Besluit van 27 januari 2021 tot wijziging van enkele vervaldata van wettelijke voorzieningen die zijn getroffen in verband met de uitbraak van COVID-19

Besluit van 27 januari 2021 tot wijziging van enkele vervaldata van wettelijke voorzieningen die zijn getroffen in verband met de uitbraak van COVID-19

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 21 januari 2021, nr. 3189742, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat en Onze Minister van Justitie en Veiligheid; Gelet op artikel 35, derde en zesde lid onder b, van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, artikel 8, derde lid, van de Verzamelspoedwet COVID-19, artikel 5.4, derde en vijfde lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19, de artikelen 2, tweede lid, en 3, tweede lid, van de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19 en artikel 3.1, derde lid, van de Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV; Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

(Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid).

Het tijdstip van verval van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, met uitzondering van de artikelen 15 en 23, wordt vastgesteld op 1 april 2021.

Artikel 2

(Verzamelspoedwet COVID-19).

Het tijdstip van verval van artikel 1 van de Verzamelspoedwet COVID-19 wordt vastgesteld op 1 april 2021.

Artikel 3

(Tweede Verzamelspoedwet COVID-19).

  1. Het tijdstip van verval van artikel 3.4 van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 wordt vastgesteld op 1 april 2021. 2. In afwijking van artikel 5.4, derde lid van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 treedt artikel 3.2 in werking met ingang van 1 april 2021.

Artikel 4

(Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19).

  1. Het tijdstip van verval van de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19 wordt vastgesteld op 1 april 2021. 2. De periode, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19, wordt verlengd tot en met 31 maart 2021.

Artikel 5

(Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV).

Het tijdstip van verval van hoofdstuk 2 van de Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV wordt vastgesteld op 1 april 2021.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 27 januari 2021Willem-AlexanderDe Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de negenentwintigste januari 2021 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

In 2020 zijn door middel van verschillende wetten juridische voorzieningen gerealiseerd in verband met de COVID-19-uitbraak die het mogelijk maken op diverse terreinen problemen als gevolg van de beperkende maatregelen te voorkomen of mitigeren.

In een aantal gevallen is de tijdelijkheid van deze voorzieningen expliciet vastgelegd doordat een vervaldatum voor de betreffende wettelijke bepalingen is vastgesteld. In een deel van deze tijdelijke voorzieningen is verlenging van de geldigheid mogelijk door bij koninklijk besluit een latere vervaldatum vast te stellen die ten hoogste twee maanden na de eerdere vervaldatum ligt. Er is geen maximum gesteld aan het aantal malen dat een verlenging langs deze weg kan plaatsvinden. Dit wettelijke systeem leidt er daardoor toe dat met redelijk korte intervallen een herijking plaatsvindt van de noodzaak tot continuering van de betreffende voorzieningen, en waar nodig een verantwoording tegenover het parlement.

In dit besluit wordt voor een aantal van deze voorzieningen de laatstelijk vastgestelde vervaldata gewijzigd van 1 februari 2021 in 1 april 2021 zodat de geldigheid daarvan verlengd wordt tot deze nieuwe vervaldatum. Het betreft de in de bijlage bij deze toelichting nader aangeduide voorzieningen in de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, de Verzamelspoedwet COVID-19, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19, de Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19 en de Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV.

Deze nota van toelichting wordt uitgebracht in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Veiligheid en Justitie.

Algemene overwegingen bij de verlenging van tijdelijke voorzieningen

De wettelijke voorzieningen waarop dit besluit ziet hebben gemeen dat zij zouden vervallen op 1 februari 2021, tenzij voor deze datum bij koninklijk besluit een ander tijdstip wordt vastgesteld waarop zij vervallen. Dit tijdstip kan ten hoogste twee maanden liggen na het eerder geldende tijdstip van verval. Bij het laatstelijk genomen verlengingsbesluit van 26 november 2020 (Stb. 2020, 480) waren...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT