Besluit van 27 mei 2016, houdende wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met het regelen van het toezicht op de borgingsvoorziening en het doorvoeren van een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen

Besluit van 27 mei 2016, houdende wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met het regelen van het toezicht op de borgingsvoorziening en het doorvoeren van een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 29 februari 2016, nr. 2016-0000122471, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving; Gelet op artikel 21, tweede lid, onderdeel e, en vierde lid, 21a, derde lid, 21c, eerste lid, 21f, 27, eerste en vijfde lid, 31, vierde lid, 35, eerste en tweede lid, 36, eerste lid, 41c, derde lid, 44c, 45, zesde lid, 46, tweede lid, 50b, derde lid, 53, vijfde lid, 55a, tweede lid, 58, tweede lid, 61, vierde lid, 61c, van de Woningwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 april 2016, nr. No.W04.16.0040/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 20 mei 2016, nr. 2016-0000188806, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 4 wordt na «vervreemdt» ingevoegd: of sloopt. B In artikel 9, eerste lid, onderdeel d vervalt: die het gevolg is van het onderbrengen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel h,. C In artikel 10, tweede lid, onderdeel b, wordt «wordt afgelost binnen 15 jaar» vervangen door: wordt binnen vijftien jaar afgelost in liquide middelen. D Artikel 12 komt te luiden: 1. Onze Minister kan ontheffing als bedoeld 21a, derde lid, van de wet verlenen indien: a. het verschaffen van vermogen plaatsvindt door het kwijtschelden van schulden van de met haar verbonden onderneming, indien: 1°. de toegelaten instelling enig aandeelhouder is van de verbonden onderneming; 2°. de verbonden onderneming uitsluitend schulden heeft bij de toegelaten instelling; 3°. de waarde van de activa van de verbonden onderneming nihil is, en 4°. de verbonden onderneming na kwijtschelding van de schulden wordt ontbonden; b. het verstrekken van vermogen plaatsvindt bij het bewerkstelligen van een administratieve scheiding of juridische scheiding als bedoeld in Hoofdstuk IV, Afdeling 3, paragraaf 4, onderscheidenlijk paragraaf 5, van de wet aan een dochtermaatschappij en het verschaffen van vermogen voor maximaal 60% geschiedt in de vorm van aandelen. 2. Naast de gevallen, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister uitsluitend een ontheffing als bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de wet verlenen, indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is: a. om te voorkomen dat de toegelaten instelling gehouden is om schulden van de betrokken verbonden onderneming te voldoen; b. ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestonden op het tijdstip waarop artikel I van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting in werking is getreden, of c. ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestaan op het tijdstip waarop een juridische scheiding wordt bewerkstelligd. E Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdelen b en c, wordt «single A-rating» vervangen door: single B-rating. 2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid, onderdelen b en c, zijn de categorieën van instellingen, bedoeld in artikel 21c, eerste lid, van de wet: a. banken als bedoeld in de onderdelen c en d met ten minste een single A-rating of een daarmee vergelijkbare rating, afgegeven door ten minste twee van de bij ministeriële regeling te noemen ratingbureaus, indien de transacties betrekking hebben op beleggingen of financiële derivaten; b. banken als bedoeld in de onderdelen c en d met een lagere dan single B-rating of zonder rating indien de transacties uitsluitend betrekking hebben op het aantrekken van leningen. 3. Na het vierde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. De eisen ten aanzien van de rating, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en het tweede lid, onderdelen a en b, zijn niet van toepassing voor een bank die een volledige dochtermaatschappij is van een bank die aan die eisen voldoet en ten aanzien waarvan die bank een schriftelijk verklaring als bedoeld in artikel 403 lid 1 onder f van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft afgegeven. F Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt voor «de borgingsvoorziening» ingevoegd: het bestuur van. 3. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. Het bestuur van de borgingsvoorziening doet onverwijld aan Onze Minister mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan het voor het bestuur redelijkerwijs duidelijk zou moeten zijn dat zij van belang zijn in verband met het door de Staat der Nederlanden faciliteren van de borgingsvoorziening. G Na artikel 18 worden zes artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 18

a.

  1. De bestuurders en de commissarissen van de borgingsvoorziening zijn geschikt en betrouwbaar voor de uitoefening van hun werkzaamheden. 2. Alvorens de raad van commissarissen een commissaris benoemt of herbenoemt, verzoekt de raad van commissarissen Onze Minister om zijn zienswijze op de geschiktheid van de betrokken persoon voor het lidmaatschap van de raad van commissarissen en de betrouwbaarheid van die persoon aan haar kenbaar te maken. 3. Alvorens de raad van commissarissen een bestuurder benoemt of herbenoemt, verzoekt de raad van commissarissen Onze Minister om zijn zienswijze op de geschiktheid van de betrokken persoon voor het lidmaatschap van het bestuur en de betrouwbaarheid van die persoon aan haar kenbaar te maken. 4. Onze Minister beoordeelt de geschiktheid van een bestuurder of commissaris op basis van diens opleiding, diens werkervaring en de competenties, genoemd in bijlage 1 bij dit besluit. 5. Onze Minister beoordeelt de betrouwbaarheid van een bestuurder of commissaris op basis van diens handelen of nalaten of voornemens daartoe en uit de antecedenten, genoemd in bijlage 2 bij dit besluit. Artikel 20 is van overeenkomstige toepassing. 6. Een commissaris of bestuurder wordt niet benoemd of herbenoemd zonder dat Onze Minister daarover een positieve zienswijze heeft uitgebracht. 7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met het oog op de toepassing van het vierde en het vijfde lid.

Artikel 18

b.

  1. Het bestuur van de borgingsvoorziening stelt beleidsregels op met betrekking tot het voorzien in compensatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, begripsomschrijving van compensatie, onderdeel a, van de wet. 2. De beleidsregels hebben in ieder geval betrekking op de kaders voor de borging van geldleningen van deelnemers en voor de financiële soliditeit van de borgingsvoorziening, waaronder: a. de gehanteerde financiële ratio’s en andere risico-indicatoren, en de relatie daarvan met de beoordeling van de financiële positie en de borgingsmogelijkheden van deelnemers; b. de verstrekking van borging en de uitvoering van maatregelen richting deelnemers met een hoog financieel risico. c. de maximale omvang per individuele toegelaten instelling van het totaal aan geborgde leningen; d. de omvang van het risicokapitaal dat toereikend wordt geacht om verliezen van de borgingsvoorziening te dekken; e. de wijze van informatieverstrekking en data-uitwisseling in het kader van de borging. 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de onderwerpen, genoemd in het tweede lid. 4. De beleidsregels van de borgingsvoorziening behoeven de goedkeuring van Onze Minister. 5. Onze Minister kan aan de beleidsregels zijn goedkeuring onthouden indien de beleidsregels: a. in strijd zijn met de wettelijke voorschriften voor toegelaten instellingen, of b. in onvoldoende mate ondersteunend zijn aan de ontwikkeling van consistente financiële kaders en normen voor toegelaten instellingen, of c. in onvoldoende mate bijdragen aan een prudente risicobeheersing.

Artikel 18

c.

  1. De wijze waarop de borgingsvoorziening in compensatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, begripsomschrijving van compensatie, onderdeel a, van de wet, voorziet is beheerst en integer. 2. Bij de beoordeling door Onze minister van een beheerste bedrijfsvoering wordt in ieder geval rekening gehouden met: a. de inrichting en kwaliteit van de uitvoerende processen; b. de inrichting en kwaliteit van de administratieve en interne organisatie; c. de inrichting en kwaliteit van de informatievoorziening en communicatie. 3. Bij de beoordeling door Onze minister van een integere bedrijfsvoering wordt in ieder geval rekening gehouden met: a. belangenverstrengeling; b. het begaan van strafbare feiten en andere wetsovertredingen door de borgingsvoorziening, haar bestuurders of haar werknemers, die het vertrouwen in de borgingsvoorziening kunnen schaden; c. andere handelingen door de borgingsvoorziening, haar bestuurders of haar werknemers die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is, en die het vertrouwen in de borgingsvoorziening kunnen schaden.

Artikel 18

d.

  1. Onze Minister kan in het belang van het voorzien in compensatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, begripsomschrijving van compensatie, onderdeel a, van de wet, indien door het nalaten of handelen van de borgingsvoorziening het vertrouwen in de borgingsvoorziening dreigt geschaad te worden of indien de borgingsvoorziening handelt in strijd met het bepaalde in deze paragraaf, de borgingsvoorziening een aanwijzing geven om een of meer handelingen te verrichten of na te laten. De aanwijzing heeft geen betrekking op individuele borgingsbeslissingen. 2. Een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT