Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen

Besluit van 4 maart 2020, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten inzake de implementatie van de tweede herziening van de richtlijn energieprestatie gebouwen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 januari 2020, nr. 2020-0000011361, CZW; Gelet op de artikelen 2 en 120 van de Woningwet, 4.3, eerste lid, onder a en op richtlijn 2018/844/EU van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU 156/75); De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 februari 2020, nr. W04.20.0016/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 maart 2020, nr. 2020-0000107968, CZW; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. De definitie van «herziene richtlijn energieprestatie gebouwen» komt te luiden: herziene richtlijn energieprestatie gebouwen:

richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking) (PbEU 2010, L 153/13), zoals gewijzigd door richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van de Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU 2018, L 156/75);. 2. De definitie van «systeemrendement» vervalt. 3. De definitie van «technisch bouwsysteem» komt te luiden: technisch bouwsysteem:

gebouwgebonden samenstelling van alle bestanddelen van een installatie, waaronder de isolatiekenmerken daarvan, die is bedoeld voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, het voorzien van warmtapwater, ingebouwde verlichting, gebouwautomatisering- en controle, elektriciteitsopwekking ter plaatse, of een combinatie daarvan, met inbegrip van systemen die gebruikmaken van energie uit hernieuwbare bronnen, van een gebouw of een gedeelte daarvan;. 4. de definitie van «verwarmingssysteem» komt te luiden: verwarmingssysteem:

combinatie van de bestanddelen die nodig zijn voor een vorm van inpandige luchtbehandeling, waardoor de temperatuur wordt verhoogd;. 5. In de alfabetische volgorde worden zes definities ingevoegd, luidende: elektrisch voertuig:

elektrisch voertuig als bedoeld in artikel 1 van het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen; energieprestatiecontract:

energieprestatiecontract als bedoeld in artikel 2, onderdeel 27, van de richtlijn 2012/27/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG; NTA:

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven technische afspraak;oplaadpunt:

oplaadpunt als bedoeld in artikel 1 van het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen;systeem voor gebouwautomatisering en -controle:

systeem als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3 bis, van de herziene richtlijn energieprestatie van gebouwen; warmtegenerator:

onderdeel van een verwarmingssysteem dat nuttige warmte genereert via een of meerdere van de volgende processen: a. verbranding van brandstof in een verbrandingstoestel; b. joule-effect in de verwarmingselementen van een verwarmingssysteem met elektrische weerstand; en c. opvangen van warmte uit de lucht, ventilatie afvoerlucht of een water- of aardwarmtebron met een warmtepomp;. BArtikel 5.5 komt te luiden:

Artikel 5.5

Gebruiksfunctie met een lage energievraag.

  1. Op een gebruiksfunctie die niet is bestemd om te worden verwarmd of gekoeld ten behoeve van personen zijn de artikelen 5.2 tot en met 5.4 niet van toepassing. 2. Op een gebruiksfunctie waarbij de in artikel 5.2, eerste lid, bedoelde waarde ten hoogste 1% bedraagt van de maximum waarde voor primair fossiel energiegebruik zijn de artikelen 5.2 tot en met 5.4 niet van toepassing. CNa afdeling 5.3 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:

Afdeling 5 4 Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, nieuwbouw en bestaande bouw
Artikel 5.14

Aansturingsartikel.

  1. Een bouwwerk heeft voldoende laadinfrastructuur ten behoeve van elektrische voertuigen. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling.

Artikel 5.15

Oplaadpunten en leidingdoorvoeren.

  1. Een te bouwen woongebouw met een parkeergelegenheid in het gebouw of buiten het gebouw op hetzelfde perceel, met meer dan tien parkeervakken, heeft leidingdoorvoeren voor oplaadpunten voor ieder parkeervak. 2. Een te bouwen gebouw, anders dan een woongebouw, met een parkeergelegenheid met meer dan tien parkeervakken in het gebouw of buiten het gebouw op hetzelfde perceel heeft ten minste een oplaadpunt en leidingdoorvoeren voor oplaadpunten voor ten minste een op de vijf parkeervakken. 3. Een bestaand gebouw, anders dan een woongebouw, met een parkeergelegenheid met meer dan 20 parkeervakken in het gebouw of buiten het gebouw op hetzelfde perceel heeft met ingang van 1 januari 2025 tenminste een oplaadpunt.

Artikel 5.16

Verbouw.

  1. Bij ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen zijn de voorschriften van artikel 5.15, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing: a. in geval van een parkeergelegenheid in een gebouw, als de renovatie betrekking heeft op de parkeergelegenheid of de elektrische infrastructuur van het gebouw; of b. in geval van een parkeergelegenheid gelegen buiten het gebouw op hetzelfde perceel, als de renovatie betrekking heeft op de parkeergelegenheid of de elektrische infrastructuur van de parkeergelegenheid. 2. Het eerste lid is niet van toepassing als de kosten voor het aanleggen van de oplaadpunten en de leidingdoorvoeren meer dan 7% bedragen van de kosten van de ingrijpende renovatie. DAfdeling 6.13 komt te luiden:

Afdeling 6 13 Technische bouwsystemen, nieuwbouw
Artikel 6.54

Aansturingsartikel.

  1. Een te bouwen bouwwerk heeft technische bouwsystemen die voldoen aan eisen ten behoeve van een optimaal energiegebruik. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door de toepassing van de voorschriften gesteld bij of krachtens deze afdeling.

Artikel 6.55

Systeemeisen.

  1. Een technisch bouwsysteem voldoet aan de in tabel 6.55 opgenomen waarde voor de energieprestatie. 2. Een technisch bouwsysteem, is adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar. 3. Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling of een combinatie daarvan, is voorzien van zelfregulerende apparatuur waarmee de temperatuur per verblijfsgebied of verblijfsruimte kan worden gereguleerd. 4. Indien een technisch bouwsysteem bestaat uit een combinatie van de in tabel 6.55 opgenomen bouwsystemen, worden de in het eerste lid bedoelde eisen naar rato berekend op basis van de eisen die gelden voor de systemen die deel uitmaken van de combinatie. 5. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven over het in dit artikel bepaalde. Tabel 6.55

Technisch bouwsysteem

Waarde voor de energieprestatie woonfunctie

Waarde voor de energieprestatie overig

Ruimteverwarming

≤1,31

≤1,31

Ruimtekoeling

≤1,33

≤1,33

Ventilatie

≤3,8 kWh/(m3/u)

Warm tapwater

≤3,45

≤3,45

Ingebouwde verlichting

≤75kWhprim/m2

Artikel 6.55

a Verbouw.

  1. Bij het plaatsen of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een technisch bouwsysteem waarbij de energieprestatie wordt beïnvloed, voldoet dat technische bouwsysteem aan de in tabel 6.55 opgenomen waarde voor de energieprestatie. 2. Een technisch bouwsysteem is adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en instelbaar. 3. Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming is na het vervangen van een warmtegenerator voorzien van zelfregulerende apparatuur waarmee de temperatuur per verblijfsgebied of verblijfsruimte kan worden gereguleerd. 4. Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming in een bouwwerk dat is aangesloten op het in het warmteplan bedoelde distributienet voor warmte is na het vervangen van de afleverset voor warmte per verblijfsgebied of verblijfsruimte zelfregulerend. 5. Indien een technisch bouwsysteem bestaat uit een combinatie van de in tabel 6.55 opgenomen bouwsystemen, worden de in het eerste lid bedoelde eisen naar rato berekend op basis van de eisen die gelden voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT