Besluit van 3 mei 2018, houdende wijziging van het Besluit van 23 oktober 2012 tot aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet

Besluit van 3 mei 2018, houdende wijziging van het Besluit van 23 oktober 2012 tot aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 30 maart 2018, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2237284; Gelet op artikel 16c, zesde lid, van de Auteurswet, en artikel 10, onderdeel e, van de Wet op de naburige rechten; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 april 2018, nr. W16.18.0082/II.Gezien het nader rapport van de Minister voor Rechtsbescherming van 24 april 2018, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2252600, Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 2 van het Besluit van 23 oktober 2012, houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet wordt «drie kalenderjaren» vervangen door: vijf kalenderjaren.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking acht weken na de datum van uitgifte van het Staasblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad worden geplaatst.histnootWassenaar, 3 mei 2018Willem-AlexanderDe Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de twaalfde juni 2018 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Sinds 1 januari 2018 bevat het Besluit van 23 oktober 2012 houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet nog maar een werkzame bepaling.

Artikel 2

van het Besluit bepaalt samengevat dat het totaal van de geïnde thuiskopievergoedingen, dat door Stichting de Thuiskopie niet in de drie kalenderjaren volgend op het kalenderjaar van inning onder de auteurs- en nabuurrechthebbenden is verdeeld, in het daarop volgende kalenderjaar in mindering wordt gebracht op de door fabrikanten en importeurs voor dat kalenderjaar verschuldigde vergoedingen. Indien er in het laatstgenoemde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT