Besluit van 24 november 2022 tot wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met het opdragen van andere taken en bevoegdheden aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen

Besluit van 24 november 2022 tot wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met het opdragen van andere taken en bevoegdheden aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 18 juli 2022, nr. WJZ / 22294198; Gelet op artikel 2, achtste lid, van de Tijdelijke wet Groningen;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 oktober 2022, nr. W18.22.00097/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 24 november 2022, nr. WJZ / 22540055; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Tijdelijke wet Groningen wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:tegemoetkoming:

tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1b;waardedaling:

waardedaling van een woning als gevolg van het risico op beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg. BNa paragraaf 1 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1a. Andere taken en bevoegdheden van het Instituut

Artikel 1

a.

  1. Het Instituut heeft tot taak en is bevoegd aan een gedupeerde een tegemoetkoming toe te kennen ten bedrage van het verschil tussen de vergoeding voor schade door waardedaling van zijn woning die is toegekend door de exploitant en de vergoeding voor deze schade die zou zijn toegekend door het Instituut indien hij recht zou hebben op deze vergoeding, indien: a. de gedupeerde een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten met de exploitant ter compensatie van aantoonbare waardedaling bij een volledig afgeronde verkoop en de daaropvolgende juridische levering van zijn woning; en b. de gedupeerde ter zake van dezelfde waardedaling voor een hogere vergoeding van het Instituut in aanmerking zou komen. 2. Artikel 2, vierde lid, aanhef en onderdelen c tot en met e, van de wet zijn op de uitoefening van deze bevoegdheid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1

b.

  1. Het Instituut kent een tegemoetkoming toe aan de gedupeerde die een aanvraag heeft ingediend. 2. Artikel 11, eerste en tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de wet is van overeenkomstige toepassing. 3. Het Instituut besluit op de aanvraag om een tegemoetkoming binnen acht weken na indiening van de aanvraag. CBijlage 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. De aanhef van onderdeel a komt te luiden: a. aanvragen om schadevergoeding of tegemoetkoming en de afhandeling daarvan door het Instituut 2. In de subonderdelen 3° en 4° van onderdeel a wordt na «schadevergoeding» ingevoegd «of een tegemoetkoming». 3. De aanhef van onderdeel b komt te luiden: b. de kosten van schadevergoedingen en tegemoetkomingen die door het Instituut zijn uitgekeerd aan aanvragers 4. In subonderdeel 1° van onderdeel b wordt na «schadevergoeding» ingevoegd «of een tegemoetkoming». 5. De aanhef van onderdeel c komt te luiden: c. de kosten die door het Instituut zijn gemaakt om te beslissen op aanvragen om schadevergoeding of een tegemoetkoming

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 24 november 2022Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Uitgegeven de dertigste november 2022 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

  1. Aanleiding

    De Tweede Kamer ontving eind 2020 ruim 100 signalen van bewoners die in de periode tussen 2014 en 2020 een vergoeding van de NAM accepteerden voor de waardedaling van hun woning in het aardbevingsgebied. Deze bewoners constateerden dat de regeling waar zij in de periode tussen 2014 en 2020 gebruik van maakten op onderdelen afwijkt van de Waardedalingsregeling die het IMG medio 2020 presenteerde. In totaal zijn circa 6.800 aanvragen door de NAM afgehandeld en is in 5.861 gevallen een vergoeding voor waardedaling uitgekeerd.

    Het kabinet heeft de NAM volledig uit het systeem van schadeafhandeling en versterking gehaald (Kamerstuk 33 529 nr. 493). Voor het vergoeden van waardedaling betekent dit dat woningeigenaren in het aardbevingsgebied sinds september 2020 een aanvraag kunnen doen bij het IMG dat als zelfstandig bestuursorgaan alle vormen van schade onafhankelijk afhandelt.

    Bij de Waarderegeling van de NAM vond een individuele beoordeling plaats van de waardedaling van een verkochte woning op het moment van verkoop tussen 2014 en 2020. Hierbij werd een modelmatige berekening gebruikt, die door twee onafhankelijke taxateurs werd getoetst en waar nodig werd bijgesteld. Met de IMG-regeling wordt de waardedaling voor woningen gecompenseerd op basis van een vast waardedalingspercentage per postcodegebied. Anders dan bij de Waarderegeling van de NAM wordt op basis van de waardedalingsregeling ook schadevergoeding uitgekeerd onafhankelijk van de verkoop. Er is geen sprake van een individuele beoordeling door taxateurs. Om te voorkomen dat deze meer gestandaardiseerde beoordelingsmethode nadelig uitpakt voor individuele huiseigenaren heeft de onafhankelijke Adviescommissie Waardedaling bij de totstandkoming van de publieke waardedalingsregeling aan het IMG geadviseerd om een aantal onzekerheidsmarges toe te passen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT