Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen vanwege vaststelling van de parameters vanaf 2020

Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen vanwege vaststelling van de parameters vanaf 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 oktober 2019, nr. 2019-0000125297; Gelet op artikel 144, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 139, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2019, No.W12.19.0313/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 november 2019, nr. 2019-0000165961, Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 23

a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt als volgt gewijzigd: 1. In het opschrift wordt «vanaf 2015» vervangen door «vanaf 2020». 2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a wordt «2% respectievelijk 2,5% per jaar» vervangen door «1,9% respectievelijk 2,3% per jaar». b. In onderdeel b wordt «maximaal 7%» vervangen door «maximaal 5,8%» en wordt «25 basispunten» vervangen door «20 basispunten». c. In onderdeel c wordt «25 basispunten» vervangen door «190 basispunten». d. In onderdeel d wordt «maximaal 5%» vervangen door «maximaal 3,5%» en wordt «40 basispunten» vervangen door «20 basispunten». e. In onderdeel e wordt «maximaal 6%» vervangen door «maximaal 4,8%» en wordt «80 basispunten» vervangen door «70 basispunten». f. In onderdeel f wordt «15 basispunten» vervangen door «20 basispunten». 3. In het tweede lid, onderdelen c, d en e, wordt «2% respectievelijk 2,5%» vervangen door «1,9% respectievelijk 2,3%». 4. Aan het vijfde lid worden na de tabel de volgende zinnen toegevoegd: Vastrentende waarden waaraan fondsen geen rating hebben toegekend hebben geen aparte gewichten. Voor kortlopende vorderingen en liquide middelen geldt het gewicht van de AAA-rating. Voor overige vastrentende waarden waaraan fondsen geen rating hebben toegekend geldt het gewicht van de High Yield-rating. 5. Het zesde lid komt te luiden: 6. Voor het omrekenen van rendementen naar het portefeuillerendement wordt gebruik gemaakt van onderstaande tabel met correlatieparameters. Voor de omrekening van het meetkundig naar het rekenkundig gemiddelde geldt de formule: rekenkundig gemiddelde = meetkundig gemiddelde + ½ σ2:

Categorie

1

2

3

4

5

1 Vastrentende waarden

1

0

0

½

½

2 Aandelen beursgenoteerd

0

1

¾

½

½

3 Overige zakelijke waarden

0

¾

1

½

½

4 Niet-beursgenoteerd vastgoed

½

½

½

1

½

5 Grondstoffen

½

½

½

½

1

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 28 november 2019Willem-AlexanderDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de elfde december 2019 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

De Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling schrijven voor dat de parameters die pensioenfondsen onder andere gebruiken bij hun berekeningen voor de premies en voor herstelplannen periodiek worden bezien.1 Het gaat daarbij om parameters die het in te rekenen portefeuillerendement en de inflatieontwikkeling begrenzen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Commissie Parameters gevraagd hierover te adviseren.2

De Commissie Parameters heeft op 6 juni 2019 haar advies uitgebracht. Op 11 juni heeft het kabinet in de kabinetsreactie aangegeven het advies over te nemen. Daarbij is tevens voorliggend besluit aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd in het kader van de geldende voorhangprocedure.3 De Tweede Kamer heeft geen aanleiding gezien tot het maken van opmerkingen. In de Eerste Kamer zijn onder andere vragen gesteld over de gevolgen van de nieuwe parameters voor de premie en de dekkingsgraden. De gevolgen voor de premie zijn afhankelijk van de keuzes die een pensioenfonds maakt en de specifieke omstandigheden en karakteristieken van het fonds. Het effect van de nieuwe parameters op de kritische dekkingsgraden houdt in dat pensioenfondsen in economisch slechte tijden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT