie op de nieuwe doelen die volgen uit de (binnenkort vast te stellen) wijziging van de Richtlijn hernieuwbare energie. Met deze aanpassing wordt uitvoering gegeven aan een afspraak die bij de vaststelling van de Voorjaarsbesluitvorming Klimaat1 is gemaakt om de jaarverplichting te verhogen met 20PJ of 1,5 Mton CO2-reductie. Met deze verhoging van de jaarverplichting wordt voorzien dat de vervanging van fossiele brandstoffen aan landbestemmingen (wegvervoer, mobiele werktuigen, landbouwtrekkers) door hernieuwbare brandstoffen2 in de jaren 2024 en 2025 niet tot stilstand komt of terugloopt.

Systematiek jaarverplichting hernieuwbare energie

Bedrijven die benzine en diesel leveren voor vervoer met een landbestemming (wegvervoer, mobiele werktuigen, landbouwtrekkers) zijn ingevolge titel 9.7 van de Wet milieubeheer verplicht om jaarlijks een (steeds groter) deel van die brandstoffen uit hernieuwbare energie te laten bestaan. Dit is de zogenoemde jaarverplichting hernieuwbare energie, een onderdeel van het uitvoeringssysteem Energie voor Vervoer3 om de CO2-uitstoot door vervoer te verminderen. De jaarverplichting wordt uitgedrukt in een percentage hernieuwbare energie ten opzichte van de totale energie-inhoud van de door de brandstofleverancier in een bepaald kalenderjaar geleverde brandstoffen. De jaarlijks stijgende percentages van de jaarverplichting zijn vastgesteld in het Besluit energie vervoer (Stb. 2018, 134). Dit systeem van jaarlijks stijgende percentages hernieuwbare energie is de nationale implementatie van de Richtlijn hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive; RED)4, gericht op een verplichting van brandstofleveranciers tot het realiseren van een aandeel hernieuwbare energie in vervoer van 14% in 2030.

Bedrijven kunnen hun leveringen van hernieuwbare energie aan vervoer registreren in het door de Nederlandse Emissieautoriteit (hierna: NEa) beheerde Register Energie voor Vervoer, als zogenoemde hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s). Daarbij staat een HBE voor één gigajoule hernieuwbare energie. De leveringen van hernieuwbare energie aan vervoer kunnen de vorm aannemen van leveringen van vloeibare en gasvormige biobrandstoffen, vloeibare en gasvormige hernieuwbare brandstof of elektriciteit. Afhankelijk van de specifieke energie-inhoud van de betreffende hernieuwbare brandstof wordt een overeenkomstige hoeveelheid aan HBE’s gegenereerd. Die HBE’s kunnen de bedrijven vervolgens gebruiken om aan hun jaarverplichting te voldoen. Aan het einde van het kalenderjaar moeten de bedrijven voldoende HBE’s op hun rekening hebben om aan hun jaarverplichting te voldoen. De NEa ziet daarop toe.

Een andere mogelijkheid voor bedrijven om te voldoen aan de jaarverplichting, is om HBE’s te kopen van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT