Besluit van 22 juni 2023 tot wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 in verband met de wijziging van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld
Besluit van 22 juni 2023 tot wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 in verband met de wijziging van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 11 april 2023, nr. WJZ/37660406 (ID14789) directie Wetgeving en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 4, vierde lid, 5, tweede, derde en vierde lid, en 6, eerste, vierde, vijfde en zevende lid, van de Les- en cursusgeldwet en artikel 7.45, zesde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 mei 2023, nr. W05.23.00089/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 juni 2023, nr. WJZ/38753572 (ID14789), directie Wetgeving en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:ADe begripsbepaling «onderwijsovereenkomst» in artikel 1 vervalt.BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Het bevoegd gezag schrijft een leerling in voor een opleiding. Het bevoegd gezag zorgt dat de leerling bekend is met de verplichting tot het betalen van lesgeld op grond van de wet. 2. In het derde lid vervalt de tweede volzin. CNa artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
a. Omvang lesgeld.
-
Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, bedraagt voor het cursusjaar 2024–2025 € 1419. 2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex. De ministeriële regeling wordt vastgesteld voor 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarvoor het gewijzigde lesgeld zal gelden. De wijziging wordt bepaald door de gemiddelde procentuele wijziging die de consumentenprijsindex over de periode mei tot en met april, voorafgaand aan de vaststelling van de ministeriële regeling, heeft ondergaan ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. De aldus verkregen wijziging van het lesgeldbedrag wordt afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. 3. Onder de consumentenprijsindex, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan: de consumentenprijsindex «reeks alle huishoudens» zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. DIn artikel 14, derde lid, wordt «artikel 8.1.3, derde lid, onder e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs» vervangen door »artikel 7.4.8, vierde lid, onder h, van de Wet educatie en beroepsonderwijs». EArtikel 15 komt te luiden:
-
Het cursusgeld, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de wet, bedraagt voor de volgende categorieën cursussen voor het cursusjaar 2024–2025: a. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de assistent-opleiding, de entreeopleiding en de basisberoepsopleiding: € 295; b. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding: € 715; c. voor opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, of onderdelen van dat diploma: € 0,94 voor elke 45 minuten onderwijs, berekend op basis van het normatieve aantal minuten onderwijs per jaar van de opleiding waarvoor inschrijving heeft plaatsgevonden. 2. De bedragen, genoemd in het eerste lid, worden jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex. De ministeriële regeling wordt vastgesteld voor 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarvoor het gewijzigde cursusgeld zal gelden. De wijziging wordt bepaald door de gemiddelde procentuele wijziging die de consumentenprijsindex over de periode mei tot en met april, voorafgaand aan de vaststelling van de ministeriële regeling, heeft ondergaan ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. De aldus verkregen wijziging van de cursusgeldbedragen, met uitzondering van het in het eerste lid, onder c, bedoelde bedrag, wordt afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. 3. Onder de consumentenprijsindex, bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan: de consumentenprijsindex «reeks alle huishoudens» zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. FNa artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, bedraagt voor het cursusjaar 2023–2024 € 1.357. 2. Het cursusgeld, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de wet, bedraagt voor de volgende categorieën cursussen voor het cursusjaar 2023–2024: a. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de assistent-opleiding, de entreeopleiding en de basisberoepsopleiding: € 270; b. voor opleidingen beroepsonderwijs voor zover het betreft de vakopleiding, de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding: € 654; c. voor opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, gericht op het behalen van een diploma als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, of onderdelen van dat diploma: € 0,86 voor elke 45 minuten onderwijs, berekend op basis van het normatieve aantal minuten onderwijs per jaar van de opleiding waarvoor inschrijving heeft plaatsgevonden. GArtikel 17 vervalt.
In artikel 2.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 wordt «aangepast» vervangen door «gewijzigd», wordt «aangepaste» vervangen door «gewijzigde», wordt «aanpassing» vervangen door «wijziging» en vervalt de laatste volzin.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2023, met uitzondering van artikel I, onderdeel G, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2024.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 22 juni 2023Willem-AlexanderDe Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
Uitgegeven de achtentwintigste juni 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
NOTA VAN TOELICHTING
-
Algemeen
-
Inleiding
De economische en geopolitieke ontwikkelingen vanaf begin 2022 hebben geleid tot grote schommelingen in de inflatie. In april 2022 was de inflatie met 9,6% toegenomen ten opzichte van april 2021, wat direct gevolgen heeft gehad voor de indexering van het lesgeld voor...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT