Besluit van 4 december 2014 tot wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap in verband met de organisatorische wijzigingen in de uitvoeringspraktijk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Besluit van 4 december 2014 tot wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap in verband met de organisatorische wijzigingen in de uitvoeringspraktijk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op voordracht van Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 15 oktober 2014, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 572476; Gelet op de artikelen 21 en 23 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 5 november 2014, nr. W03.14.0375/II/K);Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 1 december 2014, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 590089; De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 2, onder d, wordt «de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten» vervangen door: de Minister van Buitenlandse Zaken. BArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt «artikel 6, derde lid» vervangen door: artikel 6, vierde lid. 2. In het derde lid wordt «het vijfde lid van artikel 6» vervangen door: het zesde lid van artikel 6. CArtikel 16 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt «artikel 6, derde lid» vervangen door: artikel 6, vierde lid. 2. In het derde lid wordt «het vijfde lid van artikel 6» vervangen door: het zesde lid van artikel 6. DArtikel 22 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt «artikel 6, derde lid» vervangen door: artikel 6, vierde lid. 2. In het derde lid wordt «het vijfde lid van artikel 6» vervangen door: het zesde lid van artikel 6. EArtikel 25 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Onze Minister van Buitenlandse Zaken neemt de optieverklaringen in ontvangst op de diplomatieke of consulaire post in het ressort waar de optant zijn hoofdverblijf heeft. 2. Hij neemt eveneens de optieverklaringen in ontvangst van optanten die verblijf hebben in het buitenland en nergens ter wereld hun hoofdverblijf hebben. 2. In het vierde lid wordt «Het hoofd van de diplomatieke of consulaire post» vervangen door: Onze Minister van Buitenlandse Zaken. FIn artikel 26 wordt «het hoofd van de diplomatieke of consulaire post» telkens vervangen door: Onze Minister van Buitenlandse Zaken. GArtikel 27 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «het hoofd van de diplomatieke of consulaire post» vervangen door «Onze Minister van Buitenlandse Zaken». 2. In het tweede lid wordt «geen hoofdverblijf hebben in zijn ressort» vervangen door «hoofdverblijf hebben binnen het Koninkrijk» 3. Het derde lid vervalt. 4. In het vierde lid wordt «eerste, tweede en derde lid» vervangen door: eerste en tweede lid. 5. In het vijfde lid vervalt «en derde»...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT