Besluit van 21 februari 2019 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten

Besluit van 21 februari 2019 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 20 december 2018, 2018-0000221411, directie Financiële Markten; Gelet op artikel 4:25, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 januari 2019, nr. W06.19.0004/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 19 februari 2019, 2019-0000025634, directie Financiële Markten; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: AArtikel 81c wordt gewijzigd als volgt:1. Onder vernummering van het derde tot en met vierde lid tot vierde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. Een aanbieder van hypothecair krediet hanteert bij het berekenen van de vergoeding voor vervroegde aflossing van een kredietovereenkomst waarvan de debetrentevoet overeenkomstig artikel 81ca, eerste lid, is gewijzigd dezelfde voorwaarden als bij het berekenen van de vergoeding voor vervroegde aflossing van een kredietovereenkomst waarvan de debetrentevoet niet overeenkomstig artikel 81ca, eerste lid, is gewijzigd. 2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «derde lid» vervangen door «vierde lid». BNa artikel 81c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 81

ca.

  1. Een aanbieder van hypothecair krediet die voorafgaande aan het aflopen van de rentevastperiode de debetrentevoet van een overeenkomst inzake hypothecair krediet wijzigt, rekent hiervoor geen vergoeding die hoger is dan het financiële nadeel dat de aanbieder heeft door het wijzigen van deze debetrentevoet. 2. De aanbieder van hypothecair krediet verstrekt aan de consument die voornemens is de debetrentevoet van een overeenkomst inzake hypothecair krediet voorafgaande aan het aflopen van de rentevasteperiode te wijzigen een berekening van de aan de aanbieder te betalen vergoeding voor het wijzigen van die debetrentevoet en de bij de berekening gehanteerde hypothesen. 3. De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de berekening van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot’s-Gravenhage, 21 februari 2019Willem-AlexanderDe Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de twaalfde maart 2019 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Vergoeding voor wijziging debetrentevoet

De richtlijn hypothecair krediet1 regelt dat aanbieders van hypothecair krediet aan consumenten geen vergoeding in rekening mogen brengen voor vervroegde aflossing van het krediet die hoger is dan het financiële nadeel dat de aanbieder als gevolg daarvan heeft. Deze bepaling is in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) geïmplementeerd. Naast de mogelijkheid om vervroegd af te lossen bieden sommige banken consumenten ook de mogelijkheid aan om gedurende een rentevastperiode een nieuwe debetrente overeen te komen. Dit kan bijvoorbeeld interessant zijn wanneer de geldende debetrente...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT