Besluit van 5 maart 2021 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met de implementatie van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 tot vaststelling van BBT-conclusies voor grote stookinstallaties en omzetting van de regels over toiletlozingen van pleziervaartuigen en de monitoring van luchtkwaliteit
Besluit van 5 maart 2021 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met de implementatie van het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 tot vaststelling van BBT-conclusies voor grote stookinstallaties en omzetting van de regels over toiletlozingen van pleziervaartuigen en de monitoring van luchtkwaliteit
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 juli 2020, nr. IenW/BSK-2020/44048, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 van de Commissie van 31 juli 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor grote stookinstallaties (PbEU 2017, L 212), de artikelen 2.24, eerste lid, en 4.3, eerste lid, van de Omgevingswet en de artikelen 8.40, eerste lid, 9.5.2, eerste lid, en 11a.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 september 2020, nr. W17.20.0283/IV); Gezien het nader rapport van 1 maart 2021, nr. IenW/BSK-2020/15402, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3.308, derde lid, onder b, wordt «50» vervangen door «51».BIn artikel 4.32, eerste lid, wordt «en 4.39» vervangen door «, 4.39 en 4.39a».CIn artikel 4.34 komt tabel 4.34 te luiden:Tabel 4.34 Emissiegrenswaarden zwaveldioxide
Type brandstof
Emissiegrenswaarde in mg/Nm3
Vaste of vloeibare brandstoffen: vaste biomassa
60
Vloeibare brandstoffen: gasturbine of dieselmotor
60
Vaste of vloeibare brandstoffen: bestaande grote stookinstallatie, anders dan gasturbine of dieselmotor
150
Vaste of vloeibare brandstoffen: overig
80
Gasvormige brandstoffen: vloeibaar gemaakt gas
5
Gasvormige brandstoffen: cokesovengas of hoogovengas in gasmotor of gasturbine
60
Gasvormige brandstoffen: cokesovengas in andere stookinstallatie
220
Gasvormige brandstoffen: hoogovengas in andere stookinstallatie
150
Gasvormige brandstoffen: andere gasvormige brandstoffen
35DIn artikel 4.36 komt tabel 4.36 te luiden:Tabel 4.36 Emissiegrenswaarden stikstofoxiden
Type brandstof
Emissiegrenswaarde in mg/Nm3
Vaste brandstoffen
100
Vloeibare brandstoffen: gasturbine met inbegrip van een STEG
50
Vloeibare brandstoffen: bestaande grote stookinstallatie als wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
150
Vloeibare brandstoffen: andere grote stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50-100 MW
120
Vloeibare brandstoffen: overige grote stookinstallatie
85
Gasvormige brandstoffen: gasturbine met inbegrip van een STEG
35
Gasvormige brandstoffen: gasmotor
33
Gasvormige brandstoffen: bestaande grote stookinstallatie als het gaat om een gasturbine, met inbegrip van een STEG
60
Gasvormige brandstoffen: andere grote stookinstallatie, als wordt gestookt met aardgas
70
Gasvormige brandstoffen: andere bestaande grote stookinstallatie
100
Gasvormige brandstoffen: andere grote stookinstallatie
80EArtikel 4.37 komt te luiden:
(lucht: afbakening mogelijkheid maatwerk stikstofoxiden).
-
Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde van 35 mg/Nm3, bedoeld in tabel 4.36, zesde rij, wordt verhoogd voor een stookinstallatie waarvoor een vergunning is verleend voor 17 augustus 2017 en die niet kan voldoen aan die emissiegrenswaarde, bevat een emissiegrenswaarde van niet meer dan 50 mg/Nm3. 2. Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde van 60 mg/Nm3, bedoeld in tabel 4.36, achtste rij, wordt verhoogd voor een stookinstallatie met een bedrijfstijd van minder dan 1.500 uur per jaar en die niet kan voldoen aan die emissiegrenswaarde, bevat een emissiegrenswaarde van niet meer dan 75 mg/Nm3. 3. Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde van 70 mg/Nm3, bedoeld in tabel 4.36, negende rij, wordt verhoogd voor een bestaande grote stookinstallatie die wordt gestookt met aardgas en die niet kan voldoen aan die emissiegrenswaarde, bevat een emissiegrenswaarde van niet meer dan 100 mg/Nm3, tenzij het gaat om een gasturbine of gasmotor. 4. Een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift waarmee de emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm3, bedoeld in tabel 4.36, tiende rij, wordt verhoogd voor een stookinstallatie op grond van technische kenmerken en passend binnen de grenzen van Uitvoeringsbesluit grote stookinstallaties, bevat een emissiegrenswaarde van niet meer dan 150 mg/Nm3. FIn artikel 4.39 komt tabel 4.39 te luiden:Tabel 4.39 Emissiegrenswaarden totaal stof
Type brandstof
Emissiegrenswaarde in mg/Nm3
Vaste of vloeibare brandstoffen: bestaande grote stookinstallatie als wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
20
Vaste of vloeibare brandstoffen: andere grote stookinstallatie
5
Gasvormige brandstoffen: hoogovengas
5
Gasvormige brandstoffen: andere gasvormige brandstoffen
5GNa artikel 4.39 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
a (lucht: emissie overige stoffen).
Voor de emissie in de lucht zijn de emissiegrenswaarden voor zoutzuur, waterstoffluoride, kwik, som van dioxinen en furanen, formaldehyde, gasvormige en vluchtige organische stoffen en ammoniak, de waarden, bedoeld in tabel 4.39a, gemeten in een periodieke meting. Tabel 4.39a Emissiegrenswaarden
Stof
Emissiegrenswaarde in mg/Nm3, µg/Nm3 of ng TEQ/Nm3
Zoutzuur: proces brandstof uit chemische industrie
5 mg/Nm3
Zoutzuur: bestaande grote stookinstallatie, proces brandstof uit chemische industrie
9 mg/Nm3
Zoutzuur: biomassa <100 MWth, voor een stookinstallatie met een vergunning verleend voor 14 juni 2019
15 mg/Nm3
Zoutzuur: overige biomassa
8 mg/Nm3
Zoutzuur: overige vaste brandstof
3 mg/Nm3
Waterstoffluoride: biomassa
1 mg/Nm3
Waterstoffluoride: overige vaste en vloeibare brandstof
2 mg/Nm3
Kwik: biomassa
5 µg/Nm3
Kwik: bestaande grote stookinstallatie, overige vaste brandstof
4 µg/Nm3
Kwik: overige vaste brandstof
2 µg/Nm3
Som van dioxinen en furanen: procesbrandstof uit chemische industrie
0,036 ng TEQ/Nm3
Formaldehyde: gasmotor op aardgas
15 mg/Nm3
Gasvormige en vluchtige organische stoffen, uitgedrukt in totaal organische koolstof: proces brandstof uit chemische industrie, gestookt in een ketel
12 mg/Nm3
Gasvormige en vluchtige organische stoffen, uitgedrukt in totaal organische koolstof: gasmotor op aardgas
500 mg/Nm3
Ammoniak: bij toepassing van selectieve katalytische reductie (SCR) of selectieve niet-katalytische reductie (SNCR)
5 mg/Nm3
b (water: emissiegrenswaarden in afvalwater).
-
Voor het afvalwater afkomstig van het reinigen van afgassen van een stookinstallatie zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 4.39b. 2. De emissiegrenswaarden voor lozingen in water worden uitgedrukt in massaconcentratie, voor niet-gefiltreerde monsters. 3. Afvalwater wordt niet verdund om aan de in tabel 4.39b bedoelde emissiegrenswaarden te voldoen. 4. Voor de lozing van totaal organische koolstof geldt dat voor de beoordeling of aan de emissiegrenswaarde wordt voldaan, de concentratie in het influent in mindering mag worden gebracht. Tabel 4.39b Emissiegrenswaarden
Stof
Emissiegrenswaarde in g/l, mg/l of µg/l
Onopgeloste stoffen
30 mg/l
Totaal organische koolstof
50 mg/l
Arseen
50 µg/l
Cadmium
5 µg/l
Chroom
50 µg/l
Koper
50 µg/l
Kwik
3 µg/l
Nikkel
50 µg/l
Lood
20 µg/l
Zink
0,2 mg/l
Fluoride
25 mg/l
Sulfaat
2 g/l; geldt niet voor lozingen in zee of brakke waterlichamen
Sulfide
0,2 mg/l
Sulfiet
20 mg/lHAan artikel 4.40, tweede lid, worden, onder het vervallen van «en» na de puntkomma in onderdeel g en onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, zes onderdelen toegevoegd, luidende: i. voor zoutzuur: NEN-EN 1911; j. voor waterstoffluoride: NEN-ISO 15713; k. voor formaldehyde: NPR-CEN/TS 13649; l. voor totaal organische koolstof: NEN-EN 12619; m. voor ammoniak: NEN-EN-ISO 21877; en n. voor de som van dioxinen en furanen: NEN-EN 1948-1, NEN-EN 1948-2 en NEN-EN 1948-3. INa artikel 4.40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
a (water: meetmethoden).
-
Op het bemonsteren van afvalwater afkomstig van het reinigen van afgassen, bedoeld in artikel 4.39b, is NEN 6600-1 van toepassing, en een monster is niet gefiltreerd. 2. Op het ontsluiten van de stoffen is NEN-EN-ISO 15587-1 van toepassing. 3. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen, en op het analyseren is van toepassing: a. voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872; b. voor kwik: NEN-EN-ISO 12846; c. voor cadmium, lood, chroom, koper, nikkel, zink: NEN-EN-ISO 17294-2; d. voor arseen: NEN-EN-ISO 17294-2 of NEN-EN-ISO 11969; e. voor totaal organische koolstof: NEN-EN 1484; f. voor fluoride: NEN-EN-ISO 10304-1; g. voor sulfaat: NEN-EN-ISO 10304-1; h. voor sulfide: ISO 13358 of NEN 6608; en i. voor sulfiet: NEN-EN-ISO 10304-3. JArtikel 4.41 komt te luiden:
(lucht: meetplicht continu of periodiek meten).
-
De emissieconcentratie van zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide en totaal stof van een grote stookinstallatie wordt continu gemeten. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de emissieconcentratie van zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide en totaal stof van een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 100 MW periodiek gemeten, ten minste om de zes maanden, als uit de geregistreerde emissierelevante parameters met voldoende mate van zekerheid blijkt dat...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT